MOGELIJKHEDEN1. Stadswandelingen in Brussel centrum ("de vijfhoek") voor groepen, voor volwassenen en jongeren vanaf 17 jaar.
1.A. Wijkverkenningen in de oude binnenstad
1.B. Met een verkenning in een deelgemeente
2. Stadswandelingen en wijkverkenningen voor groepen, voor volwassenen buiten de vijfhoek in de verschillende deelgemeenten van Brussel.
3. Bezoeken aan Brusselse kerkhof- en begraafplaatsen
4. Exotisch Brussel
5. Dorpswandelingen in Tervuren.
6. Natuurwandelingen.
7. Stadswandelingen voor kinderen en Humanioraleerlingen vanaf 10 jaar.
8. Busrondritten.
Informatie over de autocarparkings en het nieuwe circulatie- en verkeersplan in Brussel ingegaan op 29 juni 2015. Doelstellingen stadsbestuur Brussel: •Uitbreiding van de voetgangerszone tot 50 ha; •Centrale lanen verkeersvrij maken; •Transitverkeer ontmoedigen; •Zachte mobiliteit aanmoedigen.
Raadpleeg de onderstaande websites of bevraag de verantwoordelijke dienst:
Call center - Circulatieplan Stad Brussel Tel : 080085585 (9-12h / 14-16h)
www.brussel.be/artdet.cfm
Voor nieuwe autocarparkeerplaatsen: www.brussel.be/artdet.cfm of www.circulatieplan.be
<terug naar boven>
~*~*~*~ Bruegelwandeling in het hartje BrusselPieter Bruegel de Oude was een van de belangrijkste schilders uit de 16de eeuw. Hij maakte eerst etsen en tekeningen en begon, na zijn Italiëreis, vanaf 1559 te schilderen.
Beeld van Pieter Bruegel de Oude bij de Kapellekerk, beelhouwwerk van Tom Frantzen. De schilder observeert het leven in de Marollen en zit aan een open Kader, symbool van zijn "open" geest en grote creativiteit. © Walter de Decker
Hij verhuisde definitief, naar aanleiding van zijn huwelijk, van Antwerpen naar Brussel en betrok er het huis van zijn schoonvader, Pieter Coecke van Aalst. Dit huis waarvan we met zekerheid weten dat het later bewoond werd door David Teniers, bevindt zich nog steeds in de Marollen.
Pieter Bruegel had te Brussel een zeer creatieve en ook de meest productieve periode. Na zijn dood, in 1569, werden zijn werken erg gegeerd. De vraag was groter dan het aantal originele werken. Bruegels doeken werden veel geïmiteerd en ook zijn 2 zonen hebben tal van werken gekopieerd.
We bezoeken bij deze wandeling de Marollen, met zijn volkse cafés, de rommelmarkt en de vele trapgevels, gebouwd in de 16de en de 17de eeuw.
Via het Bruegelhuis in de Hoogstraat wandelen we verder naar de Kapellekerk waar Bruegel huwde en begraven werd en zijn 2 zonen Pieter en Jan werden gedoopt.
Kopie van een werk van zoon Jan Brueghel en Pieter Paul Rubens. De naamsheilige St Pieter krijgt de sleutels van de hemel. Schilderij opgehangen in een zijkapel van de Kapellekerk. Pieter Bruegel I werd bij de Kapellekerk begraven. De plaat onder het schilderij vermeldt dat het werk later gerestaureerd werd door David Teniers © Walter de Decker
Detail stadhuistoren met windwijzer en metalen beeld van Sint-Michiel © Walter de Decker
Dan gaan we verder naar de bovenstad en verkennen we, onder het Koningsplein, de site van het toenmalige Hof, het Coudenbergpaleis van Keizer Karel.
De ondergrondse site van het Coudenbergpaleis
Bezoek met de Kunstkring van Gooik_copyright Jacques de Decker
We staan ook even stil bij andere merkwaardige straatjes, bewaard gebleven stadspaleizen van hovelingen en herinneringsplaten. Bruegel heeft hier zeker ook rondgelopen. Een kort bezoek aan de Bruegelzaal in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.
Bruegel maakte dit schilderij op een scharnierpunt in zijn leven, in 1562, net voor zijn huwelijk en definitieve verhuis naar Brussel. De opdrachtgever moet een zeer erudiet iemand geweest zijn die rariteitenkabinetten waardeerde. Centraal staat Sint-Michiel die heel erg lijkt op het metalen beeld van het Brusselse stadhuis, de windwijzer op de toren. Het doek is gedateerd en gesigneerd onderaan links: M.D.LXII / BRVEGEL. Kunsthistorica Tine Meganck heeft diepgaand onderzoek verricht naar dit werk en haar bevindingen verwoord in een boek. © Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel
Een bespreking van de aanwezige schilderijen zorgt tenslotte voor een esthetische afronding van deze stadswandeling.
Duur van de wandeling : 3 uur
Persconferentie n.a.v. de voltooide restauratie van de "Dolle Griet" in het K.I.K. te Brussel. Boven met Joost de Geest. Onder met de Bruegelspecialiste, de Japanse professor Yoko Mori © Culturama
<terug naar boven>
~*~*~*~ Hapjes-, bier- of chocoladetocht door hartje BrusselActiviteiten uitgewerkt n.a.v. de Erfgoeddag 'met smaak’ en sindsdien in ons permanent aanbod.
Suggestie 1 - Brusselse proeverijen
‘Goesting’ om Brussel op een andere manier te ontdekken en 4 zintuigen te laten verwennen?
Detail gildehuis der bakkers, "De Koning van Spanje" met buste van Karel II
Met andere woorden een tocht waarbij zowel het zien, het smullen, het ruiken en het aanraken belangrijk zijn? Ga dan mee op stap doorheen de Brusselse benedenstad.
We wandelen gedurende ca. 3,5 uur doorheen de Dansaertwijk, de oude haven (Vismarkt) langs de Beurs en de Sint-Gorikswijk, de Sint-Hubertusgalerijen en op en rond de grote markt en de Beurs.
De winkel Noordzee aan het Sint)Katelijneplein waar men vis kan kopen en allerlei kleine visgerechten kan eten ©
Op deze tocht worden allerlei Brusselse authentieke en kleine specialiteiten geproefd, zoals:
Pain à la grècque
Pain à la grecque, Brussels specialiteit sinds 1829 © Groep Samen Uit
Uitstalkast © Groep Samen Uit
Zoetigheden, pralines en confiserie
LINKS: De eerste ballotin, een uitvinding van Neuhaus in 1915 © Neuhaus =*= RECHTS; Zicht op de winkeletalage van Neuhaus, het moederhuis in de Koninklijke Sint-Hubertus galerijen ©
Stripfiguren, geesteskinderen van Marc Sleen uitgebeeld in chocolade © Centrum van Het Belgisch Beeldverhaal
LINKS: Winkelvitrine © Culturama - RECHTS: Gevelversiering van Marcolini © Culturama
LINKS: Foto van het boek over de Brusselse wafels © Culturama - RECHTS: De cuberdons zijn in 2009 een beschermd streekproduct geworden ©
Broodje pottekeis
...en laat ook de neus en de smaakpapillen extra werken met enkele van de Brusselse specialiteiten.
Pottekeis, een specialiteit van Brussel ©
We geven tijdens deze excursie zowel uitleg over de oude locaties als over de bereidingsmethode en de lange geschiedenis van deze typische Brusselse producten. Tussendoor wandelen we voorbij aan belangrijke marktpleintjes, delicatessenzaken en gezellige cafeetjes waar kan halt gehouden worden voor een welverdiende verfrissing (frisdrank, warme drank, een streekbiertje, een "half en half".
Poster van Belgische bieren © Culturama
Brussel telt vele estaminets of cafeetjes en sommige bieden een grote waaier aan aan streekbieren aan naast unieke specialiteiten... En van de beschermde en mooie cafés, met een rijke geschiedenis is de Cirio.
Café Cirio © Culturama
©Culturama
We staan stil op locaties die eeuwenlang een rol hebben gespeeld in het verhandelen en het verkopen van voedingsmiddelen en drank, zoals de Varkens- en Kiekenmarkt, de Boterstraat of het Ilot Sacré.
De klant bepaalt zelf welke hapjes hij wil eten, afhankelijk van zijn budget en zijn tijd.
Voor de hapjes moet op de dag zelf betaald worden.
De deelnameprijs is variabel en verschillend. De minimumbijdrage voor de proevertjes is ca 4 euro (slechts enkele proevertjes en geen aperitief) en de maximumbijdrage (alle gesuggereerde proevertjes) ca 8 euro per persoon, in 2014 mits bericht van onzentwege ten gevolge van prijsaanpassingen in de desbetreffende horecazaken en winkels.
Deze wandeling wordt samengesteld in gezamenlijk onderling overleg beantwoordend aan uw keuze.
Deze wandeling kan plaats hebben op een weekdag, overdag en 's avonds (laatste vertrekuur 17u00). In het weekend enkel overdag. Wegens sluiting van vele zaken op maandag wordt aangeraden deze wandeling niet te plannen op een maandag overdag of op een maandagavond.
~~~~
Suggestie 2 : Proeven van bieren en andere streekspecialiteiten of lekkernijen.
Een gezonde ziel kan niet in een droog en niet gesterkt lichaam wonen. François RABELAIS
Bij deze verkenning wordt in hetzelfde historische centrum aandacht besteed aan Brabantse en Brusselse streekbieren en Belgische kazen.
Streekbier en platte kaas ©
Brabantse en Brusselse streekbieren © Toerisme Vlaams-Brabant
De Belgen zijn immers gekend als bierdrinkers, brouwers van méér dan 600 verschillende biersoorten en als producenten van vele kazen.
De 7 trappistenbieren ©
In Brussel worden al lang enkele zeer specifieke kazen klaargemaakt, zoals onder andere de Brusselse kaas en de ‘pottekeis ’.
Pottekeis, een specialiteit van Brussel ©
In de uitgekozen ‘estaminet(s)’ of ‘bistro(s) uiteraard dieper ingegaan op de bereidingsmethode en de lange traditie van deze streekproducten. Duur: ca 2u30.
België is zeer rijk aan Klooster- en Abdijbieren. Boek van uitgeverij Davidsfonds, Leuven ©
Er zijn 2 betalingsmogelijkheden: All in (gidsenloon, consumpties) : van 8 tot 18 personen: 20 tot 13 euro pp. Bier- en kaasproeverijen alleen: 7,5 euro.
Illustratie ontworpen door de bekende Vlaamse schrijver Felix Timmermans ©
De activiteit kan eindigen in het Goudblommeke in Papier. Dit gekend cafeetje werd onlangs uitgebreid. Groepen zijn er welkom. Wij kunnen, mits onderling overleg ervoor zorgen dat uw groep er voor een bierendegustatie of voor een buffet blijft. Dit na onderlinge contacten per telefoon en/of per mail. In de deelnameprijs voor het buffet is geen drank inbegrepen.
De gids eet niet gratis.
Opmerking: Deze wandeling kan plaats hebben op een weekdag,overdag en 's avonds (laatste vertrekuur 17u00). In het weekend enkel overdag. Wegens sluiting van vele zaken op maandag wordt aangeraden deze wandeling niet te plannen op een maandag overdag of maandagavond.
~~~~
Suggestie 3 : Op Chocolade-avontuur in Brussel
Brussel is rijk aan architectuur, musea, galerijen, parken, restaurants en uiteraard ook aan chocolatiers en pralinezaken. Brussel heeft trouwens ook 2 chocolademusea, 1 vlakbij het stadhuis in het oude centrum en 1 in Koekelberg.
Wist u dat de Belgen na de Zwitsers de grootste pralineverbruikers zijn en dat de praline een Brusselse uitvinding was?
Hoe en wanneer zijn de cacaobonen in Europa en in ons land bekend geraakt en hoe werden ze bewerkt? Chocolade is niet altijd de zalige zoetigheid geweest die we vandaag kennen. Vanaf wanneer werd chocolade democratisch? Waarom koos Jean Neuhaus voor het woord praline?
Neuhausetalage ©
En is de relatie met Congo belangrijk geweest voor onze chocoladegeschiedenis? Wat is trouwens het geheim van het succes van de Belgische chocolade?
De eerste producent, Jean Neuhaus I was van Zwitserse afkomst. Hij had een apotheek en een winkel van snoepgoed en bonbons vanaf 1857. Zijn kleinzoon bracht zowel de praline als de ballotin op de markt.
Eerste ballotin, uitvinding Neuhaus 1915 © Neuhaus
In 1920 werden er na Neuhaus andere chocolade- en pralinehuizen geopend, verspreid in diverse wijken van Brussel. Dekadenlang was Côte d’or bij het Zuidstation actief en kwam de treinreizigers een aangename, zoete geur tegemoet bij het naar buiten wandelen uit het station.
Logo Côte d'Or © Culturama
Tijdens deze tocht tussen Monnikenvest, Vismarkt, Grote Markt, het Ilot Sacré met de bekende Sint-Hubertusgalerijen en de Zavel leren we belangrijke hofleveranciers kennen of klinkende namen zoals grote namen zoals Wittamer, Pierre Marcolini en kleinere zaken zoals Belvas en Galler.
Er worden ook enkele lekkernijen besproken en geproefd.
Belvas en Dandoy, Rollestraat © Walter De Decker
De halve dagexcursie ook afgerond worden bij een lekkere kop koffie of chocolademelk en een hartversterkend chocoladedessert of –ijs bij Laurent Gerbaud of Frederic Blondeel en kan u zelf beslissen of Brussel terecht de titel ‘hoofdstad van de Belgische chocolade’ verdient.
Winkel in St-Hubertus Galerij © Culturama
In onderling overleg kan een heel dagprogramma uitgewerkt worden. Er zijn 2 mogelijkheden. Men kan naar het 'Belgian Chocolate Village' gaan in Koekelberg. Dit museum opende op 20 september 2014 de deuren. Het gemeentelijke museum is ondergebracht in de voormalige Victoria-chocoladefabriek bij het Elisabethpark en is met zijn 900 vierkante meter het grootste museum in België gewijd aan chocolade. Er zijn drie verdiepingen waar de bezoeker alles leert over herkomst en productie van chocolade. Op de benedenverdieping is een film te zien over de geschiedenis van de Belgische chocolade. Op de eerste verdieping kan er geproefd worden. Verschillende Belgische chocolatiers stellen er hun producten ten toon. Adres en toegangsprijs: De Neckstraat 20-22, di. tot zo. Toegang: 8 euro.
Chocolademuseum van Koekelberg - Interieur met tegelpaneel en zicht op chocoladefabriek Victoria © Walter De Decker
Chocolademuseum - Benodigdheden © Culturama
Een andere mogelijkheid is een bezoek aan ‘Choco-story’. Dit museum bevindt zich in de Gulden Hoofdstraat 9-11, naast het stadhuis van Brussel. Het werd opgericht door de familie Draps-Van Lierde. Choco-Story toont de geschiedenis van de cacaoverwerking tot chocolade. De 2 verdiepingen zijn gevuld met voorwerpen die het verhaal vertellen over de cacaoboomplantages, export van cacaobonen, het bereiden en drinken van chocoladedrank en het maken van chocolade. Je waant je in een waar curiositeitenkabinet of in het huis van een verwoed verzamelaar. Er zijn dagelijks demonstraties op het gelijkvloers. De toegangsprijs bedraagt 6 euro.
Mannequins met chocoladekledij voor man en vrouw © Chocoladesalon Brussel 2016
Wist je dat er op onze Zaventemse luchthaven jaarlijks méér dan 200 ton chocolade wordt verkocht?
LINKS: Gevelversiering van Marcolini, zomer 2017 © Marthe Vanhoutte - RECHTS: Detail gevelversiering van Marcolini © Culturama
En dat chocolade met oude wijn geserveerd kan worden of chocoladedesserts met bier nieuwe gastronomische specialiteiten zijn geworden?
De chocoladedrank werd geliefd bij de bourgeoisie vanaf de 18de eeuw - Schilderij J E I Liotard, Zwitserland ©
De 'Kat' een stripfiguur van Philippe Geluck. Ook als chocoladecreatie verkrijgbaar bij Galler © Philippe Geluck
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel: van vis- en vleescentrum tot Mekka van haute cuisine en gueuze.Het verdwenen gildehuis bij de huidige Vismarkt ©
We verkennen het oude centrum van Brussel, tussen de Begijnhofsite, de vroegere graan- en wolmarkt, de oude Zennekaaien en de Grote Markt.
We hebben bij deze wandeling aandacht voor het bewaard gebleven, architecturale erfgoed, de groei van de stad en de ontwikkeling van gespecialiseerde markten in de onmiddellijke buurt van de oude haven en de los- en aanlegplaatsen.
We zoeken naar restanten van oude marktplaatsen, hallen, opvallende gevelversieringen, ‘huisnamen’ en straatnamen zoals "Schuddeveldgang". Schuddeveldgang (steegje Brussel) © Groep Samen Uit
St-Goriksplein, blootgelegde Zennearm ©
Detail van de ontdekte oude Zennearm met visjes en muntstukjes, Sint-Goriksplein ©
"De Zwaan", gildehuis der beenhouwers
Detail gildehuis der bakkers, "De Koning van Spanje" Karel II
Detail van het gildehuis der schippers, Grote Markt
We hebben het uitvoerig over de vroegere voedselvoorziening en – verdeling.
Sint-Goriksplein, beenhouwershalle uit 19de eeuw, nu informatiepunt Brusselse Gewest
We vertellen hierbij ook waarom sommige verdeelcentra naar de buitenwijken werden verlegd en hoe het Brusselse stadsbestuur reeds eeuwen geleden oog had voor hygiëne en afvalverwerking…
Het melkmeisje in de Boterstraat
En hoe sommige beroepsorganisaties ook uiterst machtig werden…
Brussel telde natuurlijk ook honderden herbergen , tavernes of estaminets en tientallen bierbrouwerijen. Zowel pils als gistingsbieren werden vanaf het einde van de 19de eeuw belangrijk. De Zennevallei werd een belangrijke biotoop voor de bekende 'gueuze' en ‘lambiek’.
Wereldexpo’s hebben wat betreft de faam in binnen- en buitenland een belangrijke rol gespeeld!
"Papenkelder", kapiteel van het stadhuis en verwijzing naar een vroegere herberg
Thans zijn er nog maar een beperkt aantal brouwerijen actief.
Oude foto van het Vlees- en Broodstraatje bij het Broodhuis ©
Gelukkig zijn de vele straatnamen nog steeds een levende getuige van hun bestaan!
En uiteraard wordt ook het heden niet vergeten. Brussel is nog steeds een belangrijk gastronomisch centrum en een verhandelingsplaats van voedingswaren.
Pain à la grecque, Brusselse specialiteit sinds 1829 ©
cuberdons of "neusjes" ©
Brusselse wafel ©
Tijdens deze wandeling verwijzen we zowel naar bekende streekspecialiteiten zoals pain à la grecque, Brusselse wafels, neusjes of cuberdons en allerlei nieuwe en interessante luculische zaken...
<terug naar boven>
~*~*~*~ Het volkse Brussel, de Marollen.Op en neer, tussen Poelaert, Jaspers en Jacques Brel
Rondleiding van de Hallepoort tot het Justitiepaleis of omgekeerd
LINKS: Standbeeld Pieter Bruegel I ingewijd door Herman Teirlinck (bewaard in een school in de Marollen) © Culturama -*- RECHTS: Breugelbeeld van beeldhouwer Tom Frantzen bij de Kapellekerk © Henk Kamp
Een wandeling doorheen het Brussel van de Ketjes, de zwanze, de ‘A Met’ en de ‘Berg van Barmhartigheid’ waar vroeger wevers en kunstenaars zoals afstammelingen van Pieter Bruegel I (zoals de familie Teniers) woonden en thans enkele sjieke restaurants, antiekzaken en het bureau van architect Jaspers zijn gevestigd.
De Marollen lagen oorspronkelijk buiten de eerste stadswal. Deze wijk is ca. 52 ha groot en strekt zich uit over een gebied met een opvallend niveauverschil. De Marollen kenden een bewogen geschiedenis. Straatnamen bewijzen nog steeds dat hier vanaf de middeleeuwen vele ambachtslui actief waren.
Pieter Bruegel huis en straatnaamborden © Culturama
De kapel die later zou uitgroeien tot de imposante Kapellekerk en de opvangplaats van melaatsen, die het latere Sint-Pietersziekenhuis werd, waren de oudste kernen.
Ingang van Sint-Pietersgasthuis, begonnen als een leprozerij © Els Pannecoucque
De geschiedenis van het Sint-Pietersziekenhuis aan de Hoogstraat gaat terug tot 1174 als een leprozenhuis rond een kapel ter ere van Sint-Pieter. Rond een kapel stonden enkele huisjes voor de melaatsen en een kerkhof. De leprozerij kende een gestage uitbreiding en werd in de 14e eeuw opgenomen binnen de tweede omwalling, werd dan omgevormd tot een Augustijnerklooster en vervangen door een algemeen ziekenhuis rond 1784. Thans het hart van een meerdelige campus.
Interieur van de Kapellekerk met barokke preekstoel ©
Met de bouw van de 2de stadswal werd het uiteinde van de wijk ook afgebakend door de Hallepoort. Er verrezen vanaf de 16de eeuw allerlei statige burgerhuizen in verschillende stijlen. Er werden vele kloosters gesticht en een pandjeshuis opgericht.
Berg van Barmhartigheid ©
De Kapucijnenkerk aan het Vossenplein en de naam van de wijk die verwijst naar de zusters Apostolinnen die hier van 1660 actief waren, zijn daarvan nog levende bewijzen. De wijk veranderde in de 19de en de 20ste eeuw, ten gevolge van de industrialisatie en de bevolkingsaangroei.
Na de oude Hoogstraat werd de rechtlijnige Blaesstraat vanaf 1870 de 2de belangrijkste hoofdas. De wijk kreeg ook scholen, baden, een plein (waar vanaf 1873 oude kleren werden verkocht en daarom de naam ‘nieuwe oude markt’ kreeg) en zelfs een brandweerkazerne. In tuinen van burgerwoningen werden allerlei steegjes aangelegd.
De creatie van het reusachtige Justitiepaleis en de Noord-Zuidverbinding zorgden voor onteigeningen en afbraak van vele woningen.
Justitiepaleis © Anneke Van de Steen (oudchirogroep Wieze)
De Marollen werden ook in 2 gedeeld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in deze wijk het socialisme groeide en het pandjeshuis bleef bestaan. In 1910 werd door het Brusselse OCMW een der oudste sociale woningencomplexen opgetrokken, de ‘Cité Hellemans’. De Marollen groeiden door de inwijking van allerlei buitenlanders (zoals Joden en Spanjaarden) in de 20ste eeuw uit tot een multiculturele volkswijk. Het is hier dat Toots Thielemans opgroeide als ketje en op zijn harmonica begon te spelen en Toone zijn marionetten op toneel bracht. Zelfs Hergé vond er inspiratie voor zijn albums van Quick en Flupke.
LINKS: Foto Toots Thielemans © Culturama -*- RECHTS: Cité © Culturama
De nieuwkomers werden vanaf 1950 opgevangen in sociale woonprojecten van diverse stijlen. Hoog- en Blaesstraat werden concentraties van kledingzaken en winkels voor interieurdecoratie. Vanaf ca. 1990 is het tij gekeerd; gentrificatie werd een feit. De gerenoveerde Hallepoort kreeg een herinrichting als museum. Het Jacquemottecomplex kreeg een herbestemming (appartementen, kantoren, tentoonstellingszalen voor instellingen die zich met de derde wereld bezig houden) en de wijk ‘verzavelde’. De omwonenden rond het huis waarvan men vroeger dacht dat Pieter Bruegel I er zou gewoond hebben, herdoopten hun wijk tot Bruegelwijk en Bruegelfonteinen sierden de Vossenstraat en het Bruegelplein. Nieuwe goedverdienende buitenlanders kwamen nu in verbouwde wooncomplexen wonen.
LINKS: Detail Bruegelfontein - het aapje - Beeldhouwer Roig © Culturama - Walter de Decker */* RECHTS: Venster Jacquemotte complex © Culturama - Foto Walter de Decker
Gevels kregen muurschilderingen, o.a. met stripfiguren, en vele cafés en winkels werden verkocht en omgevormd tot restaurants, brocantezaken en galerijen. In het complex van het OCMW werd het centrum voor onderzoek en verspreiding voor outsiderkunst gehuisvest. Dit museum werd vanaf donderdag 3 december 2009 het 'art & marges museum'. Het organiseert regelmatig thematische tentoonstellingen en betrekt de lokale bevolking en de jeugd in zijn werking. Her en der werden ook in voetpaden kleurrijke mozaïeken met uitbeeldingen van allerlei beroepen aangebracht. Sinds 2006 zijn de Marollen vooral een toeristische trekpleister geworden, door de serie "Het leven zoals het is" van de Vlaamse televisiezender EEN.
LINKS: Voetpad mozaïek © Culturama - Foto Walter de Decker +=+ RECHTS: Winkelpui in de Hoogstraat tegenover het Jacquemotte complex © Culturama - Foto Walter de Decker
LINKS: Stripmuur © Culturama +=+ RECHTS: Pater Capucijn, gevel in de Capucijnenstraat (lage deel van Marollen) © Culturama
Een rustpauze in een typisch etablissement is mogelijk maar niet verplicht.
Op werkdagen kan binnengelopen worden in het Justitiepaleis, de Kapellekerk, het stadsarchief en het pandjeshuis.
De dagelijkse luizen- of rommelmarkt op het Vossenplein © Foto Frieda KVLV groep
De sfeer van de rommel- of luizenmarkt kan enkel in de voormiddag of onder de middag beleefd worden want deze merkwaardige markt wordt enkel 's morgens georganiseerd.
Wegens niveauverschil en soms smalle stoepen best denken aan goed schoeisel en de groepen beperken tot maximum 20 personen per gids.
Er is een kleine zoektocht beschikbaar die na de wandeling kan opgelost worden.
Duur: 3 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Het Justitiepaleis, levenswerk van Joseph Poelaert.Bezoek aan het Justitiepaleis, het levenswerk van Joseph POELAERT
Joseph Poelaert is één van de belangrijkste architecten van Brussel. Hij kreeg naambekendheid door de Congreskolom, werd gewaardeerd door koning Leopold I en bouwde o.a. de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken. Hij werd vrij vlug ridder in de Leopoldsorde en ontwierp, na een openbare wedstrijd, tussen 1862 en zijn dood, het gigantische Brussselse Justitiepaleis dat zijn titanen- en levenswerk werd. De uitgekozen locatie voor dit gebouw heeft Poelaert op een schitterende manier weten in het rechtsgebouw te verwerken.
Links: Oude tekening van het Justitiepaleis © culturama *** Rechts: Sfeerbeeld rondleiding © Anneke Van de Steen (oudchirogroep Wieze)
Sommigen vinden het Justitiepaleis nog steeds een merkwaardige parel van architectuur. Anderen vinden het een misbaksel van formaat of een bewijs hoe architectuur niet moet zijn. Horta keek o.a. zowel met verstomming naar het complex (vooral het gebruik van ijzer heeft hij bewonderd o.a. bij de majestueuze koepel, vastgeankerd aan een metalen skelet) maar verafschuwde anderzijds het extravagante en het ontlenen van elementen aan vroegere stijlen.
"Cyclopische architectuur ontsproten aan de verbeelding van een dwerg, zonder kennis van de menselijke schaal."
Koepel van het Justitiepaleis © Regie der Gebouwen
Andere architecten zoals Stübbe, burgemeester Buls en artiesten zoals François Schuiten spraken met lof over van het genie van Poelaert. Het gebouw werd zelfs op kleinere schaal geïmiteerd in Peru.
Al de gebouwen van Poelaert zijn typisch voor de tijd. Ze kaderden in de filosofie ‘Art dans la rue’ en zijn architecturale symbolen van duurzaamheid en prestige, bedoeld om indruk te maken. Als ontwerper koos hij vaak voor het eclecticisme en greep hij daarbij ook terug naar de antieke architectuur (Egypte, Griekenland, Rome, Byzantium, …). Hij mengde verschillende stijlen tot een nieuw geheel.
Ingangsbeelden aan het Justitiepaleis © Regie der Gebouwen
Poelaert heeft het Justittiepaleis niet alleen ontworpen. Vanaf het begin van de opdracht kreeg hij de hulp van een aantal experten, zoals ir. Wellens en Macquet. Poelaert kreeg de uitzonderlijke toelating om als artiest volledig zelfstandig te mogen werken en geen kostenramingen te moeten maken: het gebouw werd immers als een kunstwerk aanzien. Na vele onteigeningen, terasseringen en het inschakelen van Engelse metselaars kwam het Justitiepaleis uiteindelijk klaar in 1883.
De eerste herstellingen zijn gestart in 1982. In mei 2001 werd het beschermd. De stellingen worden niet weggenomen. Onlangs (begin maart 2013) werd het masterplan voor de verdere renovatie en de toekomstige functies aanvaard. We bezoeken grondig het gebouw en verkennen nadien de buurt rond het Justitiepaleis. Een stuk van de Marollen werd immers voor de bouw van dit rechtscomplex met de grond gelijk gemaakt. We hebben bij de wandeling aandacht voor steegjes, sociale woningcomplexen zoals de Cité Hellemans, beroemde inwoners en folklore van deze volkswijk. Duur: ca 2 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Brussel aan het water.Over fonteinen, kranen en kaaien aan de Zenne
Sint-Goriksplein, blootgelegde Zennearm ©
Steden ontwikkelen zich aan wegen of aan rivieren: ook Brussel groeide als een belangrijke handelsplaats aan de Zenne, in de oude binnenstad.
Vanaf de 17de eeuw werden de dokken steeds verder uitgebreid.
19de eeuwse Sint-Katelijnekerk van Poelaert gebouwd op een gedempt havendok
De stad kreeg tenslotte een grondige gedaanteverandering in de 19de en de 20ste eeuw. Saneringen gingen gepaard met aanleg van belangrijke lanen en de bouw van indrukwekkende complexen.
Detail van het gildehuis der schippers, Grote Markt
Brussel, badplaats aan kanaal en muurfresco Saincteletteplein ©
Brussel werd een belangrijke, internationale binnenhaven en is in de laatste jaren ook tot ‘’badplaats’’ en ‘’vrijetijdsbuurt’’ uitgegroeid.
Stripmuur bij Saincteletteplein en kanaal - Hugo Pratt ©
Een toeristisch onbekende wijk die levendig werd door de integratie van kunstwerken en muurschilderingen en die door de inzet van de bedrijfswereld en de creaties van architecten met naam een ommetje waard is ! Een versterkende rustpauze inbegrepen !
Duur : 3 uur.
© Chris, KVLV groep Scheldewindeke
<terug naar boven>
~*~*~*~ Klaterend Brussel. Een wandeling op zoek naar merkwaardige fonteinen, waterreservoirs, de zenne en de vroegere oude haven in de binnenstad.Vroeger werkte de vzw Culturama mee aan het Zot van de Zenne-evenement dat nu niet meer wordt georganiseerd.
We kunnen de buurt rond het kanaal en het Saincteleletteplein, het Ijzerplein en de site van Tour & Taxis verkennen of de systematische ontwikkeling van de haven belichten.
Uitleg Myriam Renson in het Koninklijk Park - Nerlandstalige groep © Stad Brussel, Piazza Muriel
Een andere mogelijkheid is de oude binnenstad te doorkruisen op zoek naar water, fonteinen, straatnamen en resten van gebouwen die verwijzen naar vroegere havenactiviteiten.
LINKS: Gegidste groep © Culturama =*= RECHTS: Detail van de ontdekte oude Zennearm met visjes en muntstukjes, Sint-Goriksplein © Culturama
Bij deze themawandeling in de binnenstad gaan we op zoek naar de vroegere zijarmen van de Zenne of de vroegere plaatsen van watervoorziening.
Brussel beschikte niet alleen over de Zenne en zijn zijarmen maar had ook diverse andere bevoorradingssystemen. In de stad waren er diverse poelen, vijvers, putten, fonteinen en waterreservoirs.
Nu zijn er maar een fractie van de vele middeleeuwse fonteinen bewaard gebleven; in 1855 werd de huis-aan huisbedeling van water een feit en zijn vele fonteinen verdwenen.
In de 20ste en 21ste eeuw werd ‘water’ niet alleen voor zijn verpozende en decoratieve functie gewaardeerd en is het ook een belangrijke urbanistische rol gaan spelen.
De verkenning start op de Grote Markt, aan de leeuwentrap van het stadhuis. We bespreken de verschillende fonteinen bij het stadhuis en wandelen ook even verder naar de Stoofstraat, waar het beroemde waterplassende beeldje, ontworpen door de beroemde barokbeeldhouwer Duquesnoy nog steeds één der topattracties vormt!
LINKS en MIDDEN: Manneken Pis © Stedelijke Musea Brussel =*= RECHTS: De dokken van de huidige Vismarkt © Culturama Vandaar gaan we naar het Godshuis Pacheco en de oude Begijnhofwijk. De huidige Vismarkt was de vroegere haven van Brussel met o.a. ook een overdekte vismarkt en het huis van de Visverkopers. Straatnamen, visrestaurants en viswinkels zijn hiervan nog een tastbaar bewijs.
Via Muntplein en de Grasmarkt wandelen we naar de bovenstad, waar zich ooit een drukbevolkte Putterijwijk bevond en in de buurt van het Hof vele stadspaleizen stonden. Hier werd het Centraal Station gebouwd en verrees later, n.a.v. de Expo ’58 de Ravensteingalerij.
Bij de bouwwerken werd een uniek reservoir ontdekt, de Grote Pollepel, en later in het Egmondpark heropgebouwd. In deze buurt bevond er zich ook een Jodenpoel.
De verplaatste waterput 'Grote Pollepel' in het Egmontpark ©
Wij verkennen daarna het Koninklijk Park of de Warande. Het waren onze aartshertogen Albrecht en Isabella die vanuit Etterbeek een ingenieus watersysteem lieten aanleggen. Het park werd toen uitgebreid en naar de mode van toen verfraaid. Het water kwam van de Broebelaar en werd door een high-techmachine in Sint-Joost-ten-Node opgepompt. Voor de goede wandelaars is een laatste bezoek aan de Pollepel in de Zavelwijk een mooie afsluiter.
Maar onderweg ziet u natuurlijk nog véél meer!
LINKS: Detail Anspachfontein, Vismarkt =*= RECHTS: Minervafontein uit de 18de eeuw - Grote Zavel © F.Janssens
Zoals de Anspach-en Karel Bulsfontein, de spuwer en de pittoreske Bruegelfonteintjes, ontworpen door o.a. beeldhouwer Jos de Decker.
Bij meer dan 18/20 personen wordt de groep ontdubbeld.
<terug naar boven>
~*~*~*~ OASEN van LICHT in Brussel.Op zoek naar merkwaardige glasramen en glaskoepels
Een 3 uur durende wandeling met aandacht voor metaal- en glasarchitectuur.
Een der merkwaardigste gothische kerken. Een oase van licht, een trap naar de 'hemel' en een paradijs op aarde © Bernard DE PRETERE
We vertrekken van het Centraal Station of een andere locatie (in overleg met de klant). Centraal staat bij deze stadsverkenning het gebruik van glas, doorheen de geschiedenis van de bouwkunst, vanaf de Middeleeuwen tot ca. 1990.
© Sint-Michiels~ en Goedelekathedraal - Glasraam met Keizer Karel V en echtgenote Isabelle van Portugal, 16de eeuw
Het glas werd uitgevonden in het Nabije Oosten en als ‘massagoed’ geproduceerd en in de toenmalige wereld verspreid door de Romeinen. Later kende het glas een volgende, belangrijke bloeiperiode in de Middeleeuwen.
Detail koor met glasramen van de kerk op de Zavel
De gotiek kunnen we ons niet meer voorstellen zonder glasramen. Na een vervalperiode tussen de 16de en de 18de eeuw werd de glasraamkunst opnieuw belangrijk in de 19de eeuw.
Kruidtuin Brussel en beeldenpark eind 19de eeuw
De kentering was te wijten aan diverse factoren: de verdere mechanisatie en de industrialisatie, de verlaging van belastingen, het minder duur worden van belangrijke grondstoffen en het ontdekken van nieuwe productieprocédés. Wallonië werd ons belangrijkste gebied van de metaal- en glasproductie. Glas werd stilaan in alle ruimten gebruikt, gaande van fabrieks-, stations- en exotische plantengebouwen tot winkelpuien, warenhuizen, passages, bibliotheken, openbare gebouwen en burgerhuizen.
Sint-Hubertusgalerij © Toerisme Vlaanderen
Tijdens deze wandeling wordt o.a. een bezoek gebracht aan de Sint-Gorikshallen. Het complex dateert uit de 19de eeuw en was eerst een beenhouwershal. Sinds ’99 is het, na de restauratie, een informatie- en expositieruimte van het Brusselse Gewest. We lopen verder richting Dansaertstraat, Oude Graanmarkt en Vlaamse Steenweg. Onderweg hebben we oog voor winkelpuien en allerlei pareltjes van architectuur. Het ‘Bellonahuis*' is voor vele Vlamingen en buitenlandse toeristen onbekend en fungeert al jaren als theaterlocatie en toneelmuseum.
De kristalfabriek Val Saint Lambert liet in deze Vlaamse wijk een verkoopsruimte met luxueuze showrooms* bouwen. Nadien wandelen we verder langs één der meest beroemde hotels uit de Belle Epoquetijd, het Metropolehotel*. Via de Noordpassage en de Nieuwstraat ( met o.a. de beroemde ‘Innovation’ en de winkel Zara), het Martelarenplein en de symbolische Fortisgebouwen uit glas en beton bereiken we de Zandstraat, waar een beperkt bezoek gebracht wordt aan het Centrum van het Belgisch Beeldverhaal.
De kat van Ph.Geluck © Culturama
Als parel van ‘versoberde Art Nouveau’ werd dit pand, na méér dan 60 jaar als stoffenmagazijn gefungeerd te hebben, door de inzet van de architecten J. Delhaye en J. Breydel gered en kundig gerestaureerd. Het is thans één der meest bezochte monumenten van onze hoofdstad.
De prachtige gerenoveerde kathedraal met nieuw orgel en oude glasramen - een oase van licht © Visit Brussels, Promotiebrochure 2014
Via het Sashotel en de Ehsal wandelen we verder naar de Sint-Michiels-en Goedelekathedraal*, de belangrijkste realisatie van onze Brabantse gotiek. De kerk werd verfraaid met belangrijke reeksen van glasramen uit de 16de en de 17de eeuw. Via recentere gebouwen bereiken we tenslotte de St-Hubertusgalerijen en de Bortiergalerij. Beide galerijen waren het werk van architect J.P. Cluysenaer en zijn pareltjes van neorenaissance. De luxueuze en 3delige St Hubertusgalerij stond niet alleen model voor tal van galerijenconstructies in het buitenland maar behoort met zijn complexe glasoverdekking tot de ‘musts’ van ons patrimonium. We kunnen nog verder wandelen tot het 'Wijnpaleis'.
Hier kan, na de stadsverkenning, nog even tijd genomen worden voor een welverdiende rustpauze en een drankje.
De gebouwen aangeduid met een * hebben een zeer specifieke functie en zijn daarom niet altijd opengesteld voor het publiek. De taverne in het Metropolehotel kan gekozen worden als plaats voor een drankpauze, zodat een kort bezoek op de gelijkvloerse verdieping mogelijk is.
<terug naar boven>
~*~*~*~ De kunst van het verleiden.Van openbare markten en hallen…tot sjieke en sfeervolle winkels
Vanaf het moment dat Brussel een portus werd, groeide de handel en werden controle en inmenging van de overheid of bescherming van de verkoopslieden belangrijk.
Interieur van de Sint-Gorikshallen ©
Brussel kon men al in de Middeleeuwen zowel via de Zenne als via belangrijke, oude handelswegen bereiken. In de schaduw hiervan ontwikkelden zich dan ook diverse markten of verrezen imposante verkoopshallen. Oude namen zijn hiervan nog een levend bewijs.
Links: Oud uithangbord © - Rechts: In de wijk van de Grote Markt ©
De stadsbezoeker werd door uithangborden en neergeklapte luiken op het bestaan van een winkel met atelier of fabricageplaats attent gemaakt. Van een uitgekiende winkelarchitectuur was er toen echter nog geen sprake.
Glas werd al gebruikt voor apotheken en luxezaken vanaf het einde van de 12de eeuw.
Sint-Hubertusgalerijen - © Civa
Het einde van het Ancien Régime luidde een tijdperk van allerlei veranderingen in. Winkelpuien kregen grotere glasoppervlakten, gebogen venstervormen, beschilderingen en tegelpanelen.
Er werd aandacht besteed aan rolluiken, markiezen, straathoeken, hygiëne, verlichtingsapparatuur en het winkelinterieur. Zelfs in het gebruik van de etalage kwam er een evolutie.
Winkeletalages uit het einde van de 19de eeuw en de Art Nouveau tijd ©
In Brussel bleven 4 belangrijke grootwarenhuizen lang de kathedralen van de consumptie.
De oude Waucquezmagazijnen in de Zandstraat © Centrum van het Beeldverhaal
Pas vanaf ’58 en de ’60-er jaren werd hen het leven moeilijk gemaakt door de opkomst van de supermarkten en de shopping centra.
Horta was de belangrijkste ontwerper van deze luxueuze en grote verkoopszaken. Grote gevelvensters lokten het publiek naar binnen en in het interieur was er rijkelijk licht aanwezig. Eén der nieuwigheden was ook het feit dat in elke afdeling ook verkoopsters of winkeljuffrouwen aanwezig waren. In de literatuur noemde men deze huizen als ' bonheur des dames'. Dit in tegenstelling tot de vele Delhaizewinkels die vanaf 1857 overal in ons land opengingen en meestal door 1 persoon of in gezinsverband werden uitgebaat.
Delhaizewinkel
De massaconsumptie in de ’70-er jaren zorgde voor verminkingen en afbraak. Gelukkig kwam er vanaf 1980 een reactie: creativiteit, design, opmerkelijke renovaties en herbestemmingen zorgden voor een heropleving van oude handelswijken in de binnenstad.
Winkel Capitole Corner ©
We maken een wandeling in het centrum van quasi 3 uur en bespreken bewaarde winkelpuien, galerijen, modezaken, designzaken en nog veel meer.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Verrassend Brussel - Brussel met 101 gezichten.Een ‘Potpourriwandeling’ doorheen de beneden- of de bovenstad.
Bij deze stadsverkenning, waarbij we vertrekken uit het Centraal Station, belichten we quasi alle aspecten van onze Belgische hoofdstad.
Madame Chapeau, een figuur uit de theaterliteratuur © Bernard De Pretere
We spreken hierbij over markante historische gebeurtenissen, pareltjes van architectuur (kathedraal, Sint-Hubertusgalerijen, Bozar, Grote Markt, ...) hoogstandjes van techniek, merkwaardige urbanistische realisaties, gastronomische en literaire weetjes. Brussel trok heel veel kunstenaars en Schrijvers aan uit binnen~ en buitenland waaronder o.a. onze grootste surrealistische schilder René Magritte, Victor Hugo, Charlotte Bronte en W. Auden, en filosoof en auteur Karl Marx. We hebben het ook over de nog steeds levende fokloristische tradities en internationale muzikale events of andere festivals die Brussel op de kaart zetten.
LINKS: Oude boekenwinkel © Culturama *=* RECHTS: Panorama op de stad, wandelend van de boven~ naar de benedenstad © Els Pannecoucque
We ontdekken verborgen en beeldige plekjes, imposante gebouwen en prachtige vergezichten. "
LINKS: Resten van de eerste stadsmuur in de Villersstraat © Culturama *=* RECHTS: Resten van de eerste stadsmuur uit het begin van de 13de eeuw© Walter de Decker
Dit stuk oude stadsmuur werd deels heropgebouwd na instorting in 1988 bij de bouw van het luxehotel Royal Radisson Sashotel aan de Wolvengracht.
Thans is de stadsmuur, vergezeld van ondiepe vijvertjes met vissen, de afbakening van het atriumrestaurant en –lounge.
In het centrum zijn er vele onderdelen van de eerste stadsmuur bewaard, soms ‘open en bloot’ in het straatbeeld, maar vaak ook verborgen in recente gebouwen of complexen van de 20ste eeuw.
De eerste stadsmuur kwam van de Karthuizersstraat, ging verder richting Oude Graanmarkt en Zwarte Toren, bij de brug over de Zenne en boog dan af richting Wolfwinket en Warmoespoort.
De naam Wolvengracht (een terrein waar gronden behoorden tot Johannes de Wolf) mag ook in verband gebracht worden met de Brusselse specialiteit ‘pain à la grecque’, die er door de Augustijnen aan armen werd uitgedeeld.
Op de Wolvengracht zijn er ook de ‘ateliers van de Munt’ en de vroegere hoofdzetel van de A.S.L.K. dat nu een sjiek ‘Chamboncomplex’ geworden is. Verder is er ook het bekende restaurant ‘Belgaqueen’ dat in 2002 door Pinto geopend werd. Baudelaire en V. Hugo kwamen hier graag tafelen. Dat het pand vroeger ook een bankgebouw was, het ‘Crédit du Nord’, wordt nog steeds bewezen door de kluizenruimte in de kelder die nu als sigarenbar of als ‘Havana Club’ dienst doet.
LINKS: Aan het werk in de Ooievaarssteeg © Foto Chris, KVLV groep *=* RECHTS: Café Au Bon Vieux-Temps © Culturama
Kleurrijke gevels en verrassende gevelstenen.
LINKS: Merkwaardige, kleurrijke gevelstenen aan huizen in de buurt van de Grote Markt © Culturama *=* RECHTS: Grasmarkt © Culturama
We praten over verrassende of speelse sculpturen en standbeelden, fonteinversieringen en strip~ of streetart muren.
LINKS: Muur met de stripfiguren van Marc Sleen bij de Gorikshallen © Tourisme Vlaanderen *=* RECHTS: Beeld Zinneke Pis van Tom Frantzen in de bendenstad © Culturama
Uiteraard wordt er ook uitleg gegeven over bier, pralines en andere Brusselse lekkernijen. Een mogelijke eindhalte is het "Goudblommeke in Papier", niet ver van het station, waar een bierdegustatie kan georganiseerd worden.
Duur: 3 uur.
Een van de verrassende binnenpleinen en een van de mooiste neoclassistische complexen van Brussel: het Pacheco Instituut © Chris, KVLV groep Scheldewindeke
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel gestript.Een uitgave van de VGC ©
Deze wandeling, uitgewerkt in het stripjaar 2009 is bijgewerkt en nog steeds op elke dag mogelijk.
Een wandeling aangeboden in het teken van het nieuwe toeristische thema of het stripjaar 2009.
We vertrekken bij voorkeur aan het Centraal Station.
We wandelen door het oude stadscentrum en vooral doorheen de benedenstad.
De rode draad van deze wandeling zijn de stripnamen van straten en de vele gevelversieringen, aangebracht door vzw ‘Art Mural’, in een straal rond de Grote Markt, de Beurs en de kathedraal.
LINKS: Guust Flater vlakbij het centrum van het beeldverhaal aan de Pachecolaan -*- RECHTS: Expositie ivm Jommeke © Centrum Belgisch Beeldverhaal
We ontdekken onderweg ook merkwaardige gebouwen, de ‘wieg van Brussel’, en beroemde stripfiguren zoals Guus Flater, Nero en familie, Kuifje en Bobby, Rik Ringers, Rozebottel, de Schorpioen en anderen.
Onze aandacht gaat onderweg ook uit naar stripwinkels, talloze Brusselse gebouwen en monumenten die in stripverhalen een rol speelden of verstript werden. Meegebrachte strips zullen de verstripping van belangrijke locaties onderweg passend bewijzen.
Ook de 2 stripmusea die Brussel rijk is worden niet vergeten. Goede wandelaars kunnen nog gebracht worden naar de Fabriek- en Wasserijstraat waar de mooiste stripgevels zijn.
Het meest bekende stripmuseum in de benedenstad is het Belgische Museum voor het Stripverhaal of het BCB, ingericht in één van de mooiste en laatste realisaties van Victor Horta.
De kat van Ph.Geluck © Culturama
Dit gebouw krijgt, na het Atomium, de meeste toeristen over de vloer en is als levend museum vooral bij de jongeren bekend. De museumcollectie werd onlangs verrijkt op initiatief van Guy Van Hengel met het archief van Marc Sleen, de geestelijke vader van Nero. Het BCB beschikt nu over 2 gebouwen in de Zandstraat.
LINKS: Pater Capucijn, gevel in de Capucijnenstraat (lage deel van Marollen) © Culturama -*- RECHTS: Myriam RENSON © Foto Robert Paridaens, Papyrazzi
We verkennen vervolgens de omgeving van de Grote Markt o.a. de Kolenmarkt, de Plattesteen en waar de aandacht gevestigd wordt op de Kuifjeswinkel en op gevelversieringen.
LINKS: De koe - De Moor © Culturama -*- MIDDEN: Zep - Titeuf bij het Atomium, muurfresco aan de Bockstaellaan © Walter De Decker -*- RECHTS: François Schuiten - De Doorgang, muurfresco aan de Kolenmarkt © François Schuiten
Langs het beroemde Manneke Pis gaat de tocht verder naar de Marollen, waar 5 stripfresco’s aanwezig zijn. Een welverdiende halte in een stripcafé is mogelijk.
Stripmuur © Culturama
Bedoeling van deze wandeling is vooral aan te tonen hoe de Brusselse gebouwen en monumenten in stripverhalen een rol zijn gaan spelen of, m.a.w. verstript werden.
LINKS: Stripgevel in de Eikstraat © Culturama Walter De Decker -*- RECHTS: Stripgevel St Goriksplein © Culturama Walter De Decker
Het eindpunt kan onderling besproken worden. Eindpunt kan het BCB zijn in de Zandstraat. Voorzie voor een niet te grondig bezoek aan dit stripmuseumbezoek toch minimum 1,30 uur. Hier kan ook iets gegeten en gedronken worden in de Hortataverne. Het BCB ligt niet ver van de Nationale Bank en het Centraal Station.
Een nieuw bier sedert februari 2011: het Nerobier, een initiatief van de Marc Sleenstichting, het stripmuseum en de vzw Brussels beercapital © Culturama
<terug naar boven>
~*~*~*~ Cherchez la femme: in de voetsporen van beroemde en minder beroemde en gekende vrouwen.Over lichtekooien, kluizenaressen, vrouwen met penseel en pen
Begijnhofkerk en de Begijnstraat met begijnhuizen
Een wandeling die u in contact brengt met persoonlijkheden die een stempel drukten op de geschiedenis zoals Marie Popelin (Liga voor de rechten van de vrouw), verzetsvrouwen zoals Gabriële Petit, schrijfsters zoals Charlotte Bronte en Irène Hamoir.
Copyright Kon. Bib. Albert I en Centrum voor Vrouwengeschiedenis
Madame Chapeau, een figuur uit de theaterliteratuur © Bernard De Pretere
We hebben het ook over reclusen, kunstenaressen en het begijnenwezen.
We belichten vrouwenarbeid en vergeten de prostitutie niet.
We wandelen ook langs de twee enige beelden voor merkwaardige vrouwen in het stadscentrum. Een wandeling die, in onderling overleg, kan vertrekken van aan het Centraal Station of van bij de Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk van de Zavel. Een wandeling die bij voorkeur kan eindigen bij het niet zo gekende en charmante Begijnhof, toegewijd aan Sint-Jan de Doper. In onderling overleg kan het eindpunt ook een andere locatie zijn naar gelang de tijd die U voor deze verkenning heeft.
LINKS: Detail - Verblijfplaats van een kluizenares - Woning van Margaretha Grammaye aan de Zavelkerk © Walter de Decker =*=*= RECHTS: Beeld van Bloemardine - Zijgevel van het Stadhuis in de Gulden Hoofdstraat © Jacqueline Timmerman
Deze verkenning heeft niets te maken met militant feminisme.
Beeld op het binnenplein van het huis Amazone
(lees ook bij "Weetjes" : Marie Popelinroos)
Een wandeling die stil staat bij onbekende dingen en die het belang van vrouwen in bepaalde tijdsperioden belicht. Zowel n.a.v. de herdenking van de "Groote OOrlog" ook zeer interessant.
Badende vrouw, beeld in de Museumtuin bij de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten © KMSK
Heilige Sint-Goedele, schutspatrones van de kathedraal © Visit Brussels, Promotiebrochure 2014
Duur: maximum 3 uur, kan ingekort worden.
Geen toegangsprijzen.
<terug naar boven>
~*~*~*~ In de voetsporen van de vrijmetselarij.De loge in Brussel, van schootsvel tot Petit-Paris
De 3 uur durende stadsverkenning in de benedenstad werd door ons opgevat als een inleiding op een bezoek aan het museum van de vrijmetselarij.
LINKS: Karel Buls, burgemeester, stichter van de Onderwijsbond, auteur © Culturama =*=*= RECHTS: Detail van de gedenkplaat voor Karel Buls in de Karel Bulsstraat - Eerbetoon aan de burgemeester voor zijn inspanningen en acties i.v.m. het architecturale erfgoed © Jacqueline Timmerman </p
Tijdens de wandeling wordt dieper ingegaan op de complexe geschiedenis, de symboliek, de Vlaamse bewustwording, de stichting van een neutrale universiteit (ULB) en de markante rol van artistieke en politieke logeleden, die een blijvende stempel hebben gedrukt op de urbanisatie van Brussel.
<div align="center">
Huis van de 4 gekroonden in de 'Hertogen van Brabant' (metselaarsemblemen) ©
Julius Hoste, boezemvriend van Karel Buls en mede-oprichter van de K.V.S. ©
Het fenomeen van de vrijmetselarij is, ondanks een overvloed aan literatuur, nog steeds ‘mysterieus’.
Monument Leon Lepage ©
De verkenning gaat ook – afhankelijk van de vertrekplaats die u uitkiest en de tijd - langs één der Tempels in de Peterselie - of Lakense straat. De wandeling eindigt bij de Grote Markt of de Beurs.
Een bezoek aan het museum van de vrijmetselarij is enkel mogelijk na reservatie vooraf bij de instelling van dinsdag tot vrijdag van 10u00 tot 12u00.
Object uit het museum van de Vrijmetselarij in de Lakensestraat © OPT Brussel
U kunt er dus een ‘thematische dagverkenning’ van maken.
"De overwelfde Zenne"
Opmerking : museum van de vrijmetselarij wordt niet bezocht tijdens de wandeling!
Interieurzicht van het Vrijmetselarijmuseum in de Lakensestraat © OPT
<terug naar boven>
~*~*~*~ De ‘openbare orde ‘ in gevaar ?!Is verdraagzaamheid een utopie?
Altijd zijn er in onze beschaving mensen geweest die werden vervolgd. Dit gebeurde om allerlei redenen: ze hadden andere ideeën, ze vertoonden een afwijkend en/of een opstandig gedrag.
Detail glasraam Sacramentskapel, kathedraal © Sint Michiels en Goedelekathedraal
Tegenspraak werd noch door de politieke overheid, noch door onze katholieke Kerk geduld. Opsluiting, verbanning of terechtstelling waren via de rechtspraak dé middelen om de gevestigde orde veilig te stellen.
Egmond & Hoorne, onthoofd door Alva wegens hun acties voor verdraagzaamheid en godsdienstentolerantie
In sommige eeuwen waren er grotere klopjachten dan in andere. Denken we maar aan de vervolging van begijnen, Joden, protestanten, heksen of alchemisten!
Activiteit n.a.v. Erfgoeddag
De drijfveren waren vaak niet zo fraai: racisme, fanatisme, vrouwenhaat, afgunst of angst…! Tijdens de ca. 2,5 uur durende wandeling verneemt u meer over instellingen zoals de Inquisitie en de Bloedraad. Over machtsmisbruik, belangrijke publikaties zoals ‘De Heksenhamer’, de rol van Joden als geldschieters en de macht van ambachten en van gilden. Over vrijheidsstrijders die vroeger bij het stadhuis werden terechtgesteld. De wandeling kan beginnen bij het Centraal Station maar ook aan de Kapellemarkt, gelegen opzij van de Kapellekerk in de Marollen. Het eindpunt is voorzien in de Wilde Woudstraat, bij de kathedraal. Eventueel kan nog doorgewandeld worden tot de Begijnhofkerk te Brussel maar dan duurt de wandeling wel langer en wordt een kleine extra vergoeding bijgevraagd.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Armoede - Erfgoeddag.Wandeling uitgewerkt n.a.v. de Erfgoed dag 2011 en sindsdien in ons permanent aanbod.
Korte inhoud van de wandeling
De Sint-Rochuswijk is een buurt gelegen vlakbij de oude Hofwijk, doorkruist door de Oude Steenweg en begrensd door de Koudenberg, Molenberg, Blindenberg en Houtmarkt.
In de buurt van het Hof woonden eerst bepaalde groepen zoals Joden, edelen en allerlei ambtenaren. Sommige bewaard gebleven resten zijn hiervan nog steeds belangrijke getuigen terwijl andere constructies zoals het huis van David Teniers II er verdwenen zijn.
Oude huisjes in de Isabellastraat ooit voor boogschutters gebouwd. © Foto 'Vieux Bruxelles' - Stadsarchief van Brussel
Vanaf de 18de eeuw werd de bevolking meer gemengd. Er kwamen zich militairen, kleine zelfstandigen en winkeliers vestigen. Door de industrialisatie en de sanering van bepaalde wijken woonden er nadien arbeidersgezinnen, schoorsteenvegers, voddenrapers, straatventers en wasvrouwen.
Aquaral van Carabain gemaakt in opdracht van Karel Buls (Expo in het Broodhuis gedurende 2011) © Stadsarchief Brussel
Er ontstonden vele gangetjes, soms met 197 personen samengetroept. In tegenstelling tot andere wijken, bewezen door de aquarellen van Carabain, was het er wel wat beter. Een buurt werd wel aanzien als ‘goor’. De stadsoverheid besliste de wijk in 2 fasen te saneren.
Voorbeeld van verdwenen straat in de Isabella- en Putterijwijk: de Stuiversstraat ©
In deze buurt liep Charlotte Bronte eerst school. Nadien werkte ze 2 jaar in de privé-school van Constantin Georges Romain Heger. Ze heeft de stad verkend en beleefd.
De zusjes Brontë en hun broer ©
Zo’n 20 jaar later maakte een landgenote en tevens schrijfster, Maria Louisa Ramée of Ouïda, een Grand Tour door Europa. Ze logeerde meerdere maanden in een hotel aan het Koninsgplein en zag verbijsterende dingen, verwoord in het boek ‘Dog of Flanders’. Tot het einde van haar leven bleef ze vechten voor de armen, de trekhonden en politieke bannelingen.
Ouida en haar honden, de auteur van de bestseller "Dog of Flanders" die lang in Brussel verbleef ©
Vanaf diezelfde periode verbleef ook de Nederlandse Cornelia Hubertina Doff in ons land. Ze moest het kinderrijke gezin mee helpen onderhouden door als tippelaarster op te treden . Onrechtvaardigheid, armoede en honger bleven haar niet gespaard. Gelukkig werd ze ook een kunstenaarsmodel, kon ze zich bijscholen en opklimmen tot de bourgeoisie. Bepaalde locaties van de Hof- en de Rochuswijk en de armoede werden beschreven. Ook zij zal zich zoals Ouida tot haar dood blijven inzetten voor het verminderen van andermans leed.
Gegevens uit de boeken en het leven van deze 3 schrijfsters worden bij deze wandeling getoetst aan grafische bronnen en andere visuele getuigenissen van die tijd.
Wandeling via het Koninklijk Park, de resten van de Isabella- en Sint-Rochuswijk (Villa Hermosa- , Terarken- en Stuiversstraat), Kunstberg naar Sint- Jansplein (oude locatie van het Sint-Jansziekenhuis) en Goudblommeke in Papier.
Vertrekplaats: bij de ingang van metro Park, Koningsstraat en ingang van het Koninklijk Park.
Duur : ca. 2 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Van Wicca's en Heksen.Over toekomstvoorspelsters, kruidenmengsters en dochters van Satan
Mensen hebben altijd geloofd in bovennatuurlijke krachten. Teksten, opgesteld in de antieke Oudheid, verschaffen ons informatie over tovenarij, magische rituelen, formules en wezens die in staat zijn te vliegen of zich ’s nachts te verplaatsen.
Succesrijke wandeling n.a.v. Erfgoeddag Brussel
Heks is afgeleid van de termen ‘hagedussa’ en ‘haechdisse’. Zowel in de vroegmiddeleeuwse wetgeving als in teksten van de kerkvader Augustinus wordt al uitgewijd over verderfelijkheid, zondigheid en minderwaardigheid van de vrouw. Hekserij blijft in West-Europa echter ongemoeid tot in de 13de eeuw. De vrouw blijft het ‘onschuldige slachtoffer van demonen’.
De heksensabbat van F. Goya, 1797 © Pradomuseum Madrid
Vanaf de 14de eeuw zal zowel de Kerk- en nadien de wereldlijke overheid- hekserij en tovenarij als ‘gevaar’ aanpakken. Er verschijnen pauselijke bullen en de Inquisitie wordt een belangrijk instrument. In 1486 verschijnt ‘de Heksenhamer’ , dat tot het einde van de 17de eeuw als belangrijkste handboek zal blijven gebruikt worden. Hekserij is een criminele zaak en wordt, als ‘gevaar voor de mensheid en de vorst’ hardhandig aangepakt. Verklikkers en heksenjagers zijn zeer actief. De gebeurtenissen zijn het mooiste bewijs van grote vrouwenhaat en van angst ten opzichte van ‘vrouwenmacht. Een ware ‘heksenwaan’ heeft bestaan onder de regeringsperioden van Filips II en Albrecht en Isabella! Allerlei planten, halfedelstenen en objecten worden gebruikt om heksen te weren. De laatste terechtstelling in onze gewesten heeft plaatsgehad in 1684. Onder invloed van Lodewijk XIV, filosofen, de Verlichting en de vooruitgang van de wetenschappen werd ‘hekserij’ uit de criminele sfeer gehaald. Sinds 1950 kent de nieuwe belevingsreligie van de ‘Wicca’s (of de positieve heksen) een grote aanhang.
Sint Jacobus en de Magiër Hermogenes - Pieter Bruegel de Oude 1565
We wandelen in de oude binnenstad langs plaatsen waar heksen werden opgesloten, verhoord en gestraft. We gaan langs locaties waar ‘moderndenkende’’heksenverdedigers actief waren en langs woningen van artiesten die heksen en terechtstellingen hebben uitgebeeld. Maar ook de strips- en de heksenverjagende planten of moderne ‘Wicca’s worden niet vergeten!
<terug naar boven>
~*~*~*~
Over badstoven, straatmadelieven en de dochters van plezier of de prostitutie.Vrouwen laverend tussen licht en donker
Dienende ‘ priesteressen en veelzijdig gevormde courtisanes waren in het antieke Nabije Oosten en Griekenland algemeen aanvaard. In onze christelijke cultuur bleef de prostitutie tot het einde van de 15de eeuw gedoogd, zolang er maar bepaalde voorschriften zoals het dragen van een speciaal herkenningsteken en het verbod van activiteiten op christelijke feestdagen werden nagevolgd of de openbare orde niet werd verstoord. Denkers zoals Augustinus en Thomas van Aquino zagen het gegeven als een ‘noodzakelijk kwaad’, ter voorkoming van ergere kwalen zoals verkrachting en overspel. Onze Middeleeuwse steden en havens trokken niet alleen kooplieden, reizigers en ambachtslui maar ook kermislui, vagebonden en hoeren aan. Zowel geestelijken, edelen, gehuwde mannen, militairen en scheepslui konden vrouwen opzoeken op verschillende locaties. Eerst waren er de waterputten (relatie puits-putain) en nadien de stoven en vrouwenhuizen. Er bestond ook raamprostitutie. Over de specifieke bordelen waakte een ‘roi des ribauds’. Ook de beul verdiende er vaak een extraatje! Vanaf de Spaanse tijd (tweede helft van de 16de eeuw) werd , ten gevolge van de Contrareformatie en syfillisplagen seksualiteit enkel nog toegelaten als middel tot voortplanting. Elk afwijkend seksueel gedrag werd gecriminaliseerd. Talloze ordonanties, speciale straftuigen en een ingedijkt actieterrein waren hiervan de gevolgen.
Sint-Hubertusgalerijen - © Civa
In de 19de eeuw nam de prostitutie toe. Brussel werd toen ook internationaal bekend! Niet alleen door het boekje van Mario Aris en de ‘affaire van de Engelse meisjesprostitutie’ maar ook door meerdere reglementen. Zowel dokters als politieambtenaren moesten bordelen controleren. De reglementen waren vooral uitgedacht als maatregel tegen syfilisbesmetting. Ze bleven ontoereikend en hebben geleid tot acties van Engelsen, liberalen, socialisten en feministen. Ook nu nemen verenigingen zoals Mouvement du Nid en Payoke het op voor de prostituees en is de acceptatie nog niet ten volle bereikt! Een wandeling tussen de Grote Markt, de galerijen en de Hoog- en Circusstraat.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Brussel, literair bekeken. ©
Wandeling 1:
Schrijvers en dichters van Passa Porta tot Yourcenar
LINKS: Kunstberg, Koninklijke Bibliotheek en Magdalenastraat, ooit een bekende hotelstraat waar buitenlanders logeerden © Culturama -*- RECHTS: Kunstberg © Culturama
~~~
Wandeling 2: Buitenlandse en franstalige schrijvers
LINKS: In de Marguerite Yourcenarpassage (bij Egmondpark) © Vermersch -*- RECHTS: De luxueuze galerijen gaven Marx veel inspiratie tot het schrijven van zijn meesterwerk © Bernard De Pretere
LINKS: Portret van Victor Hugo en zoon gemaakt door Auguste Le Chatillon © Bridgeman Art Library -*- RECHTS: Paul Verlaine en Arthur Rimbaud, tekening van Félix Régamay © Cultutama
LINKS: Gedenkplaat van 1991 - Locatie van de ruzie tussen Arthur Rimbaud en Paul Verlaine in 1873 © Culturama / Foto Walter De Decker -*- RECHTS: Citaat uit 'Œuvre Noire' M. Yourcenarpassage © Culturama / Foto Walter De Decker
LINKS:Emile Verhaeren, franstalige dichter beroemd in het buitenland © Culturama -*- RECHTS: Afbeelding boek van I. Hamoir © Culturama
~~~
Wandeling 3: In de voetsporen van Victor Hugo en/of Charles Baudelaire
De wandeling kan ook specifiek over 1 schrijver handelen t.t.z. over Victor Hugo alleen of over Charles Baudelaire alleen.
Victor Hugo kwam graag naar België. Hij kwam er als toerist, als schrijver en nadien als politieke banneling. Hij bezocht vele Belgische steden en ruïnes en verbleef méér dan 500 dagen in Brussel. Een eerste maal was hij als toerist in ons land in 1837. Later (1851-1852) heeft hij maandenlang op 2 verschillende plaatsen als vluchteling en onder de schuilnaam Lanvin verbleven in een appartement aan de Grote Markt (huis de Duif). Vele werken werden in Brussel uitgegeven o.a. ook zijn meesterwerk “Les Misérables”. De Brusselse theaters, cafés, restaurants en hotelletjes zorgden voor plezierige ogenblikken. Hugo ontmoette er andere landgenoten zoals Alexandre Dumas, Baudelaire en de fotograaf Ghémar maar ook tal van Belgische intellectuelen en rijken zoals markiezin Marie Peyrat, eigenares van het Kasteel van Gaasbeek. Hij had goede contacten met verschillende Brusselse burgemeesters.
 
LINKS: Karikatuur van Victor HUGO © Koninklijke Bibliotheek Albert I Brussel -*- RECHTS: Gedenkplaat Victor Hugo (huis de Duif)© Culturama
De eerste opvoering van ‘les Misérables’ heeft, dank zij de rol van zijn zoon Charles, in 1862 in de Brusselse St Hubertusgalerijen plaats gehad. De opvoering ging gepaard met een groot banket dat in 2012 opnieuw werd georganiseerd. Vriendin, secretaresse en maîtresse Juliette Drouet trad op als actrice in het Théâtre du Parc en verbleef in de Prinsengalerij. Dagelijks kwam de schrijver bij haar op bezoek. Victor Hugo werd in Brussel ook vaak geconfronteerd met verdriet. Zoals de dood van zijn eerste kleinzoontje en het overlijden van zijn zoon Charles en zijn schoondochter. Hij nam daarom zijn kleinkinderen bij zich in huis, ging met Jeanne vaak wandelen en schreef een werkje over het grootvaderschap. Onze schrijver bewonderde vele Belgische en Brusselse historische gebouwen en ijverde voor hun behoud. Hij heeft ze niet alleen in honderden brieven, gericht naar zijn familieleden en vrienden beschreven maar ook getekend. De wandeling probeert de veelzijdige persoonlijkheid van Victor Hugo en zijn band met België en Brussel duidelijk te maken.
Victor en François Hugo © Koninklijke Bibliotheek Albert I Brussel
Baudelaire, al berucht door zijn boek ‘Les Fleurs du mal’, vluchtte in 1864 voor schulden, volgde zijn uitgever Poulet-Malassis en hoopte, zoals dat het geval was bij Victor Hugo, in Brussel meer geld te verdienen. Brussel was toen een belangrijke drukkersstad waar 9.000 personen hun kost mee verdienden. Zijn hoop was ijdel want Brussel was geen ‘El Dorado’. Hij leed ook nog aan syfillis en kreeg steeds meer gezondheidsproblemen. Hij had ook constant gebrek aan geld, waardoor hij al zijn irritaties neerschreef in ‘Pauvre Belgique’. Zoals Victor Hugo stond hij in bewondering voor bepaalde gebouwen, de glasramen van de kathedraal, de Grote Markt maar schreef hij ook op een bijzondere wijze uitvoerig over de barok.
« Belles couleurs intenses, telles que celles dont une âme profonde revêt tous les objets de la vie ».
  LINKS: Notarissenhuis Brussel gebouwd op de plaats van het 'Hotel du Grand Miroir' waar Baudelaire verbleef tussen 1864 en 1866 *=* RECHTS: Jean-Baptiste van Moer - De Borgwalmolen en de brug over de Zenne bekeken van bij de huidige Beurs (vroeger Recolettenklooster en kerk) © Stadsarchief Brussel en de stad Brussel n.a.v. de expo in het Broodhuis, georganiseerd tussen september 2017 en 11 maart 2018
Hij beschreef de Zenne als een stinkende ‘cloaca', de Belgen als dom, preuts en vies en de lelijke vrouwen ‘als een remedie tegen de liefde’. Zoals Victor Hugo zocht hij de Koninklijke St Hubertusgalerijen op en ging hij vaak eten in restaurants in de Spoormakers- en Greepstraat waar hij vooral de omeletten en de champignons waardeerde. Lemonnier beschreef zijn ontmoeting met Baudelaire bij de Naamse Poort, terugkomend van een café. Baudelaire bezocht ook andere estaminets gelegen aan het Koningsplein en in de villa Hermosastraat.
© Stadsarchief Brussel en de Stad Brussel n.a.v. de expo in het Broodhuis, georganiseerd tussen september 2017 en 11 maart 2018
Getroffen door een aanval in 1866, in de Saint-Loup kerk in Namen, werd Baudelaire door zijn vrienden en schilders Félicien Rops en Arthur Stevens naar Brussel teruggebracht waar hij door Dr. Max en in het Sint–Jansziekenhuis werd verzorgd. Zijn moeder liet hem naar Frankrijk overbrengen waar hij in haar armen op 31 augustus 1867 overleed.
Baudelairewandeling met Machteld - Notarissenhuis © Foto Johan Holvoet
Gedenkplaat Charles Baudelaire - Notarissenhuis te Brussel © Foto Johan Holvoet
Vertrekplaats voor de gezamelijke wandeling of een 'aparte wandeling': leeuwentrap voor het stadhuis, Grote Markt.
Duur van de wandeling: ca. 2,5 tot 3 uur. Reden: we bezoeken de beneden- en de bovenstad. Tevens afhankelijk van het wandeltempo van de deelnemers en van de wens al of niet onderweg te pauzeren.
~~~
Wandeling 4: Nederlandstalige schrijvers
Herman Teirlinck © Geert van Istendael ©
Een nieuw boek over Geert van Bruaene © 
De Nassaukapel, rest van het vroegere Nassaupaleis en expositieruimte in de Koninklijke Bibliotheek © Koninklijke Bibliotheek Brussel
Beeld van Marnix van Sint-Aldegonde, de rechterhand van Willem van Oranje. In Brussel kreeg hij 2 beelden waaronder een in de Hoogstraat van de Marollen ©
~~~
Wandeling 5: Karel Van de Woestijne
VERNIEUWD
een wandeling die herwerkt werd in het vooruitzicht van 2014 en de herdenking van de 'groote oorlog'
Monument voor Karel van de Woestijne
~~~
Wandeling 6: Multatuli
Brussel tussen versregels :
Logo fair trade producten
Gedenkplaat Multatuli Arenbergstraat / Multatuliherdenking 2010 - Foto Frank De Crits, deelnemer aan de leesmarathon
Foto Frank De Crits
Standbeeld Multatuli te Amsterdam ©
~~~
Wandeling 7: Vrouwelijke schrijfsters
©
Afbeelding van de schrijfster Ouida. Tijdelijke expositie van Nello en Patrasche in Antwerpen © Provinciebestuur Antwerpen
Charles De Coster monument in Elsene. Neel Doff als beeldhouwersmodel en als Nele. ©
Portret van de familie Héger waarbij de zussen Bronté verbleven in de Isabellastraat. Werk van Ange François ©
M Yourcenarpassage ©
Portret Irène Hamoir ©
~~~
Algemene achtergrondinformatie voor de 7 literaire wandelingen
Monument voor Max Waller, oprichter van de schrijversvereniging "La jeune Belgique" © Walter de Decker
Als Belgische hoofdstad trok Brussel allerlei mensen aan. Niet alleen industrielen, ambachtslieden, ingénieurs en belangrijke edelen maar uiteraard ook politieke vrijdenkers, bannelingen en personen achtervolgd door schuldeisers (Victor Hogo, Karl Marx, Baudelaire, uitgever Poulet-Malassis, etc...).
LINKS: Stratententoonstelling in de Zeyp © Culturama =*= RECHTS: Foto van Victor Hugo © Fotograaf Bertall mits toestemming
Grote denkers en arme buitenlandse schrijvers kwamen er een onderkomen zoeken (Karl Marx, Victor Hugo, Baudelaire, Rimbaud, Verlaine, Multatuli, Leo Tolstoï, Lelewel, etc...).
Andere Schrijvers waren naar België gereisd om het slagveld van Waterloo te bezoeken (Lord Byron, Victor Hugo) of om musea te bezoeken en van "oude kunst" te genieten (Ouïda, M.Yourcenar, W.H. Auden, etc...).
LINKS: Marguerite Yourcenar © Culturama =*= MIDDEN: Yourcenar doorgang © Henk Kamp =*= RECHTS: Bankbiljet uit Frankrijk met afbeelding van Victor Hugo
Marguerite Yourcenar, dochter van de Franse edelman Michel de Crayencour en de Belgische Fer(di)nande de Cartier de Marchienne werd aan de Brusselse Louizalaan geboren op 8 juni 1903, bracht er haar jeugd door en keerde er later vaak terug om vrienden en familie of musea te bezoeken.
Anderen hadden er een goede baan (Charlotte Bronte als lerares Engels, Hendrik Conscience, Ernest Claes, Bert Decorte, Frank Décrits, etc…).
Tekening Luc De Decker - Ernest Claes
Sommigen waren als journalist actief, als buitenlands correspondent verbonden aan een belangrijke krant (Karel Van de Woestijne, Iréne Hamoir, Van Istendael) of genoten er van het uitgaansleven en het rentenieren (Alexandre Dumas).
Ook literaire of culturele kringen en uitgeverijen waren bezielend !
Literaire namiddag in het 'Goudblommeke in papier', gastspreker E.Kesteman, conservator van het Camille Lemoniermuseum Brussel.
Een verrassende of versterkende halte onderweg is inbegrepen !
LINKS: Goudblommeke in papier © Henk Kamp =*= RECHTS: Herman Teirlinck © Culturama
We verkennen de Brusselse binnenstad tussen kathedraal of Warande, Zavel, Grote Markt en Muntplein. We lopen langs gedenkplaten en monumenten.
Tuinen van Péchère, Kunstberg en Koninklijke Bibliotheek
We gaan ook door parken en straten, die verwijzen naar schrijvers.
Copyright Civa
We kruiden deze verkenning met pittige anekdotes of citaten uit brieven en boeken.
Zicht op het Koningsplein, ooit bekend voor de vele hotels waar schrijvers verbleven, het vroegere Ministerie van Koloniën en het standbeeld Godfried van Bouillon
Er wordt zowel in de boven- als de benedenstad gewandeld.
Duur: 2.30 à 3.00u afhankelijk van het weer en van het wandeltempo van de groep.
De activiteit kan eindigen in het Goudblommeke in Papier. Dit gekend cafeetje werd onlangs uitgebreid. Groepen zijn er welkom. Wij kunnen, mits onderling overleg ervoor zorgen dat uw groep er voor een bierendegustatie of voor een buffet blijft. Dit na onderlinge contacten per telefoon en/of per mail. In de deelnameprijs voor het buffet is geen drank inbegrepen.
De gids eet niet gratis.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Een muzikale wandeling te Brussel.Van Polyfonisten tot Jacques Brel
Onze hoofdstad heeft tal van vermaarde instellingen. Er is natuurlijk de Munt, waarvan de naam verwijst naar het vroegere munthof en waarvan de Italiaanse bankier Bombarda de eerste uitbater was.
Een nieuw orgel in de Cathedraal sinds 2000 © Visit Brussels, Promotiebrochure 2014
Historisch gezien heeft de Munt voor ons land een belangrijke betekenis. Hier begon immers de Belgische revolutie in de bewuste septemberdagen van 1830, als gevolg van de opvoering van Aubers aanstekelijke opera, de ‘Stomme van Portici.’ Aan de Munt zijn beroemde namen van zangers en componisten verbonden. Hier werkten La Malibran en Jenneval, de librettoschrijver van La Brabançonne maar ook Maurice Béjart, Jacques Brel en Gerard Mortier.
In de Belle Epoque en de dolle jaren was de Munt een programmatieplaats van spectaculaire wereldpremières. Onze ‘moderne’ operaliefhebbers apprecieerden er evenzeer stukken van Wagner, Strauss en Massenet als van Tsjaikovsky en Rimsky-Korsakoff. In de onmiddellijke buurt bevonden er zich natuurlijk verschillende artiestencafés en balzalen of theaterruimten en operettezalen. Brussel heeft ook sedert de Hollandse tijd een Muziekconservatorium. Het Muziekinstrumentenmuseum kreeg enkele jaren gelden een prachtig onderkomen in het gerestaureerde grootwarenhuis ‘Old England’ en in de tearoom verder uitgebreid met dakterras kan men er genieten van lekkere hapjes en een prachtig panorama!
Muziekkiosk Koninklijk Park - J.P.Cluysenaer ©
In de 19de eeuw hebben talloze Poolse en Russische musici en zelfs buitenlandse balletdansers in Brussel les gegeven. Het Paleis van Karel van Lorreinen kan men in verband brengen met het wonderkind Mozart… En ook kunstenaarskringen, zoals de ‘ XX’ en de ‘Libre Esthétique’ hebben het culturele leven verrijkt met vele voordrachten of uitzonderlijke muziekopvoeringen. Wist U dat de kleinzoon van de beroemde schrijver Poesjkin hier een tijdlang artistiek directeur is geweest ? En dat straatnamen, standbeelden, gedenkplaten aan gebouwen en zaalnamen van muziektempels deze markante muzikale persoonlijkheden niet doen vergeten worden?
Imre Vega - Beeld van de Hongaarse componist Bela Bartok aan de Spaanse trappen ©
Denken we maar aan het monument voor Jenneval, de beelden van Bartok en koningin Elisabeth, de plaat ter ere van Eugène Ysaye of de prachtig gerestaureerde Leboeufzaal van het P.S.K. (Bozar). Zelfs de kathedraal blijft niet achter. Er werd een speciaal orgel geïnstalleerd waarvan de ‘broertjes’ te zien zijn in Keulen en Barcelona. De erediensten op bepaalde zondagen worden opgeluisterd door gastkoren en buitenlandse organisten. Maar ook het eigen koor heeft al meerdere CD’s op de markt gebracht. Bij de restauratie van de kathedraal werden een hele reeks oude muziekpartituren ontdekt. En er zijn zelfs enkele straten waar er enkel muziekinstrumentenzaken of partiturenwinkels zijn.
LINKS: De familie Mozart ontvangen door landvoogd Karel van Lorreinen in zijn residentie aan het Museumplein © =*= RECHTS: Aquarel van Louis Carmontelle - Optreden in London ca 1770 ©
De jonge Mozart, een wonderkind - aquarel ©
Ooit was er in de bovenstad een prachtige paleis, de residentie van keizer Karel, met een grote hofkapel. En waren onze Nederlanden toen niet beroemd voor hun polyfonisten en beiaarden? Voor de Expo installeerde men zelfs een speciaal klokkenspel! Tientallen andere anekdotes zorgen ervoor dat er in deze ca. 3 uur durende wandeling ‘muziek en Schwung’ zit….We verkennen de oude binnenstad tussen het Munt- en Martelarenplein, Koornhuis, Keizerslaan en Regentschapsstraat.
11 juli viering op de Grote Markt in Brussel ©
U kunt de dag verder aanvullen met een bezoek aan de J. Brelstichting, het Mim, de Munt, het Muziekconservatorium of het Filmarchief of een concert in één der barokke kerken of het Astoriahotel.
Dansend paar. In Brussel zijn er bijna wekelijks vele muzikale evenementen ©
Een wandeling vanaf 18 jaar.
<terug naar boven>
~*~*~*~
In de naam van vrijheid en gerechtigheid.Een stadswandeling te Brussel met mensenrechten als invalshoek
In 1948 en 1961 werden de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens afgekondigd en zag Amnesty International het levenslicht.
Congreskolom met de vier belangrijke vrijheden van de Belgische grondwet van 1830
Ons landje kreeg in de 19de eeuw één der meest moderne wetgevingen.
Vrijheidsplein in de buurt van de Congreskolom
Toch moet men nog dagelijks opkomen tegen de doodstraf, mensonterende behandelingen, folteringen, willekeurige opsluiting, oneerlijke processen en beknotting van de vrije meningsuiting.
Marie Popelin, oprichtster Liga voor de Vrouwen en verdedigster van het vrouwenstemrecht
Schendingen van de rechten van de mens lijken ‘ver van ons bed’ te staan omdat het ‘ver van hier’ gebeurt.
Steen voor de rechten van de mens en bestrijding van armoede
In ons verleden hebben echter ook tal van wanpraktijken plaats gevonden.
Zicht op het Koningsplein, ooit bekend voor de vele hotels waar schrijvers verbleven, het vroegere Ministerie van Koloniën en het standbeeld Godfried van Bouillon
We verkennen de oude, Brusselse binnenstad en vertellen onderweg hoe hele buurten werden onteigend en hoe- als slachtoffers van stadsurbanisatie- vele gezinnen dakloos zijn geworden en naar andere buurten werden overgebracht.
Zicht op het justitiepaleis gebouwd op een heuvel waar vele straten en steegjes verdwenen en bewoners moesten uitwijken
Hoe Kerk en overheid reageerden op andersdenkenden of op personen die kritieken hadden op het niet respecteren van oude, verworven rechten. Hoe vrouwen vooral in de 16de en de 17de eeuw het slachtoffer werden van vrouwenhaat en meisjes lang verstoken bleven van een degelijk onderwijs.
Het Justitiepaleis van Poelaert is één der grootste gebouwen van Europa en bewust als een symbool van macht ontworpen op de top van een heuvel bij de Marollen. Bezoek is enkel mogelijk tijdens werkdagen en werkuren ©
Activiteit n.a.v. Erfgoeddag
We belichten ook het gevangeniswezen en de verschillende soorten straffen in het Ancien Régime, kinderarbeid, vroegere weldadigheidsinitiatieven en de langzaam aan verbeterde werk- en levensomstandigheden vanaf het einde van de 19de eeuw.
Tenslotte worden ook de moeilijke tijden tijdens de twee wereldoorlogen en na de bevrijding, het belang van een degelijk bestuur met een rigoureuze scheiding van machten en allerlei helden en heldinnen niet vergeten.
Deze wandeling gaat o.a. langs locaties van vroegere gevangenissen en terechtstellingen, belangrijke instellingen*, het Centraal Station, het Belvuemuseum* , standbeelden en gevelplaten (zoals het monument ter ere van G. Petit), de kathedraal *, de Congreskolom en de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk.
Onthoofde edelen Egmond en Hoorne, strijdend in de spaanse tijd voor verdraagzaamheid
Duur van de wandeling: ca. 3 uur
Locaties aangeduid met een * zijn door hun specifieke functie niet altijd opengesteld voor het publiek; in Brusselse musea dient ook een toegangsticket betaald te worden.
<terug naar boven>
~*~*~*~
''In de voetsporen van de Hertogen van Brabant te Brussel".
Barend Van Orley of F. Borreman en Pieter Coecke : Tekening die als ontwerp diende voor de ''Jachten van Maximiliaan'' , maand maart : omstreeks 1534
De Hertogen van Brabant stammen af van het huis van Leuven, Karel de Grote en de dynastie van de hofmeiers ten tijde van de merovingische koningen (Peppiniden).
Wandtapijt uit de reeks 'Jachten van Maximiliaan'
De graven van Leuven verwierven later de titel ‘hertog van Brabant’ en waren verbonden aan het Duitse keizerrijk. ‘Hertog’ was eerst een titel die te maken had met het hertogdom van Lotharingen. Later werd de tem ‘dux’ synoniem van de hoogstgeplaatste, meest aanzienlijke edele die als vazal ook allerlei verplichtingen had ten opzichte van zijn vorst of leenheer.
Detail van de Meester van Zierikzee - Johanna van Castillië, moeder van Keizer Karel in de tuin van het Hertooglijk Paleis met zicht op de oude stadsmuur © KMSK
Het grondgebied groeide stilaan tot het meest belangrijke gebied in de lage Landen, mogelijk geworden door oorlogsoverwinningen, veroveringen, aankopen en een uitgekiende huwelijkspolitiek.
Het hertogdom lag centraal en aan een belangrijke Middeleeuwse handelsweg. In Brussel en Tervuren ontstonden 2 burchten, omgeven door een jachtdomein.
Detail tapijten 'Jachten van Maximiliaan'
De burchten werden systematisch gedurende ca. 500 jaar verbouwd en uitgebreid.
Culturama biedt 2 thematische wandelingen aan van ca. 2,5 uur.Een bezoek aan de aanwezige musea is in deze stadswandeling inbegrepen.
Brussel met Coudenbergsite, Kunstberg,Jodenwijk en Warande.
Opdrachtminiatuur met Filips de Goede door Rogier Van der Weyden
copyright museum M, Leuven
Of de allereerste burcht zich op een Zenne-eiland zou bevonden hebben is nog steeds een heikel discussiepunt. In de 11de eeuw is er sprake van een belangrijk kapittel, de overdracht van de relieken van St-Goedele en een burcht in de bovenstad.
Deze was gelegen aan en deels op de eerste stadsomwalling. Zowel Hendrik I als Jan I hebben er verbleven.
De vergrotingen van bepaalde onderdelen en meer op comfort gerichte veranderingen vinden plaats onder Jan III en zijn dochter Johanna, Filips de Goede, Karel V en latere gouvernantes. Dit ‘Hof’ was nog mooier dan het kasteel van Fontainebleau.
Resten van het kasteel van de Hertogen van Brabant en het paleis van Keizer Karel V ©Coudenbergsite
Albrecht en Isabella lieten de Isabellastraat verlengen en er ook ingenieuze high-techwaterwerken en –voorzieningen installeren.
Detail museum met archeologische vondsten © Coudenbergsite
In 1731 werd het Paleis door een brand verwoest en na 1770 door het Koningsplein overdekt. Vanaf 2000, na ca. 7 jaar opgraven, kan men deze belangrijke archeologische site en het toenmalige ‘middelpunt van de wereld’ via Belvue opnieuw bezoeken.
© Civa
Culturama brengt bij deze thematische wandeling een bezoek aan de stad, zowel boven- als ondergronds. De Coudenbergsite vinden we immers een "must". De duur van de begeleiding is ca 3 uur. In ons voorstel van deze wandeling is een bezoek aan de Coudenbergsite inbegrepen. De toegangsprijs in groep bedraagt voor dit ondergronds museum ca 5 euro pp. Maar onderhandelen en een kortere wandeling (duur 2 uur) zonder bezoek aan de Coudenbergsite is mogelijk.
Zicht op het Koningsplein, ooit bekend voor de vele hotels waar schrijvers verbleven, het vroegere Ministerie van Koloniën en het standbeeld Godfried van Bouillon
Afspraak in de lokettenzaal van het Brusselse Centraal Station –tenzij anders overeengekomen.
<terug naar boven>
~*~*~*~
In de voetsporen van de Spanjaarden te Brussel.Brussel als hoofdstad van een wereldrijk, tussen Jodentrappen en de Rode Poort
De wandeling belicht de tijd van keizer Karel, Albrecht en Isabella, de renaissance en barok.
Resten van het paleis van Keizer Karel - © Coudenbergsite
We starten aan het Koningsplein of de hal van het Centraal Station. En wandelen langs de 1ste en de 2de omwalling en de latere Bourgondisch-Habsburgse residentie.
Apostelbeeld museum Coudenbergsite - © Coudenbergsite
We verwijzen naar de paleizen of de woningen van de vertrouwenslieden van het Hof, zoals Nassau, Culemborg, Ravenstein, Egmont, Tour en Tassis.
Embleem van Bourgondiërs en Ridderorde Gulden Vlies - © Coudenbergsite
We spreken over het Koninklijk Park, vroeger en nu, over feesten en tornooien en de Bourgondische Librije ( bewaard in het Domus Isabella).
Standbeeld van Egmont & Hoorn, Kleine Zavel
We gaan naar de Zavelkerk, die ook fungeerde als feest-, parochie- en bidplaats voor hovelingen.
Via het plantsoen van de Zavel- en de Wol-en Karmelietenstraat bereiken we de Marollen, met het huis van Vesalius, de Galgenberg, de Kapellekerk en de Hoogstraat met het zogezegde Bruegelhuis dat door de erfgenamen en door o.a. David Teniers III bewoond is geweest.
Cervantes, Madrid
Optie: bezoek residentie onder het koningsplein via het Belvuemuseum.
Detail gildehuis der bakkers, "De Koning van Spanje" Karel II
  ©
©
<terug naar boven>
~*~*~*~
In de voetsporen van de Oostenrijkers.Onze provincies waren ongeveer 1 eeuw lang in handen van de Oostenrijkse Habsburgers.
Portret van Keizerin Maria-Theresia ©
Brussel werd, op wens van keizerin Maria-Theresia, een waardige hoofdstad door de aanleg van 3 harmonische stadspleinen en grote urbanistische ingrepen in de bovenstad.
Detail Paleis van Karel van Lorreinen ©
Het oude Hof of het Coudenbergpaleis was afgebrand in 1731.
Standbeeld Karel van Lorreinen ©
Voor de nieuwe landvoogd of gouverneur Karel van Lorreinen werd een paleis in de buurt verbouwd waarvan een aantal vertrekken in de Koninlijke Bibliotheek werden verwerkt.
Interieur van de appartementen van Karel van Lorreinen ondergebracht in de Koninklijke Bibliotheek, thans museum van de verlichting en van de 18de eeuw © Koninklijke Bibliotheek Albert I van Brussel
Familiebedrijven werden stilaan vervangen door fabriekjes. De industrialisering werd een feit.
Huidige Protestanse kapel ondergebracht in de voorgevel van het Paleis van Karel van Lorreinen, schoonbroer van keizerin Maria Theresia en gouverneur van de Oostenrijkse Nederlanden ©
We verkennen vooral de bovenstad en wandelen tot het Martelarenplein.
Martelarenplein, vroegere Sint-Michielsplein, aangelegd onder de Oostenrijkse periode ©
Duur: ca. 3 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~
In de voetsporen van Nederlanders of Amsterdam aan de Zenne.België en Nederland hebben een korte tijd een gezamenlijke geschiedenis gehad tussen 1815 en 1830.
Koning Willem I, onze gezamelijke vorst tussen 1815 en 1830 na de nederlaag van Napoleon ©
Zo werd er beurtelings in Amsterdam en in Brussel vergaderd en waren er in Brussel paleizen voor de koninklijke familieleden opgericht.
De aanwezigheid van de hertogen van Brabant en het prestige van de hertogen van Bourgondië lokten al vanaf de 15de eeuw vele schrijvers naar de stad.
In deze korte fase werd ook een belangrijke financiële instelling opgericht zodat een belangrijke vervoersinfrastructuur en een verdere industrialisering van het land mogelijk werden. Veel eerder speelden al belangrijke adelijke families uit Nederland hier een belangrijke rol.
In de 16de eeuw werd het protestantisme ook in onze streken succesrijk. De edelen waren niet akkoord met de strenge politiek en de harde represaillemaatregelen van de katholieke en absolutistische vorst Filips II. Willem van Oranje-Nassau werd de leider van het verzet en werd o.a. gesteund door Marnix van Sint-Aldegonde.
Beeld van Marnix van Sint-Aldegonde, de rechterhand van Willem van Oranje. In Brussel kreeg hij 2 beelden waaronder een in de Hoogstraat van de Marollen ©
In Brussel zijn er nog resten van gebouwen van Nederlandse edelen te zien. Denken we maar aan de familie Oranje-Nassau. Voorouders van de huidige koningin woonden aan de Kunstberg in hartje Brussel.
De Nassaukapel, rest van het vroegere Nassaupaleis, onderdeel van de Koninklijke Bibliotheek Albert I aan de Kunstberg ©
En ook na de scheiding vanaf 1830 hebben Nederlandse schrijvers en denkers Brussel als woonplaats verkozen.
Details van het monument op het Martelarenplein ter ere van de gevallen helden die sneuvelden tijdens de septemberdagen van 1830 bij het verjagen van de Hollanders ©
Na 1830 kreeg België een uiterst liberale grondwet met o.a. de gewaarborgde persvrijheid.
Crypte op het Martelarenplein ©
Septemberdagen - Schilderij van G. Wappers ©
Een bezoek aan het Erasmushuis van Anderlecht is een bijkomende optie. Zie rubriek Museabezoeken "Het Erasmushuis en het Begijnhof".
Er waren ook vele drukkerijen actief. Daarom kwamen er tal van buitenlandse bannelingen en schrijvers.
LINKS: Erik de Kuyper - De hoed van tante Jeannot © Culturama */* RECHTS: Jeroen Brouwers © Culturama
Wij denken daarbij aan Potgieter en aan Edouard Douwes Dekker of Multatuli die na zijn verblijf op Java (Lebak) enkele jaren ambteloos verbleef in onder andere Nederland, België e Duitsland.
Het is in Brussel dat de berooide Douwes Dekker op enkele maanden tijd in 1859 zijn bekendste boek schreef, in de schaduw van de kathedraal. Het boek Max Havelaar of De koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij werd in 1860 uitgegeven en was toen - tot groot verdriet van de auteur - vooral geprezen om zijn literaire kwaliteiten en minder om de zaak Lebak en het lot van de inlanders.
Multatuli schrijvend op een zolderkamer aan de Bergstraat © Koninklijke Bibliotheek Albert I van Brussel
Multatuli stierf in 1887 op bijna 67-jarige leeftijd in Ingelheim am Rhein zonder nog een voet in Brussel gezet te hebben.
Maar ook later verbleven tientallen schrijvers en journalisten in Brussel. Recent verbleven ze ook als gasten van 'Passaporta' in Vollezele of in het hart van het Vlaamse Pajottenland.
Zoals du Perron en Jan Greshoff die hof hield in de 'Taverne du Passage' of Jeroen Brouwers die er werkte als redacteur bij Manteau.
Of Willem Frederik Hermans die Brussel in 1938 opzocht en er zijn roman De tranen der acacia's (1949) liet plaats hebben. Herman verliet na achttien jaar Parijs voor Brussel en schreef in 1991 het volgende: Nergens ontmoet je zoveel vriendelijke mensen die je de weg willen wijzen nog voor je te kennen hebt gegeven dat je bent verdwaald als in Brussel zelfs wanneer je helemaal niet bent verdwaald. En ze wijzen je dan ook nog de goede weg, wat in deze boze wereld zeldzaam is.
Maar ook Jeroen Brouwers (bekend geworden door het boek Groetjes uit Brussel), Oscar Van den Boogaard en Erik de Kuyper vertoefden in Brussel.
Plaat aan het Erasmushuis van Anderlecht die verwijst naar de sponsor van de restauratie van het Erasmushuis. Desiderius Erasmus verbleef er in 1521 © Henk Kamp
Duur: 3 uur.
Aanvulling (voor een hele dag): bezoek Erasmusmuseum Anderlecht.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Russen in Brussel.Over Tsarenfamilies, musici en communisten
Deze wandeling is tot stand gekomen n.a.v. Europalia Rusland, het tweejaarlijkse festival dat plaats had tussen oktober 2005 en einde januari 2006.
Voor 1830 waren er al tussen onze gewesten en Rusland allerlei contacten geweest. Een mooi voorbeeld hiervan is de reis die tsaar Peter de Grote maakte in april 1717 doorheen onze provincies na zijn overwinningen op de Zweden.
Als aandenken liet meer dan 100 jaar later een rijke industrieel, Anatoly Demidoff, zowel in het Brusselse Koninklijk Park als in Spa een buste van Peter de Grote plaatsen.
Borstbeeld Peter de Grote - Brussel © Culturama
Tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd het huidige Paleis der Academiën als residentieplaats van kroonprins Willem en zijn Russische echtgenote Anna Pavlovna zelfs met een orthodoxe kapel uitgebreid.
Het prachtige neoclassicistische gebouw was in opdracht van Willem I opgetrokken tussen 1823 en 1828 op de plek van het refugié huis van de Parkabdij op kosten van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Russisch Orthodoxe kerk in Ukkel ©
Wist u dat onze eerste koning, een Duitse prins uit Saksen-Coburg, eerst had gediend als generaal in het Russische leger?
Als luitenant-generaal van het Russische leger (zijn zus was met een kleinzoon van de tsaar gehuwd) had hij met de tsaar tegen Napoleon gevochten en de overwinningsintrede in Parijs mee mogen maken.
Russische Ambassade te Ukkel ©
Na 1830 werd onze Belgische hoofdstad een multiculturele ontmoetingsplaats. Allerlei vrijheden werden er gewaarborgd en vooral de uitgeverijen, de textiel- en lederbewerking en de pas gestichte ULB boden aan gevluchte intellectuelen werk.
België bleef dus een gastland bij uitstek voor tal van de Russische regimes.
Denkers zoals Marx en Proudhon en de gevluchte Poolse historicus Lelewel werden door Russische auteurs opgezocht.
Marx kwam, na als redacteur van het progressieve tijdschrift “Vorwärts’’ uit Parijs uitgewezen te zijn, onder druk van Pruisen naar Brussel wonen. Hij woonde tussen 1845 en maart 1848 op vijf verschillende plaatsen, soms was zijn buurman Friedrich Engels.
Het is een van de meest vruchtbare perioden uit zijn leven geweest. Marx richtte er het dagblad “Deutsche Brüsseler Zeitung” en verenigingen op In Brussel werden toen de koninklijke Sint-Hubertusgalerijen gebouwd. In een periode dat de huisnijverheid in elkaar zakte, er een grote aardappelplaag en graantekorten waren en de afstand tussen arm en rijk nog groter werd. Zaken die hem in de winter van 1847 en 1848 geïnspireerd hebben voor zijn meest visioniare tekst, het Communistisch Manifest, wat in feite het programma van de Bond der communisten geworden is. Marx gaf ook lezingen.
De liberale Pavel Annenkov en Bakounin kwamen naar zijn theorieën luisteren in café ‘De Zwaan’, op de Grote Markt. En op oudejaarsavond 1847 sprak Marx op een banket de volgende heilsdronk uit: “de weldaden van een vrijzinnige grondwet in een land waar vrije meningsuiting en recht van vereniging bestaan en waar een humanitaire uitstraling kan plaatsgrijpen tot welzijn van geheel Europa”.
De liberale literator Aleksander Herzen, auteur en politiek vluchteling, logeerde in de buurt van de galerijen en de markt. Hij verbleef bij de uitgeweken Poolse historicus Joachim Lelewel, één van de aanvoerders van de mislukte Poolse opstand (1830-1831) tegen de tsaar. Lelewel was hier professor en verbleef in de Spoormakersstraat waar een gedenkplaat nog steeds aanwezig is. Deze straat werd daarom in het verleden ook de ‘straat van de Russische schrijvers’ genoemd.
LINKS: Standbeeld Marx en Engels - Berlijn © Walter de Decker */* RECHTS: Portret van Bakoenin © Culturama
Gedenkplaat Lelewel © Henk Kamp
Ook de beroemde auteur van 'Oorlog en Vrede', Lev Tolstoj is er op bezoek gekomen. Tolstoj bezocht ook ons Parlement en had in Brussel contacten met de anarchist Proudhon.
Zowel het kuren als het badtoerisme en onze kunst lokten Russische toeristen. Maar ook de Munt , het Koninklijk Muziekconservatorium en het latere gebouwde PSK speelden een markante rol in het bekend maken van de moderne Russische muziek!
De Munt, ingehuldigd tijdens het Hollands bewind in 1819, werd na een brand herbouwd.
Koningin Elisabeth en koning Boudewijn bezochten Rusland.
Onze 'rode koningin' Elisabeth die in volle Koude Oorlog het communistische Polen (1955) en de Sovjet-Unie (1958) bezocht, richtte een internationale muziekwedstrijd op die later haar naam kreeg. Niet toevallig waren vele van de eerste finalisten van de Koningin Elisabethwedstrijd Russen, zoals David Oistrakh, Emil Gilels, Leonid Kogan, Vladimir Ashkenazi en Vadim Repin.
Manneken Pis kreeg een eerste kostuum uit Rusland in 1958.
In Brussel kwamen in 2012 eerst beroemde personen op staatsbezoek zoals Jeltsin (1993), Poetin (2001) en later op 12 juni de kosmonauten Zaljotin, Lontsjakov en Lazoetkin (2003), uitgenodigd door Frank De Winne. Manneke Pis heeft daarom meerdere Russische kostuumpjes in zijn garderobe!
Koningin Elizabeth op bezoek in Rusland
De oktoberrevolutie van 1917 zorgde voor een massale inwijking. Door toedoen van kardinaal Mercier vonden Russen hier werk.
standbeeld van de vooruitstappende kardinaal Désiré Félcien François Joseph Mercier, vergezeld van boeken. Het standbeeld van de kardinaal is de laatste en grote realisatie (1941) van beeldhouwer Egide Rombaux. © Walter de Decker
Mercier was eerst leraar aan het grootseminarie van Mechelen, nadien titularis van de leerstoel thomistische wijsbegeerte (1882) en stichter van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de K.U.Leuven.
Hij was aartsbisschop van Mechelen (1906) en een jaar later kardinaal.
Hij drong – helaas tevergeefs - bij paus Benedictus XV en de Duitse bisschoppen erop aan de verwoestingen van de Duitsers en het oorlogsgeweld (Aarschot, Leuven) bij de inval in België te veroordelen. Later geraakte hij bekend door herderlijke brief ‘vaderlandsliefde en standvastigheid’, van januari 1915, waarbij hij opriep tot vaderlandsliefde en verzet. Vervolgens voerde Mercier verder actie tegen het opeisen van kerkklokken en orgelpijpen, en tegen het doden van burgers. Tenslotte zette hij zich in voor vele gevluchte Wit-Russen, slachtoffers van de bolsjevieken, door het oprichten van een fonds ‘Belgische hulp aan de Russen’ op en door ervoor te zorgden dat ze onderwijs konden volgen en studiebeurzen konden krijgen. Zo werd er o.a. voor de Russen een studentenhuis in Leuven opgericht.
Een van de belangrijke Russen was o.a. Nicolaas Pouchkine, familie van de grote schrijver die in 1917 via Constantinopel en Joegoslavië een onderkomen bij ons vond en wiens kleinzoon in Ukkel woont. Of ingenieur Dimitri Peniakoff en Alexis Veretennicoff die in Zelzate terecht kwamen en de wijk ‘Klein Rusland’ lieten bouwen.
Na de eerste wereldoorlog werd Mercier zelfs als held onthaald bij een rondreis in de VS en kreeg hij de titel ‘Vader van de Russische studenten in België’ toebedeeld”.
Mercier werd daarnaast ook gewaardeerd voor de eenmaking met de Anglicaanse Kerk dank zij de Mechelse gesprekken (1921-1926). Men kan hem dus aanzien als een belangrijke voorloper van de ‘oecumene’. Wegens zijn verzet tegen de vernederlandsing van het Franstalige onderwijs in Vlaanderen is Mercier echter voor velen een Vlamingenhater.
Vele Russen hebben zich in ons land merkwaardig onderscheiden. Zo zijn er veel naar Congo getrokken. Joseph Conrad die als kind van Poolse ouders in Oekraïne geboren werd, vond - na zijn vlucht met zijn ouders naar Engeland - op 32 jaar werk op een Belgische stoomboot in Congo. Zijn belevenissen van 1890 werden in het boek ‘Hart of darknesss’ beschreven.
Ilya Prigogines ouders kwamen na hun vlucht naar Litouwen en Duitsland in België wonen vanaf 1929. Hun zoon Ilya geboren kort voor de revolutie op 25 januari 1917 studeerde eerst aan het atheneum van Elsene en vervolgens chemie aan de ULB. Na het behalen van een doctoraat werd Ilya prof aan de ULB (1945) en Belg (1949). Hij kreeg tal van prijzen vanaf 1951 en eerst lid en tenslotte voorzitter van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Kunsten en Letteren. Prigogine is 1 van de weinige Belgen die In 1978 met de Nobelprijs werd onderscheiden.
Logisch du dat er ook een Russische supermarkt is aan de Keizerslaan, de supermarkt van Ivan da Maria waar men boeken, Cd's, desserten, worsten, allerlei soorten van kaviaar, vis en wodka en ook pelmeni (Siberische ravioli) of matriochka's kan kopen.
LINKS: Beeldhouwer Frangoeljan - Standbeeld voor Poesjkin in de brusselse deelgemeente Laken >© Culturama */* RECHTS: Standbeeld voor Poesjkin © Herman Mennekens n.a.v. jaarlijks VLD-viering Laken
Dit alles en nog veel meer komt aan bod tijdens de ca drie uren durende wandeling in hartje Brussel: Russische kerken, afstammelingen van de auteur Poesjkin, de schat van de Kozakken, het Culturele Centrum van de Russen, ...
Vertrekplaats en eindpunt is de hal van het Centraal Station van Brussel.
Er was al een spoorwegverbinding tussen Sint-Peterburg en Brussel vanaf 1863!
Optie: Aanvulling voor een namiddagprogramma is mogelijk.
Russisch keizerlijk gala uniform tentoongesteld in de afdeling van de schat van de Kozakken © Legermuseum Brussel en OPT
Sedert de Tweede Wereldoorlog wordt in het legermuseum de schat van de Kozakken bewaard. Een bezoek aan deze onbekende afdeling is mogelijk gevolgd door een bezoek aan de Triomfboog en een kleine wandeling in het Jubelpark. Het Koninklijk Legermuseum is sinds 2016 niet meer gratis te bezoeken. De toegangsprijzen zijn 5, 4 en 2 euro. Het museum is toegankelijk tussen 9 en 17 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~ De Karl Marxwandeling.
De luxueuze galerijen gaven Marx veel inspiratie tot het schrijven van zijn meesterwerk © Bernard De Pretere
Karl Marx en Lenin te Brussel
Het verblijf van de filosoof Marx te Brussel is bepalend geweest voor zijn leven en zijn denken.
Marx kwam, na als redacteur van het progressieve tijdschrift "Vorwärts" uit Parijs uitgewezen te zijn, onder druk van Pruisen, naar Brussel wonen.
Hij woonde tussen 1845 en maart 1848 op vijf verschillende plaatsen en leidde een armoedig bestaan.
Sint-Hubertusgalerijen - © Civa
Hij ontmoette er tal van belangrijke persoonlijkheden en ontdekte er de gevolgen van de industrialisatie.
In Brussel werd Friedrich Engels zijn buurman en groeide een vriendschap voor het leven.
LINKS: Schilderij met Marx & Engels © Deutches Historisches Museum =*= RECHTS: Standbeeld Karl Marx en Friedrich Engels (staat nog steeds in Berlijn) © Walter de Decker
De grote armoede belette hem niet noest te werken en veel te lezen.
Marx zat niet stil: hij richtte er het dagblad "Deutsche Brüsseler Zeitung" op en de vereniging "Deutsche Arbeiterverein".
Tijdens zijn verblijf werden de koninklijke Sint-Hubertusgalerijen gebouwd. Het was een tragische tijd: de huisnijverheid was in elkaar gezakt, er waren aardappelplagen en graantekorten. De afstand tussen arm en rijk werd dus nog groter. Zaken die hem in de winter van 1847 en 1848 geïnspireerd hebben voor zijn meest visionaire tekst, het Communistisch Manifest, wat in feite het programma van de Bond der Communisten geworden is en het boek "Das Kapital".
Marx gaf ook lezingen en had de liberale Pavel Annenkov en Bakounin als toehoorders in het café 'De Zwaan' op de grote Markt.
En op oudejaarsavond 1847 sprak Marx op een banket de volgende heilsdronk uit: "de weldaden van een vrijzinnige grondwet in een land waar vrije meningsuiting en recht van vereniging bestaan en waar een humanitaire uitstraling kan plaatsgrijpen tot welzijn van geheel Europa".
De liberale Pavel Annenkov en Bakounin kwamen naar zijn theorieën luisteren in café 'De Zwaan' op de Grote Markt.
"De Zwaan", vergader- en voordrachtlokaal van Karel Marx in Brussel © Culturama
De liberale literator Aleksander Herzen, auteur en politiek vluchteling, logeerde in de buurt van de galerijen en de markt. Hij verbleef bij de uitgeweken Poolse historicus Joachim Lelewel, één van de aanvoerders van de mislukte Poolse opstand (1830-1831) tegen de tsaar, in de Spoormakersstraat. Ook Tolstoj kwam er over de vloer. Deze straat werd daarom in het verleden ool de 'straat van de Russische schrijvers' genoemd.
Marx wilde zelfs Belg worden… maar werd voortdurend in de gaten gehouden.
De Parijse revolutie van 1848 mocht in Brussel geen navolging krijgen; Marx moest dan ook ons land verlaten.
We wandelen gedurende ca. 2.30 uur in de Brusselse binnenstad in de voetsporen van Marx, grasduinen in zijn teksten en brieven en leren een andere persoon kennen.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Kunst in de Brusselse metro.PRAKTISCHE INFORMATIE.
tarief jumpkaart hele dag voor 24 uur: 7,50 €
tarief jumpkaart 2 dagen voor 48 uur: 14,00 €
tarief MOBIB kaart 5 ritten: 8,00 €
tarief MOBIB kaart 10 ritten: 14,00 €
REGELS.
De gebruiker dient zijn vervoerbewijs vóór iedere rit te ontwaarden. In de bovengrondse stations moet het vervoerbewijs bij iedere in- of overstap in een bus of tram ontwaard worden. In de ondergrondse metro- en premetrostations moet de gebruiker zijn vervoerbewijs ontwaarden aan de automatische poortjes. Duur van een rit: 1 uur. Elk verderschrijdend uur moet er opnieuw ontwaard worden. De gebruiker moet zijn vervoerbewijs voorleggen op ieder verzoek van het controlepersoneel van de MIVB dat optreedt in de uitoefening van zijn functie. Wanneer hij in het bezit is van een vervoerbewijs op naam, dan moet hij zijn identiteit bewijzen aan ieder lid van het controlepersoneel van de MIVB dat optreedt in de uitoefening van zijn functie en daarom verzoekt. De gids mag niet gratis reizen, de groep moet de gidsenverplaatsingen inrekenen in zijn deelnemersbijdrage.
Een kennismaking met het grootste openluchtmuseum van moderne en hedendaagse kunst in België.
Een introductie in de moderne kunst, van abstracte kunst tot 'Popart' en 'ruimtekunst'.
In de metro zie je meer dan je dacht.
Dit bezoek kan gebeuren met een uitgewerkte reeks vragen, met een uitgewerkte zoektocht.
Oude folder MIVB-STIB uit 1985 © MIVB-STIB
Via het openbaar vervoer, nl. de metro en de premetro, verkennen we de Brusselse ondergrond en bezoeken wij het grootste "openluchtmuseum" met méér dan 60 kunstwerken. Gepland voor 1900 werd het metronet een feit vanaf 1965.
Het Brusselse metronetwerk is dus nog een vrij jonge realisatie. De metro's van London, Berlijn, Moskou, Parijs en Boedapest zijn oudere infrastructuren en sommige zijn ook merkwaardig voor de architectuur.
Kunst in de metro integreren was echter wel een volledig nieuw idee en werd toen verdedigd door minister Bertrand, bevoegd voor verkeer, die een grote interesse had voor kunst. Zijn stelling was dat de metro als publieke ruimte ook aangenaam en levendig moest zijn. Kunstwerken konden m.a.w. zorgen voor een atmosfeer.
In tegenstelling tot musea kon hier de 'drempel' verlaagd worden en kwamen de metrogebruikers spontaan in aanraking met kunst. Er werd daarom een artistieke commissie opgericht en allerlei voorwaarden uitgedacht. Deze commissie bestaat nog steeds maar heeft wel een nieuwe naam gekregen, het ACVI of de Artistieke Commissie voor Vervoerinfrastructuur.
De creaties zijn zowel als herkenningspunt en als speelse schepping opgevat.
Nieuwe gang Centraal Station geopend in mei 2013 - Kunstenaar Daniel DELTOUR © Familie Glorie-de Nijs / MIVB-STIB
Binnenkant metrostel type Boa 94 m lang in gebruik sinds 2007 en metrostel in Erasmus © MIVB-STIB
Voor 1979 werden vooral beroemde en al iets oudere artiesten aangetrokken.
U staat er oog in oog met de werken van beroemde artiesten zoals o.a. Roger Raveel (Merode), Edmond Dubrunfaut (Louiza), Hergé (Kuifje) (Stokel), Jan Burssens (Zwarte Vijvers), Paul Delvaux (Beurs), Octave Landuyt (Naamse Poort bij de Gulden Vlieslaan) en Van Hoeydonck (Graaf van Vlaanderen).
De 4 stadia van de mensheid of 'het verschrikkelijke leven' van Octave Landuyt © Foto Anne-Marie, KVLV groep
Na 1980 kwam er aandacht voor andere disciplines en werden dus ook installaties met spiegels, fotopanelen, zelfs een heus tapijt en glasramen geïnstalleerd. Een trend die verder gezet werd in de jaren '90 met creaties van podiumkunstenaars en ceramiekartiesten.
Last but not least kregen ook vrouwelijke artiesten zoals Hilde van Sumere en Tapta of Françoise Schein en Monika Droste de kans om stations te decoreren.
Metrohalte Sint-Katelijne bij de Vismarkt. Ingreep van Thierry Renard © MIVB Brussel
Er zijn 3 mogelijkheden:
Mogelijkheid 1:
We verkennen 1 lijn, de oudste (de vroegere lijn 1) nu lijnen 1 en 5 die van de Heizel naar Stokkel of Herman-Debroux gaat.
Bovenzicht spiegelinstallatie van Luc Peire in metrostation Roodebeek © Jacqueline Timmerman
Muurschildering van P. Dagobert metrostation Vandervelde met windmolen, Woluwebeek en wolkenlucht © Jacqueline Timmerman
Roodborstje in de sneeuw in metrostation Vandervelde © Jacqueline Timmerman
Metrostation Tomberg © Jacqueline Timmerman
Het nieuwe Azaratalfabet van Droste en Rombouts in het metrostation Tomberg © Jacqueline Timmerman
Figuur en vormen, nieuwe woorden in het metrostation Tomberg © Jacqueline Timmerman
Mogelijkheid 2:
We verkennen 2 verschillende lijnen, nl. de oudste en stappen over op lijn 2 die het traject van de Brusselse 2de stadsomwalling of de huidige kleine ring volgt en aansluit aan Weststation.
Metrostation Louiza: wandtapijt, kast- en muurdecoraties van Edmond Dubrunfaut © Jacqueline Timmerman
Muurpaneel met ceramiektegels van Edmond Dubrunfaut in metrostation Louiza © Jacqueline Timmerman
Beschilderde kast van Edmond Dubrunfaut in het metrostation Louiza © Jacqueline Timmerman
Beelden van Pierre Caille in metrostation Kruidtuin © Jacqueline Timmerman
Mogelijkheid 3:
We bezoeken de nieuwste stations en de nieuwste kunstwerken en ook de premetro, lijn 3 die de Brouckère met Noord- en Zuidstation verbindt.
Decoraties van François Schuiten in metrostation Hallepoort © Jacqueline Timmerman
Decoratie van Paul Delvaux in premetro Beurs onder het Beursgebouw © Culturama
Duur: 3 uur.
Meerekenen: 3 metroverplaatsingen per persoon.
Een zoektocht met vragen voor scholieren en studenten is uitgewerkt.
Metrostation Merode, werk van Roger Raveel © Familie Glorie-de Nijs
Aan het werk in metrostation Alma, merkwaardig als totaalkunstwerk en een pareltje van architectuur © foto Frieda, KVLV groep
Metrostation Alma ontworpen door architect Lucien KROLL © Familie Glorie-de Nijs
Schildering met kat in metrostation Alma © Jacqueline Timmerman
Muur en bloemenschildering op glas in metrostation Alma © Jacqueline Timmerman
Individuele Jumpkaart of 10 rittenkaart © MIVB-STIB
<terug naar boven>
~*~*~*~
In de voetsporen van René Magritte.Ceci n'est pas une promenade
Een der meest beroemde Belgische schilders is de surrealist René Magritte.
Ingang Magrittemuseum Brussel ©
De retrospectieve in de Brusselse Kon. Musea van Schone Kunsten lokte méér dan 300.000 bezoekers.
1. Bezoek Magrittemuseum Jette.
In Jette: sinds 5 juni 99 is Brussel, of de deelgemeente Jette 1 museum rijker geworden.
Detail Esseghemstraat Jette - Ingang Magrittemuseum ©
In de Esseghemstraat 135 werd, dank zij het privé-initiatief van 2 Antwerpse kunstkenners, de gemeente, VGC en Koning Boudewijnstichting het voorlaatste huis én atelier heringericht en/of gereconstrueerd.
© vzw René Magritte Museum
Magritte, uit Lessen afkomstig, heeft buiten enkele buitenlandse en korte verblijven in Frankrijk ( Parijs :1928/1930-1931 en Carcasonne in W.O. II- ) het langst gewoond te Brussel. Met de gemeente Jette is er een speciale band geweest. Na zijn huwelijk in 1922 betrok hij er een appartement in de Ledeganckstraat, en na het Parijsverblijf zou hij nog eens 24 jaar in het interbellumkwartier van de Esseghemstraat vertoeven.
© vzw René Magritte Museum
In deze periode ontstonden ware ‘barvourestukken’, de ‘volle zon-en vache- periode en werden dromen en ‘absurde dingen’ werkelijkheid. Magritte werd de magiër die de wereld der verschijningen op zijn kop zette, de alchemist die het onmogelijke mogelijk maakte of de kunstenaar die de ‘realiteit’ en ‘het beeld’ in vraag stelde. Hij werd lid van de K.P., begon deel te nemen aan buitenlandse exposities of sculpturen te maken, ontwierp mode- en boekillustraties (Lewis Caroll, Paul Eluard…) of publiciteitsmateriaal (Studio Dongo, actief tot 1936) en startte met de fresco-ontwerpen voor het Knokke-Casino.
Echtpaar Scutenaire-Hamoir (1985) © Magrittemuseum Brussel en Jette
Hij ontving er vrienden en galeristen (zoals Scutenaire en Alexandre Iolas)… Op basis van intervieuws met Magrittes weduwe en vrienden, bronnenonderzoek en dank zij verschillende legaten en giften zijn nu 17 kamers (i.p.v. de vroegere 5 familieruimten op het gelijkvloers ) met meubels, documenten, foto’s en allerlei vertrouwde huisobjecten gevuld (de krant, de sigaretten, de schildersezel, de bolhoed… ).
Interieurzicht. Objecten ivm de Brusselse Surrealisten en René Magritte ©
En zo is het Magrittemuseum (het huis door Magritte bewond vanaf 1934) uitgegroeid tot een kostbare relikwie en een verdiend ‘eerbetoon’ aan een groot denker, een eenvoudige burgerman en aan zijn geniaal werk.
  Het museum is open van woensdag tot zondag (10- 18u-) maar laat omwille van stabiliteit maar 12 personen in groepsverband toe. Daarom stellen we voor grotere groepen een bezoek voor in ‘wisselbeurten’, met een wandeling doorheen de wijk (Art Déco-en interbellumhuizen), een koffiepauze in Gemeenschapscentrum Esseghem en een bezoek aan het Witte Huis van Jette, waar het echtpaar Mennekens-Jonckheere woonde.
Behangpapier ontworpen door V. Serfvranckx en R. Magritte in de interbellumtijd ©
Jef Mennekens was gemeentesecretaris van Sint-Jans-Molenbeek, dichter en een literair zeer geëngageerd man. Alhoewel hij uit Herentals afkomstig was, lag ‘Brabant’ en Brussel hem nauw aan het hart. Door de gemeentepolitiek kwam hij in 1926 in contact met de eclectische ‘interbellum’-architect Jozef Diongre (bekendgeraakt door de betonkerk St Jan de Doper en het NIR- of oude BRT-gebouw aan het Flageyplein) en belastte hij hem met de inrichting van een gezinswoning, mét interieurs, aan de Charles Woestelaan. Deze woning werd in 1985 als monument beschermd. Een bezoek aan de sobere ‘Art Déco’- eetkamer en slaapkamer bij de eigenares des huizes, Mevrouw Maistriaux-Mennekens, is ook in deze wandeling inbegrepen.
2. In de voetsporen van René Magritte.
In de Brusselse binnenstad: een wandeling (te voet) doorheen de oude binnenstad, langs minder gekende plekjes of plaatsen waar Magritte werkte, graag vertoefde, tentoonstelde of vrienden ontmoette.
Restaurant Roue d'Or © ©
Surrealistencongres Antwerpen 1947 ©
Langs de Koninklijke Academie van Schone Kunsten en het verfwinkeltje waar Magritte zijn latere vrouw Georgette leerde kennen (Zuidstraat) en langs het Beursgebouw met metrodecoratie van P. Delvaux (Magrittes tegenpool en groot bewonderaar).
Detail van de muurschildering in het metrostation Beurs van Paul Delvaux. Brusselse trams en het vroegere openbaar vervoer. ©
Langs het ‘filmcentrum’ van de vroegere stad (Magrittes hobby en werkplaats van vriend Mesens) en langs de schaaktempel ‘The Greenwich” waar Magritte ‘s namiddags vaak was.
Detail van de gevel van het Magrittemuseum bij de ingang aan het Koningsplein ©
Langs de Hoedenmakersstraat en het kruispunt Sint-Jansplein/Duquesnoystraat.
Salvador Dali - De bekoring van Sint-Antonius © KMSK
Langs de Koninklijke Musea, de Zavel en het Muziekconservatorium (broer Magritte was musicus, in het Egmontpaleis werden expo’s georganiseerd, …).
De broers Magritte © Paul Gettymuseum
Tussen 1 oktober 1925 en 18 maart 1926 werd Van Ostaijen door Geert van Bruaene ingeschakeld in de kunsthandel 'A la Vierge Poupine' in de Naamse straat. Hij keeg de opdracht de galerij te beheren en vele exposities in te richten. Via Van Bruaene waren er ook contacten met René Magritte en werd de artiest gevraagd om 'Het bordeel van Ika Loch', geschreven in Berlijn, te illustreren. Daarnaast gaf Paul Van Ostaijen in de galerij ook vele lezingen over moderne kunst en poëzie. Na het faillissement van de galerij leidde Van Bruaene een andere zaak gevestigd in het hotel Ravenstein bij de Jodentrappen.
 
LINKS:Gedenkplaat Paul Van Ostaijen geplaatst door de Vlaamse Club van Brussel in de Naamse straat © Johan Holvoet *=*=* RECHTS: Gids Machteld De Schrijver © Culturama
Mogelijk eind- of rustpunt: het Goudblommeke van Papier, een pittoreske estaminet, waar vriend Van Bruaene Magritte, de Cobraleden en Hugo Claus ontving.
De activiteit kan eindigen in het Goudblommeke in Papier. Dit gekend cafeetje werd onlangs uitgebreid. Groepen zijn er welkom. Wij kunnen, mits onderling overleg ervoor zorgen dat uw groep er voor een bierendegustatie of voor een buffet blijft. Dit na onderlinge contacten per telefoon en/of per mail. In de deelnameprijs voor het buffet is geen drank inbegrepen.
De gids eet niet gratis.
<terug naar boven>
~*~*~*~ 'Kleuren maakten de stad'Van wevers en schilders
Brussel was sedert de 14de eeuw niet alleen de hoofdstad van een belangrijk hertogdom maar ook hét toenmalige belangrijkste economische centrum van luxeproducten. Drie verschillende gilden stonden in voor de vervaardiging van de retabels of de kleurrijke poppekasten die menig altaar en bedehuis sierden.
Detail weefstoel van het beroemde Belgische restauratieatelier van wandtapijten, atelier De Wit, Mechelen
Verder was er het roodgekleurde scharlaken dat naar alle windstreken in Europa werd uitgevoerd en menig hoveling heeft gekleed.
Helaas hebben politieke conflicten in de 14de en 15de eeuw geleid tot het verval van de lakenproductie. De creatieve en inventieve Brusselse wevers gaven aan deze 'zwarte bladzijde' uit de geschiedenis een nieuwe wending door om te schakelen naar de productie van luxueuze wandtapijten.
Het was een schot in de roos! De tapijten met hun kleurrijke en symbolische voorstellingen werden als paleisdecoratie gegeerd door alle gekroonde hoofden van die tijd. Vooral de 'gulden tapijten' geweven met goud- of zilverdraad waren wereldberoemd! De reeksen of 'kamers' werden, na een productietijd van ettelijke maanden of jaren, zowel te Brussel als in Antwerpen in speciaal gebouwde panden te koop aangeboden. Men heeft er zich dus wel degelijk vaak 'blauw' betaald. Karel V zette orde op zaken en probeerde frauduleuze praktijken in te dijken. Menig kunsthandelaar kende ook 'zwart zaad' omdat de overeengekomen betalingstermijnen niet stipt werden nageleefd ! Maar schone liedjes blijven niet lang duren. Ook deze 'luxeindustrie' kende een vervalperiode door de opkomst van het goudleder, de bedrukte stoffen en het behangpapier. In diezelfde 18de eeuw kwam naar het voorbeeld van Meissen en Sèvres ook de porseleinproductie tot ontwikkeling...
Monument voor de Brusselse stadsschilder Rogier Van de Weyden in Doornik, de stad waar hij een eerste atelier had
We verkennen het centrum tussen Grote Markt, Sint-Jansplein (ooit wolmarkt), de Ververshoek, Karthuizersstraat en de oude haven (Sint-Katelijnewijk) en vertellen in geuren en kleuren over wevers- en schilderfamilies, de gebruikte verfstoffen en kunsthandelaars. Tijdens deze wandeling hebben we ook oog voor kleurrijke muurschilderingen en pittoresk straatmeubilair.
Duur: ca 3 uur
Vertrek: hoofdingang (trappen) van het Broodhuis - Eindpunt St Katelijneplein.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Brussel: rebels of hemels.Op zoek naar verborgen engelen
Zoals Roeselare koos de stad Brussel voor een aarstengel als schutspatroon, nl. Sint Michiel. Zijn naam betekent ‘wie is als God’. In de kunst werd hij als boodschapper, tussenpersoon van God, legeraanvoerder en zielenweger uitgebeeld. Zijn cultus verspreidde zich vanuit Byzantium in West-Europa. Pas in de 8ste of 9de eeuw verrees een kapel, later een groter bedehuis in de bovenstad. De kerk werd een collegiale; het oudste zegel van het kapittel uit de 12de eeuw vertoont een Sint-Michielsafbeelding.
Een der merkwaardigste gothische kerken. Een oase van licht, een trap naar de 'hemel' en een paradijs op aarde © Bernard DE PRETERE
Van de 13de eeuw tot in de 20ste eeuw werd Sint Michiel overschaduwd door de Sint-Goedele. De kerk werd verheven tot kathedraal en kreeg in 1979 wegens het belang van de 2 cultussen een dubbele benaming. Sint Michiel werd in de loop van de Brusselse geschiedenis uitgebeeld op zegels, penningen, medailles, geldstukken, metalen voorwerpen, wapenschilden en vlaggen. De oudste afbeelding op een vlag gaat terug tot de 16de eeuw. De aartsengel is ook te zien op standbeelden, fonteinen, straatmeubilair, winkelpuien, caféterrassen, voertuigen, Cyclocityfietsen en op allerlei gebouwen. We verkennen de oude binnenstad en wandelen ook langs kerken, scholen, theaters, hallen, handelszaken en privéwoningen. Zelfs een plein, een mutualiteit, een theater, een dartscafé, een riddergilde en een stripprijs kregen zijn naam. Een kort bezoek aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten kan deze verkenning vervolledigen.
Waterspuwer ©
Duur van de wandeling: tussen 2,5 tot 3 uur
<terug naar boven>
~*~*~*~
Brussel, hoofdstad van de Art Nouveau en de Jugendstil van Europa.Het ultieme verlangen naar schoonheid rond 1900.
Deze thematische verkenning kan zowel gebeuren in de oude vijfhoek als in deelgemeenten en buitenwijken. Er zijn meerdere mogelijkheden.
Overzicht:
2.7.1. Stadswandelingen in de vijfhoek i.v.m. Art Nouveau
2.7.1.1. Wandeling van de Zavelwijk tot het de Brouckèreplein
2.7.1.2. In de voetsporen van Victor Horta en stijlgenoten
2.7.2. Stadswandelingen en wijkverkenningen voor groepen, voor volwassenen buiten de vijfhoek in de deelgemeenten van Brussel
2.7.2.1. Art Nouveau in Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node
2.7.2.2. Art Nouveau in Sint-Gillis
2.7.2.3. Art Nouveau in Elsene
2.7.2.4. Art Nouveau in Etterbeek en Sint-Joost-ten-Node
2.7.3. Rondrit Brussel, hoofdstad van de Art Nouveau en de Jugendstil van Europa
2.7.4. Alle interieurbezoeken op aanvraag
2.7.5. Bezoek SOLVAYhuis aan de Louizalaan, één der mooiste Art-Nouveau gebouwen van West-Europa en Unesco werelderfgoed
========
2.7.1. Stadswandelingen in de vijfhoek i.v.m. Art Nouveau.
Twee verschillende wandelingen:
2.7.1.1. Wandeling van de Zavelwijk tot het de Brouckèreplein
Wandeling tussen de Hofberg (Mim) en het de Brouckèreplein, de Zand- en Koningsstraat (Stripmuseum, bloemenwinkel D. Ost) , de Zavelwijk en de St Hubertusgalerijen…
Ballustrade met zicht op de achterzijde van de Koninklijke Bibliotheek aan de Kunstberg, zijde Paleis Karel van Lorreinen
Het oude 'Old England', nu het MIM
Onze aandacht gaat uit naar het gebruik van metaal en glas, de economische opbloei van ons land tijdens Leopold II, de Beaux-Artsstijl en het eclecticisme waarop de Art Nouveau-pioniers reageerden, de zaak van de beroemdste juweel-en serviesontwerper Wolfers en enkele leidinggevende architecten (Horta, Chambon, Hankar… )
LINKS: Deur van winkel aan de Koningsstraat ontworpen door Paul Hankar. Nu bloemenzaak Daniel Ost © - RECHTS: Ontworpen door Paul Hankar detail van plafonddecoratie Koningsstraat in de bloemenwinkel van Daniel Ost ©
2.7.1.2. In de voetsporen van Victor Horta en stijlgenoten
Deze wandeling begint in de hall van het Centraal Station. Via de Kunstberg wordt er verder gewandeld naar de Zavelwijk en stilgestaan bij de woning Frison.
We keren terug langs de KMSK van Brussel. Dit complex aan de Regentschapsstraat is toe te schrijven aan Alphonse Balat. Horta was eerst zijn assistent. Balat bracht hem de liefde bij voor ijzer en glas en het eerlijk gebruik van materialen.
Nadien wordt er halt gehouden bij het MIM of het Muziekinstrumentenmuseum gebouwd door P. Saintenoy en Bozar. Hier wordt ook het gebouw binnenin verkend.
De stadsverkenning gaat verder naar de enige winkelinrichting die van architekt Paul Hankar bewaard bleef. Hankar was tot zijn dood dé specialist van sierlijke winkelpuien. De zaak Niguet is nu gebruikt als bloemenwinkel door Daniel Ost. Het pand werd schitterend gerenoveerd.
We dalen naar de benedenstad af en spreken over de beroemde juweliersfamilie Wolfers. Philippe Wolfers werd de Belgische Lalique. Zoon Marcel specialiseerde zich in laktechniek en was een belangrijk ontwerper in de Art Déco periode.
Links: Detail Centrum van het Belgische Beeldverhaal in de Zandstraat © Toerisme Vlaanderen *** Rechts: Winkel Daniel Ost, oude winkel "Niguet" van Paul Hankar © Walter De Decker
Via de vroegere toonzalen en ateliers bereiken we het museum van het Belgische Beeld- of Stripverhaal. Het is het enige grootwarenhuis van Horta dat bewaard bleef.
Zowel het leven als het indrukwekkende oeuvre van dé Art Nouveau pionier Horta als werken van stijl- en tijdgenoten en leermeesters en restauratiefilosofie worden belicht.
Vertrekpunt: Hall Centraal Station. Eindpunt: Centrum van het Belgische Beeldverhaal, Zandstraat.
Wegens het probleem van copyright op de creaties van Victor Horta zijn geen afbeeldingen van scheppingen van Horta of details gepubliceerd. De Belgische Art Nouveau is naturalistisch en inspireert zich in de plantenwereld. Detail van de lift van het Brusselse Muziekinstrumentenmuseum ©
2.7.2. Stadswandelingen en wijkverkenningen voor groepen, voor volwassenen buiten de vijfhoek in de deelgemeenten van Brussel.
2.7.2.1. Art Nouveau in Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node.
Huis Gustave Strauven aan de Bertandlaan
Een wandeling van ca 2u30-3u00 tussen het Collignonplein, het Schaarbeekse gemeentehuis (in Neo-Vlaamse Renaissancestijl) en de Hallen, de omgeving van het Josaphatpark, de Haachtsesteenweg (Autriquehuis), de Koningsstraat en het Madouplein…
Detail huis Gustave Strauven, Bertandlaan in de buurt van het Josaphatpark
Hogere verdieping van de "Ultieme Hallucinatie" - Architect Paul Hamesse © Walter De Decker
Interieur van de eerste verdieping van de "Ultieme Hallucinatie" - Architect Paul Hamesse © Walter De Decker
Terug te bezoeken na de recente overname.
Smalste en meest feërieke huis van Brussel - Saint Cyr
Van Waesberghe
Onze aandacht gaat uit naar sgraffitokunst, tegelpanelen met Art Nouveau motieven die al of niet verwijzen naar de spotnaam van de Schaerbeekenaren,
Tegelpaneel op een Schaarbeekse woning uit Art Nouveau periode met ezelskop en bloemversieringen. Schaarbekenaren worden ook "de ezels" genoemd © Jacqueline Timmerman
beeldhouwwerken, schilders, verrassende schoolgebouwen en burgerhuizen en de minder gekende tenoren van de Art Nouveau zoals Jacobs, Hemelsoet, Strauven…
LINKS: Drinkend paard met ruiter van Constantin Meunier (Ambiorixsquare) - RECHTS: Detail Art Nouveau woning van Arman van Waesberghe © Culturama
LINKS: Logo © i.van - RECHTS: Restaurant © i.van
Restaurant Amazone verwelkomt geregeld groepen wandelaars. Door het unieke, stijlvolle kader is het restaurant inderdaad de perfecte plek voor een gezellig etentje tijdens een interessante verkenning door onze hoofdstad. Op de kaart staan typisch Brusselse gerechten.
Restaurant Amazone is een goed sociaal restaurant. Door een bezoek aan ons restaurant te brengen steunen de bezoekers ook ons sociaal project.
Het restaurant volgt de principes van de Slow Food keuken en serveert zoveel mogelijk groenten uit de eigen tuin. Als lid van EVA biedt het ook vegetarische schotels aan. Donderdag is sowieso Veggiedag. En dat allemaal tegen betaalbare prijzen.
© i.van
Restaurant Amazone is gehuisvest in de stijlvol gerenoveerde panden van Amazone, het hart van de vrouwenbeweging in België, vlakbij Kruidtuin en Madou. Door gebruik te maken van dit restaurant ondersteunt u het professioneel herintegratieprogramma van de vzw die meer dan 9 personen coacht zodat ze nadien makkelijker aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Tegelijk ondersteunt u de missie van Amazone als Kruispunt Gendergelijkheid.
© i.van
Restaurant Amazone heeft veel ervaring met de ontvangst van groepen, zie onze gunstige beoordelingen op resto.be: https://nl.resto.be/restaurant/brussel/1210-sint-joost-ten-node/156681-restaurant-amazone/.
Reserveren is aanbevolen. Voor meer informatie en boekingen: www. amazone.be.
© i.van
Meer over Amazone?
Amazone is het Kruispunt Gendergelijkheid, gelegen in hartje Brussel. Het huisvest meer dan 25 vrouwenorganisaties. Krachten bundelen binnen de vrouwenbeweging is een sleutelwoord van Amazone. Samen sterk!
Met structurele subsidies van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, ondersteunt Amazone de vrouwenorganisaties en gendergelijkheid. De vzw runt de kantoren van de vrouwenorganisaties, stelt hen congres- en vergaderzalen ter beschikking, en een Slow Food restaurant. Het Documentatiecentrum Genderbeleid Amazone verzamelt en ontsluit al 20 jaar de beleidsliteratuur en is de Belgische partner van het European Institute for Gender Equality (EIGE).
In samenwerking met drie OCMW’s en Actiris zijn er al 9 medewerksters tewerkgesteld die hier worden gecoacht om makkelijk aan de slag te geraken op de arbeidsmarkt.
Amazone, Kruispunt gendergelijkheid
2.7.2.2. Art Nouveau in Sint-Gillis.
Een wandeling van ca. 2u30 à 3u00 doorheen de Louizawijk, een van de meest bekende wijken van Art Nouveau architectuur in Brussel.
We verkennen de meest beschreven wijk van Brussel maar er valt natuurlijk nog véél meer Art Nouveau architectuur in Brussel te ontdekken! We beperken ons dus bij deze verkenning in Sint-Gillis tot enkele hoogtepunten .
Een van de ‘musts’ is het Victor Hortamuseum. Het gebouw werd op een breed terrein gecreëerd en door Horta zowel als een woonhuis en als een atelier gepland. Inwendig zijn de 2 delen door trappen met elkaar verbonden. Aan de buitenkant zijn het schijnbaar 2 verschillende huizen maar is er ook een synthese. Horta ontwierp een complex, gedragen door een metalen skelet, waar lucht, licht en comfort primeerden. Het huis kreeg een open en gesloten verdiepingen en allerlei vernuftige perspectieven. De kern of het ‘hart’ van het gebouw was een centraal trappenhuis. Gebouwd tussen 1898 en 1901 sluiten huis en atelier perfect aan bij de stadsstructuur en het stramien van de buurt. In deze jaren was Horta nog een jonge architect van ca. 37 jaar en dus nog niet ‘rijk’, wat zijn keuze voor een wijk (St. Gilles), gelegen aan de rand van het centrum van Brussel en verwijderd van de sjieke Louizalaan verklaart. Het woonhuis is aan de buitenkant rijk versierd, terwijl het atelier een ‘kloosterlijke eenvoud’ heeft. De gemeente Sint-Gillis heeft als eerste in Brussel een Art Nouveauhuis gered. Als Hortamuseum ging het in 1969 open. Nu is het 1 van de 4 beschermde gebouwen van Horta en Unesco Werelderfgoed.
Het Hortamuseum ligt niet ver van de Brugmannlaan, de Defacqz-, P.E. Janson- en Livornostraat en de Louizalaan. Deze 2 kilometer lange verkeersader en wandelweg werd vanaf de jaren 1860 aangelegd om het Louizaplein in Brussel te verbinden met het Terkamerenbos. Gelukkig zijn er ondanks de sloopdrift vanaf de jaren ‘50 nog enkele art nouveau panden gespaard gebleven waaronder enkele creaties van Horta. Het Solvayhuis is het meesterwerk van Horta en ook UNESCO Werelderfgoed. Dit uitzonderlijk groot en luxueus ‘stadspaleis’ , waar verschillende hout- en marmersoorten als vloer- en lambrizeringsmaterialen werden gebruikt, werd gebouwd in opdracht van de zoon Armand Solvay in 1894. Horta zou ook nog later mogen werken voor de rijke industrielen. Het huis werd bijna afgebroken en ligt tot vandaag nog steeds als een sandwich geklemd tussen twee hoge flatgebouwen.
In de zijstraten van de Louizalaan zijn er gebouwen van andere architecten te ontdekken. Er waren meerdere generaties Art Nouveau architecten actief zoals Van Waesberghe en Roosenboom.
Huis van Roosenboom © Culturama
De Defacqzstraat is interessant omdat er 3 woningen van Paul Hankar bewaard zijn. Hankar en Horta waren tijdgenoten en hebben vanaf hetzelfde tijdstip, vanaf 1893, merkwaardige woningen ontworpen. Ook Hankars woning en atelier is er nog aanwezig.
Links: Detail eigen huis en atelier van Paul HANKAR, Defacqzstraat. Huis gebouwd in 1983, in het beginjaar van de art nouveau © Culturama -*- Rechts: Kaft boek Paul Hankar, uitgave van het Civa. Paul Hankar aan het werk in eigen atelier, Hankarhuis in de Defacqzstraat
Hankar heeft in tegenstelling tot Horta een minder rijk cliënteel gehad en een korte carrière. Hij overleed immers in 1901!
Ook Henry Van de Velde en Brunfaut bleven niet onactief!
Hotel Hannon aan de Brugmannlaan is weliswaar geen Horta-creatie maar van zo’n indrukwekkende schoonheid dat het zonde zou zijn hier geen bezoek aan te wijden. Édouard Hannon (1853-1931) vroeg zijn jeugdvriend en architect Jules Brunfaut (1852-1942) begin 20ste eeuw een huis voor hem te bouwen in de stijl van de architecten Horta, Van Rysselberghe en Van de Velde.
Edouard Hannon huis nu fotogalerij en eigendom van de gemeente Sint-Gillis © Website ebru / Monumenten irisnet
Detail Hanonhuis (contretype) Sint-Gillis © Gemeentebestuur Sint-Gillis
Mogelijke optie: een bezoek van een interieur, een bezoek aan het Hortahuis of Hortamuseum (op aanvraag). Dit bezoek moet op voorhand aangevraagd worden. Een bezoek aan het Hortamuseum is wegens allerlei regels enkel mogelijk met maximum 15 personen per gids. Enkel in de voormiddag vanaf 09u00 of onder de middag. Reden: het Hortamuseum is van dinsdag tot zondag enkel in de namiddag geopend voor individuele bezoekers.
Ciamberlanihuis © Website ebru / Monumenten irisnet
Detail gerestaureerde Sgraffito Ciamberlanihuis© Website ebru / Monumenten irisnet
Detail versieringen huis "Les Hiboux" van Pelseneer, Brugmanlaan
2.7.2.3. Art Nouveau in Elsene.
Een wandeling van ca.2u30 a 3u00 langsheen de vijvers in beneden-Elsene, de Ter Kamerenabdij, de omgeving van de Koningstuin en de Vleurgatsesteenweg.
Zicht op de vijvers © Paul Smolders
Langs de vijvers en in de vele zijstraten verrezen tal van art nouveau woningen. Men kan er zowel huizen van Victor Horta ontdekken maar ook gebouwen van andere minder bekende maar even interessante architecten uit dezelfde stijlperiode, zoals Paul Hamesse, Ernest Delune en Victor Boelens.
De architect Ernest Blérot (1870-1957) heeft er zelfs in de Vilain XIVstraat een hele straatwand ontworpen.
LINKS: Charles de Gaulelaan 38 & 39, Ernest Blérot © Paul Smolders -*- RECHTS: Huizen Blérot © Paul Smolders
Hier zijn minder bekende maar even interessante architecten actief geweest, zoals Blérot en Delune.
LINKS: Huis in Bellevuestraat © Paul Smolders -*- RECHTS: Huis Ernest Blérot in de Vilain XIV-straat © Paul Smolders
Signatuur van architect Ernest Blérot © Paul Smolders
Elsene is een bezoek meer dan waard. Het prille begin van deze Brusselse deelgemeente is zeer bijzonder. Oorspronkelijk lag deze locatie in het Zoniënwoud.
Koor abdijkerk Ter Kameren in Elsene ©
Vlakbij de Maalbeekbron en de -vijvers werd er snel een der oudste abdijen opgericht. Dit adellijk Cisterciërinnenklooster werd in verschillende perioden uitgebreid, maar kreeg na de Franse revolutie en in de 20ste eeuw totaal andere functies. Nog steeds zijn er het Nationaal Cartografisch Instituut en het Instituut van Ter Kameren gehuisvest. Het programma van deze laatstgenoemde onderwijsinstelling werd door niemand minder dan onze beroemde architect Henry van de Velde, op vraag van koning Albert en C. Huysmans in 1926 uitgewerkt. De prachtige tuinen aangelegd op verschillende niveaus, de paviljoentjes en bewaard gebleven abdijvleugels zijn nog steeds geliefde foto- en wandelplekjes.
Standbeeld 'Ompdrailles' bij de 'Jardin du Roi' van Charles Vanderstappen met een sokkel van Horta ©
In 1864 werd Elsene in twee gedeeld door de aanleg van de Louizalaan. Koning Leopold II liet er ook de Koninklijke Tuin aanleggen als een wandelterras naar de vijvers, die zich in het lager gedeelte van deze gemeente bevinden.
Standbeeld Koning Leopold II ©
Langs de vijvers en in de vele zijstraten verrezen tal van art nouveau woningen. Men kan er zowel huizen van Victor Horta ontdekken maar ook gebouwen van andere minder bekende maar even interessante architecten uit dezelfde stijlperiode, zoals Paul Hamesse, Ernest Delune en Victor Boelens. De architect Ernest Blérot (1870-1957) heeft er zelfs in de Vilain XIVstraat een hele straatwand ontworpen.
Hier zijn minder bekende maar even interessante architecten actief geweest, zoals Blérot en Delune.
Elsene kende ook in de 19de en 20ste eeuw een belangrijke economische en culturele ontwikkeling. Er kwamen zich vlakbij de Maalbeek tal van brouwerijen vestigen. Een bewaard gebleven straatnaam, de Brouwerijstraat, is daarvan nog een levend bewijs. Er volgde ook een grote inwijking van kunstenaars, schrijvers en van politieke vluchtelingen. Denken we maar aan Constantin Meunier, wiens woning en atelier nog steeds te bezoeken is in de Abijstraat (onderafdeling van de KMSK), of aan Charles Decoster.
Standbeeld van Charles Decoster
Het Museum van Schone Kunsten, ingericht in een oud slachthuis en een feestzaal, aan de J. van Volsemstraat, kreeg vanaf ca. 1900 belangrijke legaten en is door zijn rijke verzameling één der meest interessante musea van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Heilig Kruisplein te Elsene ©
Rond de vijvers werden er tal van standbeelden opgericht, zoals o.a. het monument ter ere van Charles Decoster en Tijl Uilenspiegel, of ter herinnering aan de pioniers in de kolonie Congo.
Koloniale Pioniersmonument
Na de eerste wereldoorlog verrees aan het Flageyplein de beste ‘akoestische geluidsfabriek’, het NIR, ontworpen door architect Joseph Diongre. Elsene groeide na 1965 ook uit tot 1 van de 2 bolwerken van Portugese aanwezigheid.
De vijvers van Elsene zijn ook omgeven door enkele mooie Art Decopanden.
De vijvers van Elsene bekend voor architectuur in Art Nouveau en Art Deco stijl ©
Opties:
Bezoek Meuniermuseum, abdijstraat op aanvraag. Dit bezoek moet op voorhand aangevraagd worden bij de KMKG. Een bezoek aan het Meuniermuseum is niet altijd mogelijk wegens de financiële lasten van bewakingspersoneel.
Bezoek gemeentelijk Museum voor Schone Kunsten, Jean van Volsemstraat op aanvraag
Een museum ondergebracht in een vroeger slachthuis en feestzaal, later uitgebreid en winnaar van Museumprijs van de Brusselse regio, uitgereikt door OKV in 2011. Het museum is al jaren bekend door vele spraakmakende , thematische tentoonstellingen. De permanente collectie werd onlangs herschikt.
Ingang museum van Elsene © Jacqueline Timmerman
LINKS: Museum van Elsene © Jacqueline Timmerman - RECHTS: Interieur van de Loge, tentoonstellingslocation in de Kluisstraat. Tijdelijke expo Parijs-Brussel © Civa Elsene
2.7.2.4. Art Nouveau in Etterbeek en Sint-Joost-ten-Node.
Een wandeling van ca.2u30 à 3u00 rond en door het Jubelpark en langsheen de beroemde ‘squares’ waar een pittoreske, romantische woonwijk groeide en architecten zoals Horta, Strauven, Van Waesberghe, Taelemans en Pompe zich niet onbetuigd lieten.
Interieurzicht Hortatempel. Detail van het reliëf der 'Menselijke Passies' door Jef Lambeaux. Behoed door de KMKG ©
Oorspronkelijk ingangsportaal moskee jubelpark (panoramagebouw)
Triomfboog Jubelpark, een geschenk van Koning Leopold II
Optie: op aanvraag. Bezoeken aan het Cauchiehuis, de Art Nouveau-afdeling van de KMKG en het Tempeltje van de menselijke driften of het Horta- of Lambeauxpaviljoen in het Jubelpark zijn mogelijk.
De verhuisde en gerenoveerde Wolferszaal is in de Bordiauvleugel van de KMKG te bezoeken sinds begin december 2017. I.s.m. de Regie der gebouwen, het studiebureau Barbara van der Wee Architects en de Dienst Monumenten en Landschappen werd het art-nouveau-interieur van de juwelierszaak Wolfers Frères identiek gereconstrueerd. Het winkelpand, strategisch gelegen in de Arenbergstraat (nu KBCgebouw), tussen de Sint-Hubertusgalerijen en het Centraal Station in wording, werd in 1912 door architect Victor Horta i.s.m. de Britse firma Sage ingericht met donkere Cubaanse mahoniehouten meubelen. Er waren 2 afdelingen voor detail- en groothandel. De ruimte was 250 vierkante meter groot. De vitrines werden na de verkoop van het gebouw aan de KMKG geschonken door de kleindochters Jeanine en Claire.
In de uitgebreide "Wolferswinkel" zijn er 6 verschillende onderdelen. De verfijnde vitrines werden gerestaureerd i.s.m. het Irpac. Onderzoek van documenten, waaronder een oud krantenknipsel van 1912 (opening van de winkel) en resten van het oorspronkelijke bekledingstextiel waren bepalend voor de aankleding: de muren van de afdeling werden mauve geschilderd en de kasten kregen binnenin een nieuwe, smaragdgroene fluwelen bekleding.
In deze uitgebreide afdeling zijn er o.a. juwelen, kristalvazen en beelden van vader Philippe en lakvoorwerpen en zilverwerk van zoon Marcel Wolfers tentoongesteld. Het museum kon, met hulp van de Koning Boudewijnstichting, voor de dood van de erfgename Claire-Nelly Baeyens-Wolfers 8 prachtige juwelen aankopen.
Verder zijn er vele topstukken, zoals chryselefantiele beeldhouwwerken van Belgische kunstenaars (Pieter Braecke, Isidoor de Ruddere, Philippe Wolfers, Strijmans…) en glazen, ceramieken, porseleinen, kristallen objecten en stoffen te zien. De indeling in 2 werd bij de reconstructie gevolgd met enerzijds art nouveau voorwerpen en anderzijds art deco voorwerpen uit Europa (van de Wiener Werkstätte uit Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk, Hongarije…) gevuld.
Detail gevel van het Cauchiehuis in de Frankenstraat ©
Alle interieurbezoeken moeten op voorhand aangevraagd worden. Het tempeltje van de menselijke driften wordt op onze aanvraag opengesteld. Een bewaker van de KMKG wandelt na betaling van de toegangs-tickets met ons mee en doet het paviljoen naast de hoofdmoskee open.
Uitleg bij het Cauchiehuis in de Frankenstraat © Culturama
LINKS: De opmerkelijke en in het oog springende gevel van het Cauchiehuis © Bob Malfroy - RECHTS: Detail van de eerste verdieping van het Cauchiehuis © Culturama
LINKS: Algemeen zicht van de uitgebreide Wolferswinkel in de KMKG © Marthe Vanhoutte =**= RECHTS: Juweelontwerpen van Philippe Wolfers © Marthe Vanhoutte
LINKS: Zijruimte met het beroemde 'Giocondaensemble tentoongesteld op het 'Exposition des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs © Marthe Vanhoutte =**= RECHTS: Een impressie van de vele glazen en ceramieken voorwerpen © Marthe Vanhoutte
2.7.3. Rondrit Brussel, hoofdstad van de Art Nouveau en de Jugendstil van Europa.
Een rondrit langsheen de belangrijkste wijken (Noord-Oostkwartier met de plantsoenen, de Louisawijk en de huizen in Sint-Gillis of Elsene, Schaarbeek en de binnenstad) waarbij de cruciale rol van Brussel en cde kringen zoals Van Nu en Straks en de "XX" belicht worden.
LINKS: Detail buitengevel/Detail eetkamer © François Cambier - RECHTS: Buitengevel © Culturama - François Cambier
Interieur Wolfersafdeling © Kon.Musea voor Schone Kunsten, Jubelpark Brussel
Beeld 'De Krekel' van beeldhouwer E. Namur in de Noordoostwijk bij het Gutenbergplantsoen ©
Hier werden grote pioniers ingeschakeld door rijke industrielen, intellectuelen en kunstenaars. Horta en Hankar lieten er hun woning en atelier bouwen.
"Stoclethuis, Tervurenlaan"
Brussel was de wieg van de nieuwe levensstijl in 1893.
Van Campenhoutstraat
Pioniers zoals Horta, Van de Velde, Hankar, Strauven, Cauchie en de W.W. staan extra in de kijker.
Strauven
Al of niet verbonden met een bezoek aan het Hortamuseum, Cauchiehuis, de Ultieme Hallucinatie, de Tempel van de Menselijke Driften of de Wolfers-afdeling in de K.M.K.G., na onderling overleg en reservering.
Triomfboog Jubelpark, een geschenk van Koning Leopold II
Gravure van vroegere Solvaybibliotheek ©
Onderstaande tekst geeft een opsomming van gebouwen die op aanvraag en volgens uw keuze bezocht kunnen worden tijdens een 1 dag excursie met bus.
2.7.4. Alle INTERIEURBEZOEKEN op aanvraag
- optie: Solvayhuis (Elsene)
- optie: Meuniermuseum (Elsene)
- optie: Gemeentelijk Museum Schone Kunsten Elsene
- optie: Hortamuseum (Sint-Gillis)
- optie: Hannonhuis (tijdelijk gesloten wegens renovatie)
- optie: Lambeauxtempel (Etterbeek)
- optie: Cauchiehuis (Etterbeek)
- Optie: Ultieme Hallucinatie
- optie: Centrum voor het Belgische Beeldverhaal of stripmuseum in het oude stadscentrum, Zandstraat
Centrum van het Belgische Beeldverhaal © Toerisme Vlaanderen
Raadpleeg ook de rubriek "Musea"
2.7.5. Bezoek Solvayhuis aan de Louizalaan, één der mooiste Art-Nouveau gebouwen van West-Europa en Unesco werelderfgoed
Een bezoek aan dit meesterwerk van Horta, gered door de familie Wittamer in 1954 en erkend als Unesco-werelderfgoed, is op aanvraag mogelijk.
Solvay-congres in Metropolehotel te Brussel met Marie Curie
Wij kunnen voor U als bedrijf of als groep reserveren en zorgen voor gidsen. Maximum 20 personen zijn per gids toegelaten en strikte regels moeten bij het bezoek nageleefd worden. De kosten zijn aanzienlijk en verschillend naargelang een bezoek wordt aangevraagd op een weekdag of op een zaterdag.
Duur : minimum 3 uur, maximum 6 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Het Brussel van de dolle jaren of de ‘Art Déco’Twee mogelijkheden: Rondrit of wandeling
Op bezoek bij Stoclet, Flagey en Van Buuren
Interieur van het oude NIR gebouw te Elsene beter bekend als Flagey - Architect Diongre © Culturama
Gevel aan de vijvers van Elsene © Culturama
Basiliek van Koekelberg © Civa - Ontwerp architect P.Langerock
MOGELIJKHEID 1
Een rondrit door meerdere wijken (Kanaal, Rogierplein, ULB-wijk) en langsheen markante gebouwen zoals het N.I.R. aan het Flageyplein, het Résidence Palace, het PSK nu ‘’Bozar’’, de Sint-Jans kerk van Molenbeek.
Een rondrit van ongeveer 2,5 uur door meerdere wijken.
Citroëngarage, Leopold II laan © Eigendom Civa
Deze rondritten kunnen uitgebreid en gekoppeld worden aan één of meerdere interieurbezoeken o.a. aan het Buurenmuseum te Ukkel, aan de Empainvilla, nu in handen van de Boghossianstichting, aan de Franklin Rooseveltlaan bij de ULB campus, of aan de Basiliek van Koekelberg. Deze bezoeken moeten op voorhand aangevraagd worden.
Duur ongeveer 3,5 uur.
Gebouw in Dansaertstraat, architect Eugène Dhuicque - Gebouw voor Koninck Frères, opslagplaats van exotisch fruit - Ceramiekversieringen ontworpen door A. Paulis en gerealiseerd door de Franse keramist D'Homme © Culturama
MOGELIJKHEID 2
Ook stadswandelingen zijn mogelijk.
Hoofdingang van Buurenmuseum te Ukkel © Culturama
Interieur Buurenmuseum - © Fotograaf Michel de Bray
We verkennen een bepaalde wijk in Ukkel of in het stadscentrum of de wijk gelegen tussen de vijvers van Elsene en de ULB campus aan de Franklin Rooseveltlaan en de Empainvilla.
Geschatte duur: ca 2,5 uur.
Detail gebouw Dansaertstraat van architect Eugène Dhuicque © Culturama
Deze wandeling kan ook gekoppeld worden aan één of meerdere interieurbezoeken o.a. in het Buurenmuseum te Ukkel. Uitvoerige informatie in de rubriek musea te Ukkel (1.2.7. Het Van Buurenmuseum).
Ook een passende halte in een cafeetje van deze periode komt aan bod.
Huis familie Cohen, F. Rooseveltlaan, Henry Van de Velde
We maken een wandeling op maat na onderling overleg en na reservering.
Reliëf Oscar Jespers © ASLK Wolvengracht
Wandeling van 3 uur. Bustocht: min. 3 uur - max. 6 uur)
<terug naar boven>
~*~*~*~
Verkeersvrije lanen BrusselKennismaking met de verkeersvrije recente centrale lanen of de nieuwe ‘wandelhof’ (citaat geert van Istendael).
Oorspronkelijk werd Brussel doorkruist door de Zenne. Het was een meanderende, smalle, grillige en niet diepe rivier met verschillende zijarmen waarbij 2 eilandjes werden omspoeld: het "Klein Eiland" (of huidige Fontainasplein) en het "Groot Eiland" (of huidige Sint-Goriksplein).
Als vervoersas werd de Zenne ongeschikt en bijgevolg in de 16de eeuw overvleugeld door het kanaal Brussel-Willebroek. Door de industrialisatie geraakten bij droog weer rioolslib en industrieel of huishoudelijk afval steeds meer opgehoopt. De Zenne werd in de 19de eeuw een gevaarlijke ‘openluchtriool’ die walgelijke geuren verspreidde en zette ook bij hevige regenval benedenverdiepingen van woningen en hele wijken onder water. Er braken verschillende tyfus en cholera epidemieën uit met vele dodelijke slachtoffers.
Interview van FM journaliste aan Brouckèreplein © Foto Jacqueline Timmerman
Zowel het stads- als het provinciebestuur gingen daarom nadenken over de situatie. De stad organiseerde in 1865 een wedstrijd voor de overwelving van de Zenne waarbij een veertigtal plannen werden ingediend. Er werd ook handig gebruik gemaakt van een recent gestemde wet waarbij onteigeningen omwille van het ‘algemeen belang’ mogelijk werden.
Het ontwerp van architect Léon Suys, waarbij de Zenne werd rechtgetrokken, werd ook gebruikt als middel om de stad stedenbouwkundig te reorganiseren en te verfraaien en de rijke burgerij naar de benedenstad te lokken. Als groot voorbeeld gold toen de urbanisatie van Baron Hausmann in Parijs. De Zenne werd binnen de vijfhoek in een vrij rechte loop gedwongen en overwelfd en bovengronds met enkele brede lanen bedekt. Daaarbij werden 1100 huizen in verouderde, dichtbevolkte en ongezonde volkswijken gesloopt en vervangen door fraaie en prestigieuze openbare gebouwen, burgerhuizen , winkel- en wooncomplexen en cafés. De gigantische werken gaven werk aan duizenden arbeiders en duurden meer dan 20 jaar. De centrale lanen werden een centrum voor handel en vrijetijd door o.a. inplantingen van de Beurs (1868-1873) op de vroegere Botermarkt en het oude Minderbroeders klooster, het Zuidpaleis (1875-1880), de Centrale Hallen (1872-1874), het Alhambratheater en het Grand en Metropole hotel.
Glazen dak van de archeologische site aan de Beurs © Foto JP Van Cauwelaert
Aanvankelijk waren de werken uitbesteed aan een Brits bedrijf, de Belgian Public Works Company. Na hun faling nam de stad de werken vanaf 1872 over. Er werden ook twee architectuurwedstrijden met 20 geldprijzen georganiseerd om bouwheren aan te zetten kwaliteitsvolle gebouwen met aantrekkelijke gevels op te trekken. Hendrik Beyaert kreeg de hoofdprijs voor het pand "Hier is 't in den kater en de kat". Dit gebouw is nog steeds te bewonderen vlakbij het Métropolehotel.
Machteld De Schrijver met FM journaliste aan Brouckèreplein © Foto Jacqueline Timmerman
Tegenover het Atlanta Hotel © Foto JP Van Cauwelaert
De centrale lanen werden bij de aanleg van de pre-metrolijn in de jaren 1970 heringericht. Toen kwam het autoverkeer centraal te staan. Onlangs werd een nieuwe circulatieplan voor het verkeer ingevoerd omdat de oude aanleg van de lanen niet langer meer beantwoorden aan de noden van bewoners en gebruikers van het stadscentrum. De centrale lanen en hun omgeving zijn nu grotendeels voetgangersgebied geworden. Volgens Arau en Bral zullen de centrale lanen toeristisch en commercieel een meerwaarde krijgen en een kwalitatieve woon- en ontmoetingsplek worden. Door de inrichting van de Beurs als biertempel en het beter toegankelijk maken van de archeologische site onder de Beurs zal de bevolking van de Grote markt ongehinderd kunnen verder flaneren tot in de Dansaerstraat. Groen en water zullen hier ook aanwezig zijn waardoor journalist Geert van Istendael in een recent artikel in De Standaard de zone omschreef als een ‘nieuw wandelhof’.
FM Brussel heeft deze wandeling gevolgd en het interview werd ook recent uitgezonden.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Van scriptorium tot fabriekenzone en hedendaagse werk- en woonwijkBij deze wandeling wordt eerst wordt een grondig bezoek gebracht aan de verschillende expo- en vergaderruimten van het Gemeenschapscentrum "De Markten".
Dit Brusselse Gemeenschapscentrum voor de Vlamingen was tot 1965 een belangrijk verkooppunt en opslagplaats van de wereldberoemde Cristalleries Val Saint Lambert. De naam van de vroegere eigenaar is nog steeds te lezen in de voorgevel. In het gebouw aan de Oude Graanmarktbestaat nog steeds de tentoonstellingszaal met spiegels, één van de meest gegeerde vergader- en congresruimten.
Gemeenschapscentrum De Markten © Foto Antoine Tas
Tentoonstelligszaalmet spiegels © Culturama
Op dezelfde plaats bevond er zich eerder een belangrijk vrouwenklooster. Het klooster van Onze Lieve Vrouw van de roos, geplant in Jericho, of het klooster van de Witte Juffrouwen, is lang vermaard geweest voor o.a. het scriptorium! Vele verluchte boeken zijn thans topstukken van binnen- en buitenlandse archieven en bibliotheken. De zusters lieten – na o.a. het klooster van Maaseik - de derde grootste verzameling van miniaturen na in onze Nederlanden! Vele religieuzen hebben ook hun naam vermeld op de miniaturen, en zelfs de redenen van hun creatieve arbeid vermeld!
OMD brocure © Culturama
Na de aankoop door het Ministerie van Cultuur in 1978 werden de Markten vanaf de jaren ’80 enkele malen verbouwd en uitgebreid, o.a. door ir. Kerkhofs en Zjef van Uytsel die velen beter kennen als kleinkunstenaar.
We verkennen na het bezoek aan de Markten de omgeving (Sint-Katelijneplein, Oude Graanmarkt en Dansaertwijk) en staan onderweg stil bij opvallende gebouwen waarvan de nog aanwezige versieringen verwijzen naar de vroegere bestemmingen.
Versieringen op gebouwen de Koninck Frères © Foto Antoine Tas
Versieringen © Foto Antoine Tas
We lopen langs de Nieuwe Graanmarkt en de Papenvest en langsheen het bekende restaurant La Manufacture, waar vroeger de handtassen Delvaux werden gemaakt, naar het charmante Bloemenhofplein met de oude herberg ’t Spinnekopke.
Windwijzer op de Nieuwe Graanmarkt © Culturama
't Spinnekopke op het Bloemenhofplein © Culturama
We wandelen verder langsheen het laatste stuk van de Papenvest en de Fabrieken-, ’t Kint- en Zennestraat. We ontdekken er stripmuren, origineel versierde huizen, gerenoveerde industriële gebouwen, een unieke en beschermde loodtoren en eindigen in de Anneessensstraat bij de Walter Vanhaerents kunstcollectie.
Versierde gevel aan de Papenvest © Culturama
Het was architect Paul Robbrecht die 2 fabrieksgebouwen uit de 20ste eeuw passend heeft heringericht en aangepast. Oud en nieuw zijn hier wondermooi samengebracht en het passende en waardige dekor voor de kunstcollectie geworden. Walter van Haerents begon Pop-Art te verzamelen en werd nadien een liefhebber van hedendaagse kunst. Op de website kan men trouwens het volgende citaat lezen: “ een gebouw dat ik als tentoonstellingsplek heb uitgekozen, omdat kunst ook in een gelijkaardige ruimte (een atelier) gecreëerd wordt”.
Gebouw kunstcollectie Walter van Haerents © Foto Antoine Tas
Kunstwerk in het gebouw Walter van Haerents © Foto Antoine Tas
Dit gebouw aan de Anneessensstraat 29 te 1000 Brussel. is ook het eindpunt van de wandeling,
<terug naar boven>
~*~*~*~ De ZavelwijkEen streling voor de 6 zintuigen.
De Zavel en de Marollen zijn doorheen de geschiedenis onlosmakelijk met elkaar verbonden geweest. Toch zijn het ook wijken met een eigenheid en met opvallende verschillen. De Zavel is nog steeds een rijke wijk. Vroeger hebben er ambachtslieden hun brood verdiend en was er ook een belangrijke textielindustrie. De Marollen daarentegen was een echte arbeiderswijk van wevers en lakenarbeiders.
Oorspronkelijk was de Zavel een gebied van graslanden, zandontginning en was er ook een grote waterpoel. Vervolgens woonde er een kluizenaar en werd in de dertiende eeuw de locatie gebruikt als dodenakker door het Sint-Janshospitaal of –gasthuis.
De bouw van een Onze-Lieve-Vrouwekapel in 1304 voor de kruisboogschuttersgilde en de verering van een geroofd en miraculeus Mariabeeldje dat door Beatrijs Soetkens op aansporen van Maria naar Brussel was gevoerd, zorgde voor de komst van pelgrims en voor een uitbreiding van de kerk en de wijk. De diefstal lag ook aan de basis van een jaarlijkse processie die in de 20ste eeuw opnieuw werd georganiseerd en de naam ‘Ommegang’ kreeg.
Later werd er van de kerk een verbinding gemaakt met het nabijgelegen Hof of het Coudenbergpaleis. De kerk werd de plek van verschillende belangrijke plechtigheden. Enkele der meest vooraanstaande edellieden kwamen zich vanaf de zestiende eeuw ook vestigen: de Egmonds, Culemborgs, Brederodes, Mansfelds. en de families de Bournonville, Thurn und Tassis, de Solre en Arenberg.
Het Egmondpaleis © Culturama
De Zavelwijk werd daardoor één der meest aristocratische en meest welvarende wijken van de stad en de locatie van de paardenmarkt. Schuttersfeesten, vieringen, optochten en processies volgden elkaar op.
Bij de Zavelkerk woonde in de 17de eeuw ook een kluizenares, Margaretha Grammaye. Aan de kerk werden een luxueuze marmeren grafkapel en een Sint-Marcoenkapel toegevoegd en dank zij de vrijgevigheid van dezelfde familie Thurn und Tassis worden er nog steeds orgelconcerten of concerten van oude muziek geprogrammeerd.
Zavelkerk met doksaal, orgel, glasramen en plafondversieringen i.v.m. roof Mariabeeld © Henk Kamp
In de 19de eeuw werden- eerst n.a.v. de gevolgen van de Franse Revolutie en nadien door de aanleg van de Regentschapsstraat en het kleine Zavelparkje verschillende huizen afgebroken en werd het uiterlijk van de Zavel erg veranderd. De kerk kreeg ook een grondige restauratie.
Het parkje van de Kleine Zavel werd ingehuldigd in 1890 in aanwezigheid van burgemeester Karel Buls. Het werd ontworpen door bouwmeester Hendrik Beyaert (1823-1894). Alle zuilen en smeedijzeren hekkens zijn verschillend. Aan Belgische beeldhouwers werd gevraagd om 48 beeldjes te maken die de oude Brusselse ambachten uit het Ancien Regime moesten uitbeelden. De hele omheining wordt nu gerestaureerd en zal opnieuw vrij kunnen bewonderd worden vanaf begin 2017.
Centraal in het parkje staan, als symbool van de zestiende eeuw en van de strijd tegen het strenge Spaanse en Katholieke Regime 10 levensgrote beelden van belangrijke intellectuelen, wetenschappers, artiesten en politieke figuren als een erehaag opgesteld rond het verplaatste monument ter eer van de vermoorde graven Egmond en Horne.
LINKS: Zavelparkje © Henk Kamp =*= RECHTS: Detail standbeeld van Hegmond en Horne © Walter de Decker
Op bevel van Filips II werden de 2 graven als afschrikwekkend voorbeeld door Alva terechtgesteld op de Brusselse Grote Markt op 5 juni 1568.
De Zavel is een dure wijk waar je kunt 'flaneren' langs hotels, boetiekjes, juweliers, restaurants, antiek-en designwinkels, kleine bars en leuke terrasjes. Elke zondag wordt er sinds de jaren ’60 een antiekmarkt georganiseerd. Er is ook een grote winkel van Alex Flament. Op het Zavelplein staat een monumentale antropomorfe fontein uit de 18de eeuw dus ietsje jonger dan het Manneke Pis. Trekpleister zijn ook de winkels van bekende chocolatiers zoals deze van Pierre Marcolini en Wittamer.
Marcolinigevel © Little Brussels Sunsshines
Rond het Zavelplein zijn er enkele charmante steegjes met galerijen, die zich tot de Koninklike Musea voor Schone Kunsten en het Rijksarchief uitstrekken. De Wolstraat heeft nog resten van oude aritocratische stadspaleizen en een opvallende gevelwand van huizen ontworpen door Guillaume Low. Deze straat verbindt het parkje van de Kleine Zavel met de Marguerite Yourcenarpassage, het Egmondpark en het Justitiepaleis.
Marguerite Yourcenar bij de gelijknamige passage in 1980 © Sam Bellet
De Miniemenstraat, is met galerijen, brocantezaken, winkels van etnische kunst en Afrikaanse beeldhouwwerken, veilinghuizen, diverse beschilderde gevels en trappenreeksen een handige overgangsbrug, tussen de sjieke Zavelwijk en de meer volkse Marollen.
Een andere straat, de Lebeaustraat, vormt de overbrugging naar de benedenstad, naar de Lombardstraat. Er is o.a. een huis van Horta te bewonderen en tal van antiekzaken, juwelen of boekenwinkels.
Elk jaar wordt er op de Zavel op 15 augustus gefeest met optredens van broederschappen en folkloregroepen en gratis avondconcerten.
De Zavelwijk herbergt ook 2 musea: het museum van de erotiek en het Joodse museum dat op 24 mei 2014 door een tragische aanslag in het wereldnieuws is gekomen.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Sint-Michiels- en Goedele kathedraal
Sint-Michiels en Sint-Goedele kathedraal © Foto Machteld De Schrijver- Amalia Brancart, coördinator Visit Brussels
De oorsprong van de kerk is onduidelijk.
Zeker is dat in 1047, dankzij een prinselijke stichting van graaf Lambert-Balderik, een kapittel van kanunniken ingericht werd. Er ontstonden 2 belangrijke kernen in de Brusselse bovenstad: rond de Coudenbergburcht en rond de kerk.
Een pauselijke bul uit 1174 bevestigt de superioriteit van deze kerk. Andere kerken, zoals de Kapellekerk, waren dochterkerken. Tot vandaag is de kathedraal nog altijd de hoofdkerk van Brussel.
De kerk werd kathedraal in 1962, bij het ontstaan van het bisdom Brussel-Mechelen en werd een co-kathedraal voor het tweedelige bisdom.
Onder de huidige collegiale werden een tamelijk omvangrijke oudere kerk en een crypte gevonden. Deze vondsten worden in verband gebracht met de verering van de relikwieën van Sint-Goedele.
Op het einde van de 12de eeuw krijgt de hoofdbeuk een romaanse uitbouw in westelijke richting. Vanaf 1225 werd op aansporing van de hertog Hendrik I van Brabant begonnen met de bouw van een nieuwe grotere gotische collegiale.
De werken beginnen met het koor en duurden tot 1300. Daarna volgde de hoofdbeuk tussen het begin van de 14de eeuw en de 15de eeuw. Rond 1475 was de collegiale ver afgewerkt. Er volgden nog verschillende verbouwingen en de toevoegingen van Kapellen zoaks de kapel van het Heilige Sacrament, aan de noorderflank van het koor en de buitenbalustrade.
In dit immense bouwwerk zijn er heel wat 'overbodige' ruimtes, bereikbaar langs achterdeurtjes, verscholen achter steunberen of toegankelijk via omgangen, galerijen en stoffige dakgebinten.
De hoogste toren is 63m.
De collegiale heeft een klassiek plan: een Latijns kruis met een lang koor over drie traveeën dat uitloopt op een abscis met vijf vakken en omgeven door een wandelgang. Het grote koor, dat plaats bood aan 12 kanunniken en in 1226 nog eens werd verruimd voor diegenen die dagelijks de eredienst moesten volgen, vormt één van de eerste uitingen van de gotische architectuur in Brussel.
Aangezien de bouw van de collegiale in verschillende eeuwen gebeurde, vormt ze een echte encyclopedie van de Brabantse gotiek. Gedurende de hele bouw waren drie belangrijke bouwmeesters bij de werken betrokken. Het waren Jan Van Ruysbroeck, Henri Cooman en Jacques Thienen. De eerste en de laatste zijn eveneens bekend voor hun ingrepen op de werf van het stadhuis, terwijl de tweede bekendheid verwierf dankzij zijn medewerking aan de collegiale van Anderlecht. Bouwmateriaal kwam uit de steengroeven van Dilbeek.
Sinds 1800 volgde de ene restauratie van de kathedraal na de andere. De laatste werd in 1981 aangevat toen de Belgische regering besloot de kathedraal aan de verantwoordelijkheid van de Regie der Gebouwen toe te vertrouwen. De archeologische opgravingswerken in het kader van deze restauratie leidden tot de ontdekking van de romaanse crypte.
De kerk werd door artiesten veel afgebeeld. Soms fungeerde de kerk als achtergrond, soms was een kerkonderdeel een belangrijk decor van een gebeurtenis. Rogier van der Weyden heeft heel minutieus het koor nageschilderd in het middengedeelte van zijn beroemde drieluik gewijd aan de 7 sacramenten. Deze bekende Vlaamse primitief werd later ook in de kerk begraven.
7 sacramententtriptiek van Rogier van der Weyden © Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Antwerpen en Lucasweb tentoongesteld in museum M Leuven tussen 20 september en einde december 2009. In volle pracht sinds 2009 te bewonderen na 3 jaar restauratie door kunsthistorica Griet Steyaert
Margaretha van Oostenrijk en Eleonora, de zus van Karel V, werden in de kerk gedoopt. De kerk werd de laatste rustplaats van belangrijke personen zoals Jan II, de aartshertogen Albrecht en Isabella, en de echtgenote van onze Oostenrijks gouverneur, van Marie Anna van Oostenrijk.
De kerk is verder merkwaardig voor zijn barokke kerkmeubelen. Het meest overdonderende totaalkunstwerk is de preekstoel van Hendrik Frans Verbruggen. Deze kansel werd tussen 1696 en 1699 gemaakt voor de Levense Jezuïetenkerk en is een visuele synthese van de zondeval en de verlossing van de kerk.
St-Michiel beeld en glasraam keizer Karel V © Walter de Decker
Verder zijn er de grote glasramen uit de tijd van keizer Karel (ca 1530) in het transept en de glasramen in verband met de roof en de profanatie of ontering van hosties. Deze gebeurtenis zorgde ervoor dat Joden in 1370 werden vervolgd en terechtgesteld. De glasramen uit de 17de eeuw bevinden zich in de kape van het heilig Sacrament. Maar ook schilderijen en wandtapijten in de historische kathedraal vertellen tot op vandaag het verhaal van de hostieschennis waarvoor Joden ten onrechte beschuldigd werden. Pas in 1977 werd een bronzen plaatr met een verontschuldiging aangebracht in de kerk.
Een andere blikvanger sinds 2000 is het prachtige en groot ‘zwaluwstaart’ orgel met 4300 pijpen, 63 registers, 4 manualen en 1 pedaal. Er zijn slechts 3 van dergelijke orgels in Europa bekend. Het orgel werd gemaakt door het atelier van Gerhard Grenzing in Barcelona.
Orgel van Grenzing © Yves de Baets
De kerk heeft veel bekendheid verworven door de huwelijksmissen en uitvaartdiensten van familieleden van het Belgische Koningshuis. In 1999 wer er na jarenlange restauratiewerken het huwelijk ingezegend van Filip en Mathilde.
Er worden in het toeristische seizoen hoogmissen met buitenlandse organisten, en op andere momenten kunst- en kerststallen tentoonstellingen georganiseerd.
Het koor van de kathedraal gaf ook al verschillende Cd’s uit.
In de kapel van het Sacrament van Mirakel wordt een belangrijke hoeveelheid edelsmeedwerk, borduurwerk en religieuze kunst bewaard. Verschilende relieken en kostbaar textie zijn tentoongesteld waaronder gewaden in zijde en gouddraad geborduurd geschonken door verschillende koningen.
In de lente broeden sinds 2004 verschillende slechtvalkkoppels in de torens.
De Peace Hall van Kyung Hee University bij Seoel is aan de buitenzijde een nagenoeg identieke kopie van de Brusselse kathedraal.
Dit alles en nog vele meer komt aan bod, bij het bezoek aan de kathedraal.
Open:
- Maandag tot vrijdag vanaf 7u00 tot 18u00
- Zaterdag vanaf 8u00 tot 18u00. (Bezoek alleen vanaf 8u00 tot 15u30)
- Zondag vanaf 8u00 tot 18u00. (Bezoek alleen vanaf 14u00)
Kerk: vrije toegang
Romaanse crypte en kerkschat: 3,00€ en 2,00€
<terug naar boven>
~*~*~*~ Begijnhofkerk Brussel
De Begijnhofkerk te Brussel © Foto Jacqueline Timmerman
Na een vijftiental begijnhoven in Vlaamse gemeenten en steden in de eerste helft van de dertiende eeuw kreeg ook Brussel in 1250 een begijnhof. Hertog Jan I gaf hiervoor de toelating. Iets eerder hadden vier dochters van een boer (cijnsontvanger?) uit Gooik toelating gekregen van de bisschop van Kamerrijk om een huis te bouwen.
Hun ‘gemeenschap’ groeide snel uit tot 1.200 leden, allemaal christelijke, ongetrouwde vrouwen of weduwen, als ze hun huis zelf konden betalen.
Deze vrome en onafhankelijke vrouwen verenigden zich om elkaar te ondersteunen, te bidden, hulp te bieden aan behoeftigen en om economische activiteiten te kunnen ontwikkelen. Zo groeide er een ‘stad’ bij de stad en buiten de eerste omwalling.
Ze woonden apart of samen in huisjes, conventen genaamd.
De Sint-Jan-Baptist-ten-Begijnhofkerk is een van de mooiste Belgische kerken in Italiaans-Vlaamse barok. De kerk ligt verborgen tussen de Vismarkt (Sint-Katelijne), het kanaal , de Lakense straat en het De Brouckèreplein.
Zicht op ribgewelven, midden- en zijbeuken © Foto Jacqueline Timmerman
Het is niet de eerste kerk, maar de tweede, gebouwd op de fundamenten van een vroegere gotische kerk , in het midden van het vroegere Begijnhof. De kerk was immers tweemaal geplunderd en deels verwoest geweest tijdens de Calvinistische Republiek in Brussel (de korte periode van republikeinse stad van 1577-1585, gebaseerd op calvinistische geloofsbeginselen). De eerste steenlegging van de nieuwe kerk gebeurde op 15 juni 1657. Eén van de oudste delen van de kerk is de toren die zoals bij alle barokke kerken achteraan (aan het koor) geplaatst werd . Beneden heeft de toren een onregelmatige zeshoekvorm terwijl het bovendeel doet denken aan een processielantaarn waarop zuilen zijn geplaatst. De kerk werd vroegtijdig ingewijd in 1676 wegens geldgebrek. De laatste onderdelen waren de voorgevel en de 2 zijkapellen, gebouwd aan weerskanten van het koor in 1770. De nieuwe kerk was een prestigeproject en kostte de begijnen heel veel geld (331.318 florijnen) . Wie de architect van de huidige kerk was, is niet geweten. Sommigen noemen Lucas Faydherbe, anderen Wenceslas Coebergher, nog anderen vermelden Franquart. Waarschijnlijk zijn er meerderen aan het werk geweest rekening houdend met de tijd die de bouw in beslag nam…
De begijnen wensten een nieuwe, modieuze barokke kerk in een periode waarin de plaatselijke begijnengemeenschap de grootste van onze contreien was. Het meest opvallende onderdeel is de verfijnde, driedelige gevel, waarvan elk deel een eigen zadeldak heeft en met frontons, zuilen, bloemenslingers en engelenkopjes, naar het model van de jezuïetenkerken van Leuven en Brussel.
Engelenkopje © Foto Jacqueline Timmerman
Het driebeukige gebouw heeft het plan van de vorige gotische kerk behouden. De kerk heeft een ondiep koor, drie beuken, steunbogen en een opmerkelijke rijzige hoogte en bastenen ribgewelven. De uitkragende kroonlijsten, nissen met voluten en heiligenbeelden, gevleugelde engelenhoofden, Korinthische zuilen en een opvallende fries in het koorgedeelte brengen een barokke toets aan het interieur. In het koor is er een hoofdaltaar in witte en zwarte marmer door beeldhouwer Van Mons ontworpen in 1773 voor de abdij van Kortenberg en een koorgestoelte uit de abdij van Vorst. Maar ook het andere kerkmeubilair is barok: de altaren, de 6 eikenhouten biechtstoelen, de preekstoel en de 2 houten beelden van Aaron en een priester, gemaakt door Walter Pompe (1703 - 1777).. De minder gelukte inpassing van de biechtstoelen bewijst bijna zeker dat ze niet voor de Begijnhofkerk zijn ontworpen. De maker is echter naamloos gebleven. De merkwaardige eiken preekstoel met opvallende palmboom komt uit de vroegere Mechelse dominicanenkerk. Hij is in 1757 getekend door P.S. Smeyers en bewerkt door de Naamse beeldhouwer Parant. Onder de kunstig bewerkte kuip is Sint Dominicus die de Moren velt uitgebeeld. Op de kuip zelf zien we episoden uit het leven van Sint Dominicus en de evangelisten symbolen
De grafstenen komen allemaal uit de oorspronkelijke kerk en van het omliggende kerkhof en zijn dus hier gebruikt als plaveisel. De opschriften duiden aan dat de meeste stenen gebeiteld werden voor de begijnen, de grootmeesteressen en hun kapelaan. Opmerkelijk is dat slechts een tweetal stenen in het Frans zijn. Alle andere grafstenen zijn nederlandstalig en vermelden namen, die opvallend genoeg verwijzen naar een herkomst uit het Pajottenland . Er zijn ook grafmonumenten van o.a. de Brusselse burgemeester Hendrik van Dongelberghe (+16 juni 1627) en zijn zus Christina, grootmeesteres van het Begijnhof (17de eeuw)
De belangrijkste schilder in de Begijnhofkerk is ongetwijfeld Theodoor van Loon, geboren in Brussel in 1581/82 en gestorven in Leuven in 1667. Hoewel hij een tijdgenoot was van Rubens en ook veelvuldig naar Italië reisde (wat hem trouwens in financiële moeilijkheden bracht), vormde hij een soort Brusselse school. In de kerk vinden we 3 werken van deze meester: Sint Katarina geknield voor de H.Maagd boven het altaar van het linker transept, aan de muur van dezelfde transept de H.Drievuldigheid en onder het oksaal de Aanbidding der Wijzen. Naar aanleiding van de retrospectieve ‘Theodoor van Loon in Bozar (najaar 2018 en januari 2019) zal de kerk ook opengesteld zijn om de door het Kik gerestaureerde schilderijen ter plaatse te kunnen bewonderen.
Ook het orgel van Van Hool-Vermeersch (1869) met een herbruikte orgelkast uit de kerk van Alsemberg is het bekijken waard. Het instrument werd nog niet zo lang geleden (2013) gerestaureerd en wordt sindsdien bespeeld bij concerten of festivals.
Na het bombardement op Brussel van de Franse koning Lodewijk XIV (1695) werden de begijnen uit Brussel niet verjaagd, ze deden te dienstbaar werk. Wel werd een derde van de bouwoppervlakte van hun terreinen met de grond gelijk gemaakt, maar het begijnhof werd gespaard. Ook de muren rond de site werden gesloopt. Dat is de reden waarom enkele begijnhofhuisjes - nu verhuurd door de Stad - vrij de wijk sieren en er dus geen ‘besloten hof’ meer is.
Toen het Begijnhof aan het einde van de 18de eeuw werd opgeheven, telde men niet minder dan 1.084 huisjes verdeeld over een oppervlakte van bijna 7 hectaren.
Na de opheffing van het begijnhof werd de kerk in 1801 omgevormd tot parochiekerk.
In 1936 werd de kerk een beschermd monument.
Het gebouw werd geteisterd door een brand in 2000 maar tussen 2004 en april 2008 mooi gerestaureerd - prijskaartje 3,65 miljoen euro. Het dakgebinte werd gereconstrueerd met hout-op-houtverbindingen waarbij de nog bruikbare dakbalken werden benut. Als hout werd gekozen voor eik uit de Loirestreek. Op dit gebinte werd een dakbedekking gelegd van 3.000 m² Spaanse leien.
Volgens pastoor Daniël Alliët overweegt de Stad om een museum te maken van de kerk. Alliët hoopt vooral dat alles bij het oude blijft.
Daniël Alliët is er al jarenlang priester en wil de zaken vooral houden zoals ze zijn. “Deze plek is een symbool van religieuze diversiteit en dat moeten we versterken in plaats van af te bouwen”
“De Filipijnse gemeenschap is hier erg actief en we krijgen een paar keer per maand ook een Congolese groep over de vloer. In de toekomst hopen we onder andere ook de Braziliaanse evangelische kerk, de Iraanse Pinksterbeweging en Soefi’s te mogen ontvangen. Het zou zonde zijn moest dit door een beslissing van hogerhand geblokkeerd worden.”
De kerk wordt ook gebruikt als expositieruimte. Gedurende jaren werden er tentoonstellingen gehouden. Zo loopt er nu een expo over moderne slavernij die veel bezoekers weten te appreciëren. Het is de bedoeling dat daar binnenkort nog een reeks bijkomt.”
Later werd in de Begijnhofwijk het neoclassicistische Hospice Pachéco, nu Instituut Pacheco, gebouwd (1843-1887, architect Henri Partoes). Het OCMW van Brussel-Stad heeft in dat enorme pand van 134 meter bij 94 meter, met twee binnenkoeren, jarenlang onderdak geboden aan senioren en zorgbehoevenden in rust- en verzorgingstehuizen. Sinds maart 2017 zijn de senioren en bewoners ondergebracht in verschillende andere OCMW-instellingen. Het pand wordt verbouwd tot een service-residentie voor senioren, met enkele ziekenhuiskamers voor personen die een ambulante ingreep moeten ondergaan, een openbaar restaurant, een polyvalente verhuurzaal, studentenflats en een zeventigtal middelgrote woningen voor gezinnen. De werken zijn gepland tussen 2019 en 2022.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Zavelkerk BrusselBezoek aan de kerk Onze-Lieve-Vrouw van de Zavel
De Zavel lag oorspronkelijk buiten de eerste stadsmuur en bestond uit grasland, gebieden met water en beken (Rollebeekstraat), een poel en een zandgroeve.
In 1304 hebben de zusters en broeders van het Sint-Jansgasthuis een deel van hun kerkhof, gelegen aan de 'Saedelwech', afgestaan .De grond werd door de Grote Kruisboogschuttersgilde gebruikt om er een kapel op te bouwen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw.
Beeld van Onze-Lieve-Vrouw in de kerk van de Zavel te Brussel © Jacqueline Timmerman
De kapel werd al snel te klein ten gevolge van de succesvolle verering van een legendarische en miraculeuze Onze-Lieve-Vrouwbeeldje. Volgens de legende heeft een godvruchtige weversvrouw, Beatrijs Soetkens, in 1348 een visioen gekregen en op raad van Maria een miraculeus beeld van Onze-Lieve-Vrouw uit Antwerpen geroofd en per boot naar Brussel overgebracht.
Onderdeel van het altaar in de kerk van de Zavel te Brussel © Jacqueline Timmerman
Te Brussel wachtte hertog Jan III van Brabant Beatrijs en het beeld op en werd het Mariabeeld naar de kapel van de kruisboogschutters gevoerd. Sindsdien droegen de kruisboogschutters jaarlijks het beeld in processie rond de kerk tot de keizer-koster Jozef II het gebruik afschafte. De stoet werd opnieuw in de 20ste eeuw in eer hersteld. De diefstal en het vereren van het beeld en de Blijde Intrede van Filips II worden nog steeds jaarlijks in de 'Ommegang' uitgebeeld. Deze historische en folkloristische stoet vertrekt jaarlijks aan de Zavelkerk en gaat twee maal in juli in Brussel uit.
De huidige kerk werd gebouwd vanaf de 15de eeuw.
Gotiek plafond in de kerk van de Zavel te Brussel © Walter de Decker
Het koor – zonder kooromgang en straalkapellen - was af in 1435. Daarna volgden de andere bouwonderdelen. Wegens een gebrek aan middelen heeft de kerk nooit een indrukwekkende vieringstoren gekregen. Deze kerk is een mooi voorbeeld van Brabantse laatgotiek.
Uitzicht vanuit de kerk van de Zavel te Brussel © Veronique Evrard
Het gebedshuis werd vanaf de 16de en 17de eeuw vooral bij de adel geliefd. Zo is er in 1505 keizer Karel's zus, Maria van Hongarije gedoopt, werd het de geliefde bidplaats van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk en werden er talloze papegaaienschietingen georganiseerd. Op 15 mei 1615 schoot landvoogdes Isabella zonder enige hulp de vogel van de toren wat in verschillende schilderijen vereeuwigd werd. De Zavel groeide ook uit tot een aristocratische woonwijk waar er o.a. ook een paardenmarkt werd gehouden.
De Zavel kerk werd tijdens de godsdiensttroebelen van 1581 door de Calvinisten gesloten maar in 1585 al opnieuw ingewijd. Dank zij de gulheid van de naburige familie Tour en Tassis heeft de kerk in de 17de eeuw een rijkelijk meubilair gekregen.
Interieur kerk van de Zavel te Brussel © Veronique Evrard
Vanaf ca 1874 werd een harde renovatie in verschillende fasen doorgevoerd. Eerst door architect Auguste Schoy die zich deels baseerde op oude afbeeldingen waarbij het grote gotische venster boven het noordportaal hersteld werd. Na het overlijden van Schoy werd de taak verdergezet door vader en zoon Jules-Jacques en Maurice Van Ysendyck. Zij hebben allerlei ontbrekende versieringen (ontelbare torentjes, pinakels, balustrades en andere luchtbogen) toegevoegd en het gebouw voltooid of geperfectioneerd volgens de visie van die tijd. Er werd ook een neogotische sacristie aangebouwd. Bij deze restauratie verdwenen ook de aangebouwde huizen.
De kerk werd in 1936 beschermd als monument. Ze werd een tweede keer gerestaureerd tussen 1995 en 2009 aan de buitenzijde.
In de kerk zijn er tal van merkwaardige dingen te bewonderen. Eerst en vooral een Mariabeeld dat het legendarische en miraculeuze Onze-Lieve-Vrouwebeeldje vervangt.
Vervolgens de vele glasramen. De mooiste zijn de ca 14m rijzige en hoge koorglasramen, geplaatst tussen bundelpijlers zonder kapitelen, waardoor de kerk denken doet aan de Sainte Chapellekerk van Parijs. Verder de gerestaureerde 15de eeuwse muurschilderingen in het koorgedeelte, de vele zwikken en zijkapellen en het doksaal met stucplafond.
Zavelkerk met doksaal, orgel, glasramen en plafondversieringen i.v.m. roof Mariabeeld © Henk Kamp
De kerk is ook rijk aan beeldhouwwerken: niet alleen de monumentale preekstoel van de Brusselse beeldsnijder Marc De Vos maar ook de apostelbeelden en talloze indrukwekkende grafmonumenten (van Claude Bouton, kamerheer van Keizer Karel en Flaminio Garnier, raadsheer van de hertog van Parma) en de grafkapel van de familie Tour en Tassis ontworpen door één van Rubens’ beste leerlingen Lucas Faydherbe, zijn pareltjes van barokkunst.
En 2 laatste merkwaardige feiten: aan deze kerk zijn nog sporen te zien van een kluizenaressenwoning en in de kerk bevindt zich een gedenkplaat ter ere van de Franse schrijver Paul Claudel!
Detail - Verblijfplaats van een kluizenares - Woning van Margaretha Grammaye aan de Zavelkerk © Walter de Decker
De Zavelkerk wordt steeds bij onze Zavelwijk~, Vrouwen~, Spanjaarden~ of Bruegelwandelingen opgezocht en belicht.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Groene wandeling.Stadswandeling in de vijfhoek voor groepen, voor volwassenen en voor jongeren vanaf 17 jaar aangevuld met een verkenning in een deelgemeente:
Groen Brussel. Een tocht langs en door enkele beschermde eilandjes van rust.
Brussel is voor velen een symbool van een administratieve papierwinkel, van betogingen en van sociale onrust. Toch is Brussel veel meer: ze wordt de groenste hoofdstad van Europa genoemd omdat er ca. 8.000 hectaren groene ruimte en openbare natuur ligt. De groene ruimtes zijn ongelijk verdeeld over het Brussels Gewest gaande van 70 % aan de rand van het gewest tot 10 % in het stadscentrum. Al deze groene ruimtes hebben hun eigenheid, een boeiende geschiedenis, een specifieke inrichting met planten, bomen, beelden, architectuur, …
Deze verkenning kan een halve of een hele dag duren en kan zowel te voet (halve dag) als met de bus of met het openbaar vervoer (hele dag).
De grootste groene long in het stadscentrum is het Warandepark tussen het Belgisch parlement en het Koninklijk Paleis en de Koninklijke Academie. Het Warandepark was een van de oudste parken in de hoofdstad en vroeger een oud jachtgebied. Het wordt dagelijks ’s morgens en ’s avonds doorkruist door vele pendelaars en tijdens de middag- en avonduren opgezocht door joggende scholieren, volwassenen en politici. Tussen en langs de symmetrische lanen in dit 13 ha grote park staan veel bezienswaardigheden: de muziekkiosk, een theater, een privéwoning, standbeelden, fonteinen, waterbekkens, een beeld ter ere van tsaar Peter de Grote, ... Vlakbij liggen er verschillende musea. Elk jaar zijn er ook vele evenementen en concerten.
Wat verderop is er de Kunstberg. Deze tuin, in 1958 heraangelegd op een helling, is versierd met een fontein met 9 zuilen, beelden en reliëfs van o.a. Oscar Jespers, Charles Leplae en Rik Poot en het ruiterstandbeeld van Albert I. Er is ook elk kwartier een beiaard te horen. Deze groene long verbindt de oude stad met de koninklijke bibliotheek Albert I, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Bozar en de musea aan het Koningsplein of de bovenstad. De tuin werd gerestaureerd in 2001.
Bij de kerk van de Zavel zijn er 2 parken. Het parkje van de Kleine Zavel is het kleinste en meest charmante parkje, omgeven door 48 beeldjes die naar vroegere beroepen en ambachten verwijzen. Centraal staat het indrukwekkende standbeeld van Egmond en Hoorne, ooit blikvanger op de Grote Markt en in 1870 naar hier verhuisd. Wat verderop is er aan de Wolstraat de toegang tot het Egmondpark. Deze toegang werd herdoopt tot Yourcenar passage. Talloze citaten verwijzen naar deze beroemde schrijfster.
Oranjerie Egmondpark Brussel © Stad Brussel - Cel Leefmilieu
Het Egmondpark behoorde eeuwen tot het Egmond- en Arenbergkasteel en bleef lang na de openstelling onbekend en onbemind. Een aantal nieuwe ingangen zorgden voor grotere populariteit. Bezoekers treden er binnen in een wereld van rust, vlakbij de ring, en ontdekken er een eilandje om te mijmeren, om te lezen, om de kinderen te laten spelen, om iets te drinken, ...
Peter Pan beeld in het Egmondpark © Culturama
Peter Pan, de Prins de Ligne en de Pollepel, een authentieke gotische middeleeuwse waterput die voor de Noord-Zuidverbinding moest wijken, vonden er ook een onderkomen. Andere blikvangers zijn allerlei beschermde bomen, een oude Oranjerie (nu ingericht als tearoom) en een ijskelder die voor de uitvinding van de diepvriezer diende om ijs te bewaren.
Boekcover Peter Pan - 1915 J.M.Barrie © Culturama
De verkenning kan verder uitgebreid worden met een bezoek aan het Jubelpark en het Leopoldspark, in de Europawijk, of met een bezoek aan de Ter Kameren abdij en het Terkamerenbos, aan het einde van de Louizalaan, of aan de Heizel en Laken. Onderling overleg hierover is mogelijk.
Het Park van Laken slingert zich tussen het Koninklijk Paleis van Laken, de beroemde serres en de bewaard gebleven paviljoenen van de Expo 1958 op de Heizel. Het landschapspark is 70 ha groot en werd in 1974 beschermd.
Purperbeuken in het Osseghempark - Heizel © Internet
Blikvangers in dit park zijn o.a. het monument voor de Dynastie, ontworpen ter ere van koning Leopold I, in neogotische stijl; de Sint-Annabron en allerlei merkwaardige bomen zoals meidoornen, Scandinavische lijsterbessen, purperbeuken, ... Sommige beuken en Indische kastanjelaars zijn meer dan 100 jaar oud. In de buurt ligt ook de Koloniale Tuin verscholen. Koning Leopold II kocht de tuin in 1905 om er zijn exotische planten uit Congo in onder te brengen: de serres van Stuyvenberg bleken toen al te klein te zijn. Aan de ingang van de Koloniale Tuin (Sint-Lambertusplein) liet Leopold II een cottage in Normandische stijl bouwen naar plannen van architect Haneau. In het park is er een opmerkelijke Atlantische ceder Het terrein werd later eigendom van de Belgische staat en de exotische planten verhuisden naar de Plantentuin van Meise. In de Koloniale tuin werden tot 1964 bloemen gekweekt voor officiële manifestaties, zoals voor Expo 58. Nadien werd de tuin een openbaar park. De uitgang bevindt zich niet ver van het Atomium. Net ten zuiden van de Koloniale Tuin ligt het Sobieskipark dat vroeger ook deel uitmaakte van de koninklijke tuinen van Leopold II.
Osseghempark © Culturama
Via het Osseghempark kan doorgewandeld worden naar de tuinen rond het Chinese paviljoen en de Japanse toren. Het Osseghempark is gelegen naast het Atomium en wordt beheerd door de stad Brussel. Het park werd aangelegd in 1932 en is sinds 1975 beschermd.
Het Groen Theater in het Osseghempark © Culturama
In het park zijn er verschillende opvallende elementen terug te vinden zoals oude bomen, een beukendreef, een grote vijver en het Groen Theater dat elk jaar als decor gebruikt wordt bij het Brosella festival in juli. De exotische paviljoenen, thans musea, zijn ook door een park omgeven. Koning Leopold II wenste immers om vanuit het Koninklijk Paleis te kunnen wandelen langs exotische gebouwen en landschappen.
Eindpunt van de wandeling kan de tramhalte ‘De Wand’ zijn.
Tuin aan de Japanse en Chinese paviljoenen - Brussel © Stad Brussel - Cel Leefmilieu
Opmerking: De parken op de Heizel liggen op het groene wandeltraject, dat vertrekt in het Laarbeekbos en eindigt aan de Heizel. De overheidsdienst Leefmilieu Brussel lanceerde deze Groene Wandeling. Het is een luswandeling van 60 kilometer rond Brussel.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Bezoek aan één der mooiste Art-Decogebouwen van West-Europa - Basiliek van Koekelberg.De Nationale Basiliek van Koekelberg
Vele architectuurliefhebbers weten dat Brussel een hoofdstad is van ‘Art Nouveau’. Toch werd er ook veel gebouwd na de eerste Wereldoorlog, in de interbellumtijd. Art Déco en modernisme gingen er hand in hand. Niet alleen burgerlijke gebouwen of culturele tempels maar ook 5 merkwaardige kerken werden in Schaarbeek, Vorst, Elsene, Koekelberg en Etterbeek opgetrokken.
Panorama op de stad, wandelend van de boven~ naar de benedenstad © Els Pannecoucque
De meest indrukwekkende is onze Nationale Basiliek. Men dacht eerst aan een neogotisch complex. Na de eerste wereldoorlog bleek een dergelijk gebouw te duur en werd een wedstrijd georganiseerd.
Onze Nationale Basiliek werd, dank zij raad van allerlei experten, een unieke betonkerk, waarvoor terracotta diende als bekisting.
Interieur van de Basiliek van het H. Hart te Koekelberg © Filip Frans Van Cauwelaert en de Basiliek van het H. Hart
De kerk werd een totaalkunstwerk, volledig ontworpen door Albert Van Huffel. Van Huffel had al eerder allerlei objecten ontworpen en huizen in het Gentse gebouwd; zijn maquette won de 1ste prijs op de Expo van 1925 in Parijs en als ervaren persoon werd hij ingeschakeld als docent in het Ter Kameren-Instituut.
Beeld van pater Damiaan bij de hoofdingang van de Basiliek - May Claerhout ©
De Basiliek is een waar museum: sierende panelen, tapijten, verlichtingsmiddelen, liturgische objecten, beeldhouwwerken… zijn er op elkaar afgestemd. Zelfs aan een uniforme glasramenreeks werd gedacht, onder invloed van de Pelgrimsbeweging. Dit idee werd later niet gevolgd. Nu is de Basiliek zeker een ‘must’ voor geïnteresseerden in glazenierskunst: alle grote ateliers vanaf de 20ste eeuw en zelfs hedendaagse ontwerpers hebben de kerk verfraaid.
Het prachtige panorama vanop het wandelterras van de Basiliek ©
Het panorama of terras, op een hoogte van 52,80 meter, is te bezoeken in de:
- Zomer: 9u00-17u00 (Laatste ticket om 16u30)
- Winter: 10u00-16u00 (Laatste ticket om 15u30)
Mee te rekenen: toegang panorama 5 euro pp.
Een ticket voor het panorama - dus een groepstarief - kost slechts vier euro per persoon (geldig voor een groep vanaf 10 personen).
In de Basiliek zijn er nog 2 musea ondergebracht. Indien men het panorama bezoekt, dan mag men in deze musea gratis binnen.
1) Museum van de Zwartzusters: openingsuren: elke woensdag van 14u00 tot 16u00 en op afspraak.
In het museum van de Zwartzusters zijn er meubelen, devotionalia, heiligenbeelden, etcetera te zien. Een kort bezoek kan verwerkt worden in onze rondgang.
2) Museum van moderne, religieuze kunst: een uitgebreide collectie. Openingsuren: elke donderdag, vrijdag en zondag van 14u00 tot 16u00.
We brengen een grondig bezoek aan deze grote kerk, bezoeken het panorama en mits onderling overleg het museum van de Zwartzusters, de maquette van de Basiliek en nemen even in de crypte de tijd voor een welverdiende drank- of koffiepauze. Duur van het bezoek: 2.30 uur.
Indien u het museum voor religieuze kunst erbij zou willen nemen, dan vertoeft u zeker meer dan 3u00 in dit merkwaardig monument!
Te voorzien: toegangsgelden indien men de hogere gaanderijen, het museum voor religieuze kunst en het wandelterras van de Basiliek wil bezoeken.
Samenkomst in de hall van het Centraal Station van Brussel en met de tram verplaatsing naar de uitgekozen wijk.
Ofwel samenkomst in deze wijk na onderlinge afspraak. Wij kunnen u een locatie suggereren of u geeft zelf uw voorkeur op waarover van gedachten kan gewisseld worden.
<terug naar boven>
~*~*~*~
Brussel en Europa: een verhaal van liefde en haat.
Van in de 16de eeuw was Brussel al het centrum van een wereldrijk. Het verdrag van Rome en de ambitieuze expo van 1958 bracht de stad opnieuw op de wereldkaart.
De Leopoldsbrouwerij, verdwenen voor het Europa Parlement ©
De mooie, aristocratische en groene Leopoldswijk, aangelegd in 1853 buiten de vijfhoek, werd als centrum van de EG gekozen.
De wijk rond het Schumannplein vroeger ©
Talloze stijlvolle huizen, kunstenaarsateliers en een pittoresk stationnetje gingen ofwel genadeloos tegen de vlakte of verloren hun belangrijke vervoersfunctie.
Het Leopoldspark met Eggevoortoren © Stadsarchief Brussel
Grootse mastodonten verrezen rond het Schumann- en het Luxemburgplein en maakten van belangrijke, culturele locaties een soort ‘Europese miniatuurMadurodam’.
Europawijkwandeling aangevraagd door oudchiroleden van het Kortrijkse - Opdracht 26 augustus 2017 © Fotograaf Daniel Detienne
We wandelen vanaf het Luxemburgplein (standbeeld J.Cockerill) via de Wiertzstraat, waarbij we naar het Wiertzmuseum verwijzen en doorheen het Leopoldspark (met o.a. het Natuurwetenschappenmuzeum, de Solvaybibliotheek, het Eastmanngebouw dat nu het museum van de Europese geschiedenis geworden is) en de verschillende Europese instellingen aan het J. Rey- en het Schumannplein tot de Art Nouveau-huizen in de Noord-Oostwijk en het Jubelpark.
Kunstwerken bij gebouwen van Europese instellingen - Het Karel de Grote gebouw © Culturama
We staan stil bij gekende en minder gekende plekjes en beelden.
Duur: ca. 3 uur
<terug naar boven>
~*~*~*~
Kennismaking met de Heizel en Laken.Tussen Atomium en Japanse toren
Grondplan terreinen Wereldexpo 58
Van ‘exotisch openluchtmuseum’ tot symbool van optimisme en high-tech-architectuur. (halve dag of een "relaxed" dagprogramma)
|
© 'Atomium vzw' foto: Marie-Francoise Plissart |
Bezoek aan het Atomium, de musea van het Verre Oosten, de serres van Laken (enkel mogelijk tussen einde april en medio mei) of het ‘Père Lachaise-kerkhof’bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Sinds 1851 werden er in Europa regelmatig wereldtentoonstellingen georganiseerd. Ook ons land kon niet achter blijven. Niet minder dan 8 wereldexpo’s hebben honderdduizenden bezoekers gelokt.
Panorama du Monde, wereldexpo Parijs, een inspiratiebron voor koning Leopold II ©Civa
In Brussel waren o.a. het Jubelpark en het Solleboschveld voor deze evenementen uitgekozen. Wegens de grote interesse moest men naar een nieuwe locatie uitkijken. In 1935 en 1958 werd de rurale buurt, gelegen aan de overkant van het Koninklijk Paleis tot riant expocentrum omgevormd. Een bekend gebouw van 1935 is het stadion.
Eén der meest spectaculaire gebouwen, de pijl van het burgerlijke genie, creatie van Moeschal op de Expo 58.
De laatste expo bracht Brussel definitief op de wereldkaart. Het meest succesrijke monument, het Atomium, ontworpen door ingenieur Waterkeyn en gebouwd met Russische medewerkers, was als paviljoen van Fabrimetal hét symbool van een naïef geloof in een betere toekomst met kernenergie. Het groeide uit tot hét monument van de Expo en tot ‘landmark’ bij uitstek en werd gelukkig nadien door de stad Brussel aangekocht.
Zep - Titeuf bij het Atomium, muurfresco aan de Bockstaellaan ©
Decennia lang kreeg het Atomium het grootste aantal toeristen over de vloer. Zowel de inrichting van het interieur en de buitenhuid, gemaakt in een speciale aluminiumlegering waren aan verandering toe. In 2001 werd een renovatieproject opgestart. Dank zij het mecenaat van meerdere partners (Nationale Loterij, Electrabel, BASF, Vitra, Schindler, BMW…) werden tussen 2003 en 2005 meerdere ruimten door designers en kunstenaars ingericht of tot permanent museum van de Expo 58 uitgebouwd. Centraal stond hierbij het beleven van emoties, creativiteit, oneindigheid en fantasie. Een nieuw en ‘open’ ontvangstpaviljoen aan de zijkant, ontworpen door architecte Conix doet nu dienst als cafetaria en wachtruimte.
Munt uitgegeven n.a.v. de renovatie van het Atomium in 2006 ©
Het verbouwde Atomium is s’avonds feeëriek verlicht en sinds 18 februari 2006 opnieuw toegankelijk; voor actuele toegangsprijzen zie www. atomium.be.
In de onmiddellijke buurt bevindt zich het Koninklijk Paleis.
Koning Leopold II kocht ook allerlei gronden aan om er een groot park tot stand te laten komen. Nog steeds is dit voor de Brusselaars een belangrijk wandel- en picknick domein.
Expodomein Heizel © Visit Brussels, Promotiebrochure 2014
Heizeldomein © Visit Brussels, Promotiebrochure 2014
Aan de rand van het Koninklijk Domein werden drie opmerkelijke paviljoenen en de Neptunusfontein gebouwd.
Beeld van de zeegod Neptunus door Giovanni Bologna. Een copie staat op de fontein bij het Chinese Paviljoen ©
Ze waren de laatste opdrachten van koning Leopold II, ingewijd tussen 1905 en 1910. Hij wou er, na een bezoek aan de Expo van 1900 te Parijs en het ‘Panorama van de wereld’ een exotisch openluchtmuseum uitbouwen.
Detail Koninklijke serres Laken, 1 maal per jaar te bezoeken ©
De gebouwen moesten de getuigen zijn van belangrijke culturele en economische betrekkingen tussen België en niet-Europese landen of slecht gekende beschavingen buiten Europa bekend maken.
Zicht op Laken in het eerste kwart van de 19de eeuw ©
Laken, op dat ogenblik nog landelijk en met een beperkt aantal inwoners, zou daardoor ook een belangrijke didactische en toeristische troef krijgen! Zowel de Japanse Toren met zijn toegangspaviljoen als het koetsenhuis en het Chinese Paviljoen werden wat betreft de architectuuronderdelen in Japan en China gemaakt.
Interieur Japanse Toren © KMKG Brussel, Jubelpark
Interieur- en sommige decoratieve metaalelementen werden in Parijs en België gemaakt. De leiding werd toegewezen aan de Parijse architect Marcel. Na de Eerste Wereldoorlog werden de paviljoenen aan een ander ministerie toegewezen en werden ze een onderdeel van de KMKG. Thans zijn er topstukken van porselein en toegepaste kunst uit het Verre oosten tentoongesteld. De toegangsprijs in groep voor de musea van het Verre Oosten is 2 euro.
Detail Chinees paviljoen - de musea van het Verre Oosten © KMKG Brussel
De dag kan besloten worden met een beperkt bezoek aan het kerkhof naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken en een welverdiende pauze in ‘Brasserie Royal’.
Familiegraf op her kerkhof van Laken ©
Het kerkhof werd de dodenakker bij uitstek van politici, kunstenaars, architecten, schrijvers en musici. We bieden ook een grondig bezoek aan het kerkhof : zie rubriek Stadswandelingen "Oasen van rust".
Of we maken van de unieke kans gebruik om de serres van het Koninklijk Paleis en de merkwaardige bomen- en plantencollectie, aangelegd op wens van Leopold II, te bezoeken. Dit is enkel mogelijk tussen einde april en medio mei.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Anderlecht, een oord van devotie en humanisme.Anderlecht is meer dan voetbal
Crypte met graf Sint-Guido in Anderlecht ©
Dit stukje Brussel heeft niet alleen een bekend stadion en een voetbalteam, maar was al eeuwenlang een belangrijke bedevaartplaats, ontwikkeld rond het graf van Sint-Guidos.
Links: Heilige Guido (Sankt Veit)" Rechts: Muurschildering Sint-Pieters en Guidokerk - Heilige Wilgefortis ©
Anderlecht bezit ook de oudste kapittelkerk van Brussel. Guido vervulde de wens van de deken van het kapittel die hij ontmoet had tijdens zijn bedevaart naar het H. Land, maar stierf ten gevolge van de vermoeiende pelgrimstocht in Anderlecht. Aan zijn graf gebeurden allerlei wonderlijke dingen. Op vraag van het kapittel werd Guido heilig verklaard in 1112.
Impressie van onze activiteit aangeboden op de Erfgoeddag op 23 april 2017. © Foto A.Tas
Zijn overgebrachte resten kregen een grote verering en zorgden ervoor dat een er een 2de grote en merkwaardige gotische kerk, met verschillende kapellen, merkwaardig meubilair en vele muurschilderingen kon gebouwd worden.
Kist met resten van Sint-Guido, in de crypte. Sint Guido werd uitvoerig herdacht in 2012, 1000 jaar na zijn dood. © Foto A.Tas
De viering van Sint-Guido, die de patroon werd van koetsiers, kosters en veehouders, is nog steeds de reden van de jaarlijkse jaarmarkt.
Hier vestigden zich tal van kanunniken en Erasmus, onze prins van het humanisme in de 16de eeuw.
Erasmus was in 1521 enkele maanden te gast in het huis ‘In de Zwane’, bij Petrus Wijchmans, en zou nadien definitief de Nederlanden verlaten. In Anderlecht kwam hij tot rust en genoot hij van de gezonde lucht en van bier!
LINKS: Erasmus, een vriend van de beroemde Duitse kunstenaar Hans Holbein die hem portretteerde © *-* RECHTS: Gedenkplaat bij de Ingang van het Erasmushuis © Foto A. Tas
LINKS: detail van het slot met naam van de woning. *-* RECHTS: Werkkamer van Erasmus in het Erasmushuis - Detail van de virtrine met boeken en schedel. © Foto's A.Tas
Archeologische vondsten en andere recente onderzoeken kunnen gebruikt worden om de visie te ondersteunen dat deze locatie nog een oudere geschiedenis bezit dan Brussel !
In Anderlecht zijn er ook een gallo-romeins grafveld en een Merovingische begraafplaats ontdekt waarvan enkele objecten tentoongesteld zijn in het Anderlechtse Begijnhof.
We verkennen in het Anderlechtse centrum: de kerk, het klein begijnhof, het schitterende huis ‘’De Swaene’’ dat nu als Erasmushuis fungeert en omgeven is door een tuin met kruiden en kunstwerken, de Porseleinstraat en de omgeving. We gaan ook, indien mogelijk, even langs het verborgen, onbekende en mooie Vandenpeereboomhuis, nu Rijksacademie voor Beeldende Kunsten (niet open op zondag en tijdens de schoolvakanties).
Interieur Erasmushuis ©
Triptiek toegeschreven aan Jeroen Bosch of zijn atelier. © Foto A.Tas
Algemeen zicht op de kruidentuin met de verschillende parterres of kamertjes en het waterbekken.
LINKS: Detail van een parterre met een metalen figuurtje. *-* RECHTS: Zicht op het waterbekken. © Foto's A.Tas
Filosofische tuin achter de kruidentuin-citaten van Erasmus.
LINKS: Zicht op de boomgaard met gele zeteltjes. *-* RECHTS: Ander detail van de filosofische tuin-kunstwerken van de Catalaanse arftiest Perejaume. © Foto's A.Tas
In Anderlecht ontdek je het kleinste begijnhof van België, waar volgens de statuten een beperkte groep begijnen mocht wonen, geplaatst onder de hoede van de deken van het kapittel en de grootjuffrouw.
LINKS: Zicht op het Begijnhof en de Begijnhofmuur tegenover de kerk. © Foto A.Tas *-* RECHTS: Kamer van de grootjuffrouw, Begijnhof Anderlecht © Erasmushuis Anderlecht
LINKS: Interieur van het Begijnhof, huizen rond een binnenplein met waterput © Foto Luc De Decker *-* RECHTS: de kapel van de begijnen, plaats voor 8 vrome zielen © Luc De Decker
LINKS: Interieur van begijnenhuisje © Foto Luc De Decker *-* RECHTS: bovenverdieping huis van de grootjuffrouw - museum van folklore en ambachten © Luc De Decker
Minister Vandepeereboom liet de Belgische staat en de gemeente een kunstcollectie na en schonk ook zijn mooie woning aan Anderlecht Dit gebouw is sinds 1979 de kern van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten waar ook verschillende restauratiedisciplines worden aangeleerd. In het centrum zijn er ook allerlei verassende standbeelden en muurschilderingen.
LINKS: Gevel van het Vandenpeereboomhuis (Academie). © Foto A.Tas *-* RECHTS: Rijksacademie: zicht op binnenplein en waterput © Foto Els Pannecoucque
De Sint-Pieters en Guidokerk van Anderlecht waar beroemde gotische architecten aan meewerkten zoals Jan Van Ruysbroek en Matthijs Keldermans. Tournée General 2010. Foto Hugo De Decker ©
Duur : 3 uur.
Ten gevolge van een gemeentelijke beslissing dienen de groepen die de Anderlechtse musea wensen te bezoeken ook de rondleidingen ter plaatse te betalen. Het tarief werd in 2011 vastgelegd op 120 euro voor een bezoek aan het Begijnhof en het Erasmushuis.
Begijnhof en Erasmushuis kunnen samen bezocht worden met een dubbelticket. Gelieve hiervoor de nodige bezoektijd van ca 1,5 uur in te schatten.
LINKS: Buste van de dichter José Marty (1853-1895), zanger van de Cubaanse onafhankelijkheid. Bij de franstalige bibliotheek te Anderlecht © A. Dedobbeleer, gemeente Anderlecht, dienst toerisme =*= RECHTS: Binnenplein van de academie met zicht op de kerktoren en de poort © Culturama - Foto Jacqueline Timmerman
Porseleinstraat in Anderlecht ©
<terug naar boven>
~*~*~*~ Anderlecht, een onbekende groene driehoekEen opmerkelijke campus en een tuinwijk aan het kanaal - de Coovicampus en ‘het Rad’.
De provincie Brabant wenste al in 1911 om een bakkerijschool in Brussel op te richten om de nodige kennis te verstrekken en goede bakkers op te leiden. Een idee dat door allerlei gebeurtenissen zoals WO I werd uitgesteld. Pas op 7 januari 1929 werd met de hulp van de gemeente Anderlecht een school geopend aan de Herzieningslaan 75. Deze school kende alsmaar meer succes zodat er zowel een dag- als een avondschool ontstond. Inmiddels was er ook een 2de school in Brussel zeer succesrijk geworden, de ‘Institut National des Industries de Fermentation’, ondergebracht in het Zuidpaleis. Beide scholen werden te klein. Beide scholen droomden van ‘waardige lokalen, een internaat en van een complex dat zou inspelen op alle noden’.
WO II zorgde opnieuw voor vertraging. Na de vrede besefte men ook dat ‘gezonde voeding’ nodig was voor een betere toekomst. Er werd door de bestendige deputatie van Brabant een commissie opgericht met o.a. voorzitter Emile Gryzon die vanaf november 1944 bezig was met de verdere uitwerking van het prestigieuze project van het COOVB. Meerdere locaties werden overwogen. Uiteindelijk koos men voor een locatie vlakbij de tuinwijk het Rad die luchtig, groen, groot (een kasteelpark van meer dan 10 ha) en goed bereikbaar was.
Het kanaal bij de Coovicampus - één van de redenen van de keuze voor deze locatie was de goede bereikbaarheid © Elke Sleurs, schepen Anderlecht
Er werd een architectuurwedstrijd uitgeschreven. Het kasteel moest verdwijnen maar park en de vijver moesten behouden blijven. De campus moest autovrij zijn en de instellingen moesten gebruik kunnen maken van gezamelijke infrastructuren.
In 1948 werd het ontwerp van Antoine Courtens en de gebroeders A en J Polak uitgekozen dat in 1953 voltooid werd. De eerste steenlegging gebeurde op 25 oktober 1949.
Antoine Courtens (1899-1969) was het jongste kind van de bekende schilder Franz Courtens. Als kind van een kunstenaarsgezin (verschillende broers werden beeldhouwer) studeerde hij eerst architectuur aan de Sint-Lucasschool in Brussel (1916-20) en vervolgens aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten van Antwerpen waar hij o.a. Horta als leraar had. In 1924 verbleef hij in Parijs waar hij kennis maakte met het werk van grote Franse architecten en interieurontwerpers zoals Albert Patout, Henry Sauvage, George Wybo, Emile Ruhlmann en het atelier Martine. Terug in België behaalde hij verschillende prijzen en werd hij vooral bekend als ‘inrichter’ en architect van de meest geslaagde Art Deco gebouwen van de hoofdstad (hotel Haerens in Ukkel, appartementencomplex ‘Palais de la folle chanson’ in Elsene…).
Cataloguskaft van de gelijknamige expo in het Civa Elsene. Afbeelding : hall ‘Palais de la Folle Chanson’ Brussel door Antoine Courtens in 1928 ©
Vanaf 1936 werkte hij hoofdzakelijk voor de Empaingroep en verbleef hij afwisselend in België en Canada (1936-1939) aan het Massonmeer om het domein Estérel te realiseren. Courtens bouwde voor Empain ook het ‘Pro Juventute’-gebouw of de vakantiekolonie in Koksijde (Oostduinkerke). De latere realisaties kregen een meer modernistische stijl.
Na 1953 kwamen er nog tal van andere instellingen zich in de tweetalige campus vestigen. In 1967 werden de tweetalige scholen gesplitst in het Pivit en het Ipiat. Er kwam ook een nieuwe naam Coovi of Centrum voor Onderwijs van de Verenigde Voedingsindustrieën.
In 1995 werd, na de splitsing van de provincie Brabant, het complex overgedragen en verdeeld tussen 2 instellingen de Cocof en de VGC en werd er een 2de naamsverandering doorgevoerd: Cvo Elishout.
Grondplan van de campus © Coovi
De VGC stond ook in voor de restauratie van verschillende vleugels en liet als opvallende landmark of ‘paradepaardje’ een soort abstracte glazen keukentoren bouwen. De nieuwe toren staat precies in de as van de oude watertoren en kan als tegenhanger en ‘baken’ van de nederlandstalige campus aanzien worden.
Glazen keukentoren © CVO Coovi, avondschool, Anderlecht
De toren heeft buitenliften en enkele merkwaardige geperforeerde betondelen, telt 14 verdiepingen en bestaat uit verschillende leerkeukens, opslagruimten en het didactische restaurant met een verbluffend uitzicht over de omgeving. Deze laatste aanvulling, onderdeel nr 17 van de campus, werd ontworpen door het Brusselse bureau Xaveer De Geyter Architects (XDGA).
Binnenzicht glazen keukentoren © CVO Coovi, avondschool, Anderlecht
De Geyter startte zijn carrière bij Rem Koolhaas en ging vanaf 1988 zelfstandig aan de slag. Zijn team realiseerde woontorens in Breda, een nieuw stadsdeel nabij Rijsel, auditoria in Gent, het nieuwe Antwerpse Provinciehuis en de nieuwe metroingang aan het Rogierplein. Typisch is het geloof dat architectuur een krachtige energie is, die zich moet openen naar de toekomst, de context van de site moet respecteren en zich aan de activiteiten van de huidige maatschappij moet aanpassen.
Op CVO Coovi volgen meer dan 2100 cursisten les. Nu is het een onderdeel van het GO, en is een derde- en de oude naam opnieuw in voege. Machteld de Schrijver heeft een biezondere band met de campus, omdat ze er meer dan 30 jaar les gegeven heeft. We wandelen langs de verschillende onderdelen, het Jacques Brelauditirum (vroegere bioscoop-, feest- en theaterzaal), sportpleinen, het zwembad, een verborgen totempaal, gemaakt door de leraar van plastische kunsten Basil LAMON en zijn leerlingen, een kasteelpoort, kolensilo’s, het internaat, het leerlingenrestaurant of de ‘mess’, de directiewoning, een bakoven en de Elishouthoeve. We gaan nadien langs de tuinwik ‘Het Rad’ en eindigen -voor wie wil- in het naburige café ‘"La Marina’, een café-restaurant met een terras aan de Veeweydekaai, uitkijkend op het kanaal en uitgebaat door de oude ‘Cercle des Frégattes’, die vroeger aan de Groendreef gevestigd was.
Samenkomst aan het grasveld, bij de ingang van de campus, voorbij de slagboom en het portiersbureau (beeldhouwwerk), Emile Gryzonlaan 1, Anderlecht.
Duur: ca. 2,5u
Coovi is bereikbaar via Metrostation Coovi/ Ceria en de Marc Henri Van Laerlaan
<terug naar boven>
~*~*~*~ Oasen van rust: verschillende kerhof- en begraafplaatsenbezoeken.Informatie over sterven, begraven en de dood in het verre verleden.
Houten paneel van een anonieme Vlaamse Meester ca.1550. Privécollectie, object van de expo 'sterven' in de KMKG van Brussel © Foto van Lisanne Wepler
Maaslands werk ca.1340 in marmer, graflegging van Christus © Grand Musée Curtius Liège nr 126/78
foto vzw grafzerkjes
Vol symboliek en getuige van "nationale of lokale’’ geschiedenis.
Begraafplaats- en kerkhofbezoeken in Brussel, Laken, Ukkel, Evere en Sint-Joost-ten-Node…
Brussel met zijn 19 deelgemeenten heeft meerdere begraafplaatsen, kerkhoven of rustplaatsen voor doden. Deze bevinden zich buiten het stadscentrum, verplicht door de wetgeving, opgesteld ten tijde van Keizer Jozef II van Oostenrijk waarbij vooral de hygiëne en de gezondheidszorg primeerde.
Kerkhoven en begraafplaatsen werden een gemeentelijke aangelegenheid. Hier werd ook een totaal nieuwe structuur van grondplan en begraafplaatsaanleg geschapen en vaak geopteerd voor veel groen en een park.
LINKS: Graf Jef Dillen met beeld 'De Denker van Rodin' © Paul Smolders *=*=* RECHTS: Grafmonument voor burgemeester E.Bockstael © Paul Smolders
U kunt kiezen uit een reeks bezoeken aan de meest opmerkelijke dodenakkers waarbij de aandacht zowel uitgaat naar de geschiedenis van de site als naar de symboliek van de monumenten en de aldaar begraven persoonlijkheden.
Beeld 'Fil du temps' ©
Begraafplaats van Elsene
Graf van de medicus en Nobelprijswinnaar Jules Bordet ©
Graven van architecten, kunstenaars en schrijvers.
Graf modernistisch architect Victor Bourgeois ©
Graf van Charles De Coster, auteur van 'Tijl Uilenspiegel ©
Begraafplaats van Evere
Onderdeel van kerkhof voor oorlogsslachtoffers ©
Begraafplaats van Sint-Joost-ten-Node (1030 Brussel)
Oorspronkelijk lag het kerkhof bij de voormalige Sint-Joost-kerk aan het Sint-Joostplein. De site moest echter verdwijnen naar aanleiding van de uitbreidingswerken van de kerk, gepland door architect Spaak in 1833. De kerkfabriek had gelukkig al in 1832 gronden aangekocht voor een nieuwe begraafplaats, aan de Leuvense steenweg. Na een tijdje was ook deze dodenakker te klein geworden. In 1879 werd tenslotte voor een derde maal een nieuwe gemeentelijke begraafplaats aangelegd. Zeer vroeg werden er al in 1890 funeraire galerijen aangelegd. Het complex is 8 ha groot. Het is bekend door zijn mooie ingangspartij aan de Fortinstraat. Daarna volgt een groot grasperk met allerlei mooie beeldhouwwerken van beroemde beeldhouwers uit het einde van de 19de eeuw zoals Guillaume Charlier, Isidore de Ruddere en Victor Rousseau, bekende beeldhouwers van het realisme en het symbolisme. Een ‘must’ is het imposante graf voor minister Charles Rogier, als een Dorische tempel ontworpen door de Art-Nouveau pionier Paul Hankar. Ook schrijvers en schilders werden hier begraven, zoals Binje, Madou, Charles De Groux en de beeldhouwer Charlier wiens huis en atelier aan de gemeente werd geschonken en sinds 1926 aan de Kunstlaan bezocht kan worden. De ingang bevindt zich aan de Fortinstraat nr 1 te 1030 Brussel.
Kerkhof van Laken, het ‘Père Lachaisekerkhof’ van Brussel aan het Onze-Lieve-Vrouwevoorplein en de kerk van Laken.
Rond de oude kerk, waarvan de resten van het koor op het kerkhof nog aanwezig zijn, was er een kleine dodenakker.
Grafkapel operazangeres La Malibran
Laken (domein Schoonenberg) werd al door adellijke families bewoond vanaf de 18de eeuw. Bekommerd om de gezondheid en de hygiëne werd er, door decreten verordend door Jozef II en Napoleon (in 1784 en 1804), verplicht dodenakkers aan te leggen buiten de binnenstad.
Door de komst en de vestiging van een koninklijke dynastie in Laken en de bouw van een nieuwe, neogotische kerk met koninklijke crypte werd deze site vanaf 1845 de geliefkoosde rustplaats van vele edelen, hovelingen, politici, kunstenaars, architecten, schrijvers en toondichters.
Een eerste uitbreiding gebeurde al snel in 1831 en een tweede na de dood van onze eerste koningin Louise-Marie in 1850! Pas met de aanleg van een kerkhof in Evere in 1877 kreeg het Lakense kerkhof een concurrent.
Vlakbij het kerkhof werd door stamvader Ernest Salu I gestart met een belangrijk beeldhouwers- en grafzerkentalier. Drie generaties waren er ca 100 jaar actief. Nu is het Salu-atelier in bezit van de vzw Epitaaf. Het is een uniek complex in Europa omdat het de enige site is die op de oude locatie bewaard bleef. Als funerair museum kan het Salu-atelier, na reservatie, op bepaalde tijdstippen in het jaar bezocht worden.
Grafmonument op het Belgische Père Lachaise kerkhof te Laken
Het kerkhof van Laken werd ook beroemd door een galerijennetwerk. Naar het voorbeeld van Zuid-Europa werd op voorstel van de Lakense burgemeester Emile Bockstael een indrukwekkend ondergronds catacombennet uitgebouwd dat recent maandenlang werd gerestaureerd en nu opnieuw toegankelijk is.
Op dit beroemde kerkhof zijn er prachtige grafmonumenten, gerealiseerd in het atelier van Salu of grote beeldhouwers uit Brussel en Vlaanderen, zoals Willem Geefs en Hendrik Pickery. U vindt er o.a. graven voor de vader van Marguerite Yourcenar, voor musici zoals de bekende operazangeres La Malibran en haar echtgenoot en violist C. de Bériot, Marie Pleyel, kunstcriticus Jef Dillen en voor de famillies Mosselmans, Ghémar en De Pauw.
> Graf voor Marie Pleyel, docente van het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel © Paul Smolders
Of graven voor architecten en beeldende kunstenaars zoals Poelaert, Suys, Balat, Xavier Mellery en de familie Salu. Ook schrijvers zoals Iwan Gilkin en de vader van Marguerite Yourcenar vonden er een rustplaats.
Er staat ook een bronzen ‘denker’ van Auguste Rodin gekocht door de weduwe van de kunstcriticus Jef Dillen die de originele versie zou zijn van de beroemde Franse beeldhouwer en niet het beeld dat later in hert Pariijse Rodinmuseum werd geplaatst. Rodin had de denker eerst als bekronend beeld op de Hellepoort uitgewerkt die net zoals de 'denker' tentoongesteld is in de tuin van het Parijse museum.
De Denker van Auguste Rodin © Culturama
Hoe oud de kerk is, is onduidelijk. Legenden gaan terug tot verre tijden en linken het ontstaan aan een verschijning van Maria. Ook de heilige Sint-Guido is als koster met de kerk verbonden geweest. De resten van de eerste kerk zijn nog aanwezig op het kerkhof en dateren uit de 13de eeuw. Aartshertogin Isabella heeft een belangrijke rol gespeeld in de populariteit van Laken. Ze kwam er met haar hofhouding het miraculeuze Mariabeeld vereren en de heilzame Sint-Annabron opzoeken. Zo werd Laken vanaf de 17de eeuw een belangrijk bedevaartsoord. De "Groendreef", een prachtige laan met bomen, werd en bleef tot in de 19de eeuw een belangrijke wandelplek, pas overtroefd na1864 door de nieuwe Louizalaan!
In 1854 werd de eerste steen gelegd van de huidige neogotische kerk. In feite is ze tot de dag van vandaag onvoltooid. Achter de kerk werd voor de koninklijke familie een crypte gebouwd die op bepaalde zondagen toegankelijk is.
Aan de kerk van Laken is Jozef Cardijn, stichter van de Kajottersbeweging, een tijdje verbonden geweest.
We kunnen bij deze verkenning ook de kerk bezoeken en eindigen met een drankje vlakbij de kerk.
Begraafplaats van Ukkel aan de Dieweg
Tussen het graf van Hergé en dat van Cluysenaer
Detail graf striptekenaar Hergé © Foto A.Tas
Zoals vele begraafplaatsen rond de grote Belgische steden werd ook het Ukkelse kerkhof aangelegd om hygiënische redenen. Aanleiding was de choleraepidemie van 1866 die honderden personen deed sterven. Men besloot daarom een dodenakker van ca 4 ha aan te leggen aan de oude Dieweg en op de noordelijke valleihelling van de Geleytsbeek.
Zo zijn er vele rijke bourgeois- en bankiersfamilies begraven (Allard, Lambert, Errera, Franck, Stern) maar ook architecten, schilders, schrijvers en politici waaronder de familie Cluysenaer, Joseph Asselberghs, Charles Woeste en Isabelle Gatti de Gamond.
Voorbereidend werk Culturama gidsen © Foto Carmen Joye
De begraafplaats bleef tot in 1945 gebruikt, is rijk aan funerair erfgoed en groeide uit tot de grootste niet-confessionele begraafplaats van Belgische joden. Er zijn vele grafstenen van Joden aanwezig met traditionele ashkenaze symbolen of plant- en dierenmotieven.
Detail Joods graf. Grafplaat die verwijst naar een 'Kohen' © Culturamas
Overwoekerde Joodse graven © Culturama
Vele Joodse graven hebben dit symbool van 'trouw' en verbondenheid © Culturama
Neo-Romaanse graf van de voorzitter van het Consistorium © A. Tas
De Ukkelse begraafplaats is, in tegenstelling tot het kerkhof van Laken, vooral merkwaardig door zijn schilderachtige en romantische ligging, de vele vergezichten en bochtige wegen en zijn fauna en flora.
Grafkapel van de familie Allard © A. Tas
Infoplaat begraafplaats © Foto A.Tas
Na de sluiting in 1958 volgde er de bescherming voor flora, fauna en monumenten. Op de begraafplaats zijn niet minder dan 200 verschillende bloemensoorten en 60 exotische flora geregistreerd. Vermits planten ook insecten, vogels en knaagdieren aantrekken werd de begraafplaats bekend voor de biodiversiteit.
Een overwoekerde Joodse grafzerk © vzw Grafzerkje
Slechts 2 personen kregen er nog een nieuw graf: striptekenaar Hergé en de vioolspeler en winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd Philippe Hirschhorn.
Men durft het vaak vergelijken met een kerkhof dat in de 19de eeuw geschilderd werd door de beroemde romantische Duitse schilder Caspar David Friedrich.
Verder zijn er vele egyptiserende en Art Nouveau grafstenen aanwezig waaronder creaties van Victor Horta.
LINKS: Art Nouveau grafsteen - Victor Horta © Culturama =*= RECHTS: Sermon sfinx © A. Tas
De beroemde architecten Jean-Pierre Cluysenaer en Paul Hankar vonden er ook een laatste rustplaats.
Joseph Asselberghs, lid van de ‘Tervuurse schildersschool’, de striptekenaar Hérgé of Georges Rémi (vader van Kuifje en Bobby) werden er ook begraven.
Graf van Hergé, vader van Kuifje © Culturama
De begraafplaats telt ook vele grafkapellen in neostijlen en eclecticisme.
Detail - Christuskroon © Foto A.Tas
Griffioenfronton © Foto A.Tas
We maken een ommetje en bekijken in de Vandenrayelaan de woning 'Bloemenwerf' van Henry Van de Velde, één van de belangrijke pioniers van Art Nouveau in België en vader van het Bauhaus en design.
Begraafplaats van Sint-Gillis, aan de Stiltelaan
Dit kerkhof is zoals de kerkhoven van Sint-Joost-ten-Node en Laken vooral bekend voor zijn opmerkelijke grafmonumenten en beeldhouwwerken. Zoals het kerkhof van Sint-Joost-ten-Node is er een prachtige, indrukwekkende ingangspartij, versierd met een typisch symbolistisch beeld van Juliaan Dillens. Daarnaast kregen talloze artiesten, industriëlen en leidinggevende politici er een rustplaats, zoals de families Jacquemotte, Gaillard en de Jaer. Hier werden vrij vroeg columbaria en asverstrooiingsperken aangelegd. Er is ook een dodenperk aanwezig voor doden van 3 verschillende geloofsstrekkingen.
<terug naar boven>
~*~*~*~
ART NOUVEAU en ART DECO en 18de eeuwse architectuur in het HIPPE en GROEN VORSTEen volledig dagprogramma (ook in omgekeerde volgorde) of een halve-dag excursie, na onderling overleg.
Vorst is méér dan Vorst-Nationaal en het stadion van de bekende club ‘Royale Union Saint-Gilloise’ en heeft een bijzondere relatie met Dilbeek en Affligem!
Deze gemeente bleef lang ruraal en ontwikkelde, na de aanleg van 2 spoorweglijnen en steenwegen, zich pas vanaf ca. 1870 tot één der belangrijkste industriële en multiculturele deelgemeenten van Brussel. Vorst heeft niet alleen verschillende woonwijken maar is ook verdeeld in een hoog deel en een laag deel. Het hoogteverschil tussen het laagste en het hoogste punt is ca. 80 meter! Een groot gedeelte bestaat nog steeds uit parken en bossen. Zowel de Frans- als de Nederlandstalige naam van de gemeente als vele wijk- en straatnamen en het wapensdhild verwijzen naar het vroegere beemden- en bosrijke verleden.
Wapenschild van Vorst ©
We wandelen eerst vanaf het metrostation Albert (Albertplein) in hoog-Vorst langs verschillende Art Nouveau en Art Décohuizen in de Albert-, Besme- en Victor Rousseaulaan en aanpalende straten zoals de Rodenbach- en de Kemmelbergstraat.
Sociale woningen in de Rodenbach- en Marconistraat in Vorst © Foto Walter De Decker
Sociale woningen in de Rodenbach- en Marconistraat © Foto Walter De Decker
We wandelen verder deels doorheen de 2 grootste parken van Vorst.
Panorama op Brussel © P. Smolders
Het Park van Vorst en het Dudenpark kan men beschouwen als een Siamese tweeling. Het park van Vorst was oorspronkelijk een deel van het Zoniënwoud en werd ontworpen door Victor Besme op vraag van Leopold II in 1878. De vorst schonk het vervolgens aan de gemeente om "de arbeidersklasse" een ontspanning- en wandelgebied te schenken en hen zuivere lucht te kunnen laten ademen. Het is 13 ha groot en heeft vele beuken, kastanjebomen, essenbomen, taxusbomen en berken.
Beeld van koning Leopold II, schenker van het Vorst- en het Dudenpark ©
Het vroegere ‘Heegde- , Kruis- of Mosselmansbos” behoorde oorspronkelijk toe tot de oude Benedictinessenabdij van Vorst maar werd door de laatste eigenaar en rijke kanthandelaar Wilhelm Duden aan Leopold II nagelaten. Duden liet er in 1876 een neoclassiscistisch kasteeltje met stallingen en een conciërgehuis bouwen. Deze gebouwen zijn nog steeds bewaard en zijn nu gebruikt door de boswachters en de hogescholen Narafi en Inraci, de oudste filmscholen van ons land. Het Dudenpark werd in 1906 opgenomen in de Koninklijke Schenking en is nu onderhouden door Leefmilieu Brussel.
Links: Standbeeld voor de beeldhouwer Victor ROUSSEAU © P. Smolders *** Rechts: Rousseaulaan © Walter De Decker
Dit 23 ha grote park is grotendeels ongerept gebleven, met brede met beuken omzoomde lanen, allerlei varenssoorten en prachtige vergezichten. Door de aanwezigheid van 3 grote grasvelden, 2 minigoals, een speelterrein voor de kinderen en een esplanade is dit park hét favoriete wandel- en ontspanningsgebied van de Vorstenaren geworden. Het is omzoomd door de Koninginne-, Villa-, Koningin Maria-Henriettalaan en de Brusselsesteenweg, waar er tal van cottagehuizen in verschillende stijlen en het Joseph Mariënstadion uit de interbellumtijd te bewonderen zijn. Het Dudenpark is nu ook een trekpleister omwille van het verblijf van ontsnapte groene halsbandparkieten die er indrukwekkende nesten hebben gebouwd.
Het park werd in 1912 openbaar en beheerd door de Koninklijke Schenking. In 1973 werd het geklasseerd.
Rond dit park zijn er talloze prachtige Art Nouveau huizen en realisaties uit de interbellumtijd te bewonderen. In Vorst zijn er trouwens vele pareltjes te ontdekken.
LINKS: Art Nouveau woning in Vorst © Culturama -*- RECHTS: Woning ontworpen door Arthur Nelissen © Paul Smolders
Voor Brussel zijn de grote meesters Victor Horta, Van de Velde en Paul Hankar het beste gekend, maar ook andere architecten waren er zeer creatief. Zoals Octave Van Rysselberghe, Arthur Nelissen, franz Tilley, Paul Hamesse en Henri Jacobs
Via de Jupîter- en Alexandre Bertrandlaan klimmen we verder naar het “Hoogte Honderdplein" waar er iets gegeten of gedronken kan worden zoals in “Le Schieve Lavabo”.
Zoals de pleinnaam het zegt bevindt zich dit deel van Vorst 100 meter boven Brussel waardoor we onderweg ook meerdere mooie uitzichten over Brussel en omgeving krijgen. Hoogte Honderd werd opmerkelijk verkaveld. Het centrum van deze wijk is een parel van een sobere, naakte en betonnen Art Décokerk, gewenst door beursagent Alexandre Bertrand. Deze onvoltooide Sint-Augustinuskerk met opmerkelijke vieringstoren is een creatie van de architecten Guianotte en de Watteyne. De kerk is het middelpunt van 8 stervormige uiwaaierende straten, met tal van Art Décocomplexen en Art Nouveauhuizen.
Luchtfoto St-Augustinuskerk van Hoogte Honderd, centrum van een wijk met stervormige straten © Culturama
We wandelen van hier omlaag, langs merkwaardige huizen, naar het oude dorpscentrum. In de dorpskom bevinden zich de oude Sint Denijskerk en het prachtige Art Déco gemeentehuis tegenover elkaar.
Links: Art-Déco woning Van Meulecom © Walter De Decker *** Rechts: Victor Rousseaulaan © Walter De Decker
Door de groei van de bevolking was het oude gemeentehuis en –school te klein geworden. Architect Jean-Baptiste Dewin won de wedstrijd in 1925 en ontwierp er tussen 1926 en 1938 een indrukwekkend ‘Gesammtkunstwerk’.
Detail van een woning © P. Smolders
Het gemeentehuis werd in ’92 volledig beschermd en is met de opmerkelijke geometriserende ‘zijttoren’, de vele sierende beeldhouwwerken en de prachtige zalen met exotische houtsoorten en marmerbekledingen één der grootste en mooiste gemeentehuizen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het werd trouwens ook de belangrijkste realisatie van de architect!
Interieur van de stemmige en rijke Sint-Denijskerk © Kik, Brussel en Paul Smolders
Aan de overkant ligt de oude parochiekerk, toegewijd aan de heilige Dionysus van Parijs. Oorspronkelijk was er een kapel en een kluis.
Detail ban de schilderijenreeks over het leven van Sint-Alena © Kik, Brussel en Paul Smolders
De kasteeldochter Alena van Dilbeek kwam er in de 7de eeuw vaak bidden en is er, vervolgd door de soldaten van haar heidense vader, dramatisch gestorven en begraven geworden.
Reliekschrijn van Sint-Alena © Kik, Brussel en Paul Smolders
In het Dilbeekse centrum staat er trouwens nog een Sint-Alenatoren, als onderdeel van het oude 16de eeuwse kasteel en is er een reliekschrijn van Alena in de Sint-Ambrosiuskerk.
Graf of cenotaaf van Sint-Alena © Kik, Brussel en Paul Smolders
Bij de Sint-Denijskerk bevinden er zich nog de indrukwekkende 18de eeuwse resten van een oude abdij, die nu door de gemeente wordt gebruikt voor allerlei doeleinden.
De abdij werd als priorij of filiaal van de abdij van Affligem rond 1100 gesticht, temidden van beemden en weiden, gelegen aan de Geleytsbeek en aan bronnen. De abdij werd in de 13de eeuw onafhankelijk en groeide snel uit tot één der belangrijkste, adellijke Benedictinessenabdijen van ons land. De abdis verschafte zeer veel werk. Rond de abdij waren er 4 molens en vele pachthoven.
In de tweede helft van de 18de eeuw werd de abdij herbouwd door de beroemde abdijenbouwer Laurent Benoit Dewez. Niet alle delen werden gerealiseerd wegens conflicten met de abdis. Amper klaar, brak de Franse Revolutie uit en moesten de kloosterzusters met hun kostbare relieken de vlucht nemen.
In 1796 werd de abdij en de hele inboedel verkocht. De abdijkerk werd volledig afgebroken. Er verrezen allerlei fabrieken in en rond het complex. De resterende abdijvleugels, aangelegd in de vorm van een hoefijzer, zijn bewaard gebleven en is nog steeds de moeite waard. We kunnen er een mooi plaatsje uitzoeken om uit te rusten en eventueel iets te drinken.
We nemen aan het Sint-Denijsplein de tram terug richting Zuidstation of centrum. De moedigen kunnen nog even halt houden aan de Van Volxemlaan en er onderweg het nieuwe kunstencentrum Wiels bezoeken. In de buurt zijn er ook enkele opmerkelijke gerenoveerde wooncomplexen zoals de schoenenfabriek Bata en Brutopia. In Wiels kan er ook iets gedronken worden.
<terug naar boven>
~*~*~*~ ''In de voetsporen van de Hertogen van Brabant te Tervuren''.
Barend Van Orley of F. Borreman en Pieter Coecke : Tekening die als ontwerp diende voor de ''Jachten van Maximiliaan'' , maand maart : omstreeks 1534
De Hertogen van Brabant stammen af van het huis van Leuven, Karel de Grote en de dynastie van de hofmeiers ten tijde van de merovingische koningen (Peppiniden).
Wandtapijt uit de reeks 'Jachten van Maximiliaan'
De graven van Leuven verwierven later de titel ‘hertog van Brabant’ en waren verbonden aan het Duitse keizerrijk. ‘Hertog’ was eerst een titel die te maken had met het hertogdom van Lotharingen. Later werd de tem ‘dux’ synoniem van de hoogstgeplaatste, meest aanzienlijke edele die als vazal ook allerlei verplichtingen had ten opzichte van zijn vorst of leenheer.
Detail van de Meester van Zierikzee - Johanna van Castillië, moeder van Keizer Karel in de tuin van het Hertooglijk Paleis met zicht op de oude stadsmuur © KMSK
Het grondgebied groeide stilaan tot het meest belangrijke gebied in de lage Landen, mogelijk geworden door oorlogsoverwinningen, veroveringen, aankopen en een uitgekiende huwelijkspolitiek.
Het hertogdom lag centraal en aan een belangrijke Middeleeuwse handelsweg. In Brussel en Tervuren ontstonden 2 burchten, omgeven door een jachtdomein.
Detail tapijten 'Jachten van Maximiliaan'
De burchten werden systematisch gedurende ca. 500 jaar verbouwd en uitgebreid.
Culturama biedt 2 thematische wandelingen aan van ca. 2,5 uur.Een bezoek aan de aanwezige musea is in deze stadswandeling inbegrepen.
De locatie Tervuren.
Als bouwheren worden voor de locatie in het Zoniënwoud (Tervuren) Hendrik I, Jan I, Jan II en Jan III vermeld.Op het jachtslot werden ook belangrijke oorkonden getekend en feesten georganiseerd; het kasteel was dus méér dan een jachtresidentie. In de naburige St Janskerk bevindt er zich nog steeds een hertooglijke crypte en in het nog jonge museum ‘Hof van Melijn’ is een verdieping aan de geschiedenis en de bewoners van het slot gewijd. Het kasteel van Tervuren werd beroemd door een indrukwekkende gotische zaal, zonder steunelementen.
Het slot en de aanpalende Warande werd later veranderd door de Habsburgers.
Zicht op het monument Leopold II van Tom Frantzen in het park bij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika ©
Ook Leopold II heeft er een rol gespeeld.We bezoeken de dorpskern, het park, de kasteelresten, het Hof van Melijn en de tuinen rond het Museum voor Midden-Afrika. Afspraak aan de museumingang.
Samenkomst in de hall van het Centraal Station van Brussel en met de tram verplaatsing naar de uitgekozen wijk.
Ofwel samenkomst in deze wijk na onderlinge afspraak. Wij kunnen u een locatie suggereren of u geeft zelf uw voorkeur op waarover van gedachten kan gewisseld worden.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Scheutbos.Groene wandeling
Met zijn weiden, kreupelbos, boomgroepjes, struiken en riviertjes, herinnert het gebied van het Scheutbos aan de tijd van Bruegel en het vroegere plattelandsuitzicht van de rand rond Brussel. Vandaag vormt het de overgang in landschap tussen de agglomeratie met zijn hoge torengebouwen en het Brabantse platteland.
Molenbeekvallei © Foto Coördinatie Zenne vzw
Het Scheutbos is een park en bosgebied in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek dat vlak bij de Louis Mettewielaan ligt. Het is een complex van graasweiden, moerassige gronden met wilgen, bosjes en verboste ruigtes. Het park is 55 ha groot en wordt beheerd door Natuurpunt en het instituut Leefmilieu Brussel. 44 ha van het gebied bestaat uit een geklasseerde site en de overige 6 ha vormen een regionaal park. Natuurpunt beheert er 2 ha. Daarnaast heeft Natuurpunt de 4,5 ha weide die aan het Scheutbos grenst in beheer gekregen.
LINKS: Molenbeek - Park bij Mettewielaan © Foto Coördinatie Zenne vzw =*= RECHTS: Merkwaardige krom gegroeide boom © Walter de Decker
Verschillende biotopen vloeien er samen. Weiden met galoway runderen beslaan ongeveer 70% van de oppervlakte van het Scheutbos. Omdat ze intensief worden begraasd, vind je er weinig bloemen (madeliefjes, boterbloemen, muur, enz.).
Bospartijen bestaan vooral uit wilgen (schiet- en katwilg) in de Maalbeekvallei en restanten van een gemengd eiken- en beukenbos, dat in het begin van de twintigste eeuw werd aangeplant. Braaklanden met heesters en braambosjes zijn heel interessant uit ecologisch oogpunt en voor de natuurlijke evolutie waarvan ze getuigen.
Galowayrunderen - Scheutbos © Foto Coördinatie Zenne vzw
Een rietveld van ongeveer 2 hectare ligt in het zuidoosten, in de Maalbeekvallei. Het bestaat hoofdzakelijk uit riet en moeraszegge, maar er groeit ook harig wilgenroosje, berenklauw, haagwinde, enz. De gele iris, de bloem die symbool staat voor Brussel, komt er ook veel voor. De poel in het noorden dient als waterbron voor de runderen die in de omliggende weiden grazen.Er is ook een groot geheel (ongeveer 2 hectare) met ‘wilde’ moestuintjes achter de Menuetstraat in het zuidelijke deel van het terrein. In het Scheutbos ontspringt ook de Leybeek
Het park heeft een zeer gevariëerde flora (25 soorten paddestoelen en ca 262 plantensoorten, waaronder orchideëen en knotwilgen) en open en gesloten delen. Sinds 2006 wordt een systematische telling uitgevoerd naar het aantal organismen dat voorkomt in het Scheutbos. In 2013 werden 2119 verschillende planten en dieren geteld. Er zijn knaagdieren (o.a. bosmuizen), vele verschillende vogel- en vlindersoorten, hazen, amfibieën en insecten. Het is trouwens een domein met één van de grootste variaties aan dieren in stedelijk gebied.
I.s.m. Beliris wordt de boerderij van de familie Claes (de laatste in Molenbeek, en een gebouw in art nouveaustijl ), aan de Ninoofsesteenweg en aan de rand van het park Scheutbos verbouwt worden tot een “Huis van de Natuur”of een pedagogische kinderboerderij.
Scheutbos - Knuppelpad © Foto Coördinatie Zenne vzw
De groene wandeling komt ook langs het Scheutbos.
Startplaats van de wandeling: Einde Scheutbosstraat aan houtenhuisje van de parkwachters. Straatje tegenover de Edmond Machtenslaan.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Neerpede natuurreservaat.
Natuurreservaat Neerpede
De Pedevallei is een belangrijk landschappelijk en waardevol gebied. Het laatste stukje landelijk Brussel moest beschermd worden omdat het verder bedreigd werd door verstedelijking en versnippering. De vereniging "Neerpede blijft" heeft zich jarenlang ingezet voor het voortbestaan en de uitbouw van de natuur in het gebied.
Er zijn hier ook - op slechts enkele kilometers van het centrum van Brussel - nog enkele agrarische nederzettingen actief.
Neerpede - Koeien en velden © Foto Coördinatie Zenne vzw
In 2009 werd het handvest "Réseau Nature" opgesteld i.s.m. vzw Natagora. Zowel de GOMB als het Erasmusziekenhuis, verschillende bedrijven en de gemeente Anderlecht hebben zich ertoe verbonden om bij het beheer van de terreinen oog te hebben voor de biodiversiteit. Dank zij het handvest kan een ecologisch netwerk van de ongerepte landelijke gebieden de Neerpede en de Vogelzang uitgebouwd worden.
Anderlecht © Schepen Elke Sleurs, Anderlecht
Het park ligt in Neerpede, een wijk van de gemeente Anderlecht, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dankt zijn naam aan de beek die er doorheen stroomt, de Pedebeek.
Deze beek wordt ook de Neerpedebeek genoemd in Dilbeek.
Pedepark Anderlecht © Foto Coördinatie Zenne vzw
Het park is gelegen naast het Vijverspark en het Jean Vivespark en bestaat uit een grote vijver met een capaciteit van 50.000 m² en werd aangelegd in het begin van de jaren ’80. Verder zijn er vele sportterreinen en een groene ruimte met een speeltuin. De vijver was aangelegd als waterbekken om de hoge waterstanden van de Pede op te vangen. De capaciteit is nu niet zo groot meer wegens dichtslibbing aangevoerd via de Pede. Aan de oevers en slibbanken van de vijver heeft zich een rijke vegetatie gevormd, met o.a. gele lis, kattenkruid en moerasspirea. Niet verwonderlijk dat vele watervogels hier tijdens hun trek komen uitrusten en verschillende vogelsoorten er komen broeden. Er zijn zowel vleermuizen te spotten als de steenuil die een uitstervende vogelsoort is en wettelijk beschermd.
Neerpede - Wandellaan met knotwilgen © coördinatie Zenne vzw
Ook de groene wandeling komt er langs.
Begin van de wandeling: Neerpedestraat Anderlecht ter hoogte van de vijver en tegenover restaurant ’Chalet de la Pede’.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Ruusbroec wandeling in Groenendaal.Groenendaal ligt quasi in het midden van het Zoniënwoud en niet ver verwijderd van Overijse. Dagelijks rijden er duizenden auto’s voorbij op de Brusselse Ring. Eeuwen geleden was het Zoniënwoud veel groter. Vele kloosterlingen hebben er zich teruggetrokken, om ver van de bewoonde wereld, in alle rust en stilte, een beschouwend leven te kunnen leiden. Er waren vrouwen- en mannenkloosters In 1343 of ca. 600 jaar geleden stichtte de beroemde mysticus en dietstalige schrijver Jan van Ruusbroec er een priorij. De priorij groeide uit tot een indrukwekkend klooster waar de Brabantse Hertogen, de Bourgondiërs, onze keizer Karel V en de Habsburgers graag verbleven.
Kaart met groene zones Brussel © Visit Brussels, Promotiebrochure 2014
Wij beginnen de wandeling van ongeveer 6 km aan het Bosmuseum, gelegen aan de Duboislaan te Hoeilaart. We wandelen verder langs het arboretum en bereiken de Ganzepootvijver. Via de Sint-Korneliusdreef werpen we een blik op de oude Paardenrenbaan, de abdijmaquette en het gerestaureerde kasteel van Groenendaal . Dit was de vroegere priorij. Het wordt nu gebruikt als congres- en bijscholingscentrum van de afdeling ‘Bos en Groen’ . Langs de paviljoentjes voor de sprookjeswandeling, de ijskelder en resten van de vroegere abdijkerk gaat het verder naar de Keizer Karelvijver. Hier wordt even ingegaan op de keizer en zijn jachtdaden; zo zou hij tijdens één van zijn jaarlijkse bezoeken aan Groenendaal met één schot een reiger heeft afgeschoten. We klimmen verder en keren terug naar het bosmuseum. Hier kunnen wij de wandeling besluiten. Het bosmuseum is didactisch uitgebouwd en bezit naast resten van grafstenen van monniken en grenspalen ook ruimten die de fauna, de flora, de samenstelling van de bodem en de rijke geschiedenis van het Zoniënwoud belichten. Deze site kan in alle seizoenen bezocht worden met telkens een andere kijk op de weelderige natuur.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Bezoek aan het verrassende en veelzijdige Tervuren.Over landschapsschilders, Hertogelijke jachtpartijen en een koloniale expo
Van stille kluizenaarsplaats tot culturele ‘must’ met musea, groen en gastronomie.
Allegorie op de smaak, 1618 Jan Brueghel en Peter Paul Rubens Museo del Prado,Madrid
Eeuwenlang was Tervuren een kleine en stille nederzetting in het grote Zoniënwoud. Het werd in de 8ste eeuw gekerstend door de H. Hubertus, die er ook als kluizenaar stierf. Later werd Tervuren een belangrijke etappe tussen de grafelijke residenties van Leuven en Brussel, en verrees er een indrukwekkend jachtpaleis. Vooral onder impuls van Albrecht en Isabella en Karel van Lorreinen werd het complex uitgebreid en speelde Tervuren ook een rol in onze kunstproductie.
De schilderscolonies, een nieuw fenomeen in Europa in de 19de eeuw - De schilderende Willem Vogels door Hyppolyte Boulenger © Museum Elsene - Tijdelijke expositie "Schilders van het Zoniënwoud"
In de 19de eeuw werd het een belangrijk schildersdorp, waar 3 generaties werkten, naar het voorbeeld van het Franse Barbizon.
De wolvenweg (Holle weg) © Hof van Melijn, gemeentelijk museum van Tervuren
Tervuren was ook bekend voor zijn paarden. Door het succes van de Koloniale Expo van 1897 werd beslist er een Afrikaans museum en een wereldcentrum uit te bouwen, die thans slechts deels zijn gerealiseerd. Later werden zowel een heemkundige vereniging als een vriendenkring voor de school van Tervuren opgericht. Door hun inzet kunt u er vandaag als 2de museumparel het Hof van Melijn bezoeken. Wegens onvoorziene problemen is dit gemeentelijk museum voor onbeperkte tijd gesloten.
Het Gemeentelijk Museum Hof van Melijn © Heemkundige Kring Tervuren
We maken een wandeling langsheen het Koloniepaleis, de resten van de Expo van 1897, het museum voor Midden-Afrika, de tuinen, de vijvers en de verschilende beelden van Tom Frantzen (jazzfontein, de padvinder, koning Leopold II, etc) en eindigen, na een pauze in een pittoresk cafeetje, in het Hof van Melijn.
LINKS: Buste koning Leopold II © Culturama +=+ RECHTS: Jazzfontein © Culturama
Duur: ca. 3 uur.
Samenkomst in de hall van het Centraal Station van Brussel en met de metro en nadien de tram verplaatsing naar de uitgekozen wijk.
Ofwel samenkomst in deze wijk na onderlinge afspraak. Wij kunnen u een locatie suggereren of u geeft zelf uw voorkeur op waarover van gedachten kan gewisseld worden.
Tram 44 vertrekt in het metrostation Montgomery en rijdt tot de eindhalte aan de Leuvensesteenweg vlakbij het museum voor Midden Afrika. De oude tramterminus is nu een café en bevindt zich een honderdtal meter verder op dezelfde steenweg.
Tram 44 kree de bijnaam "expresslijn". De snelheid van deze tramlijnen kan aanzien worden als de snelheid van een volwaardige premetrolijn. Deze lijn is de bekenste en wordt door de tramliefhebbers als één van de mooiste lijnen van het Brussels net genoemd omdat het tracé doorheen de weelderige Tervurenlaan en deels door het feeêrieke groene Zoniënwoud gaat.
Een bieuwe lijn, die het Gennetwerk zou aanvullen, tussen Jette via de Heizel, het station van Vilvoorde tot Tervuren, is nog toekomstmuziek.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Leopold II : Brussel-Congo.
Leopold II
Onze tweede vorst wordt in vele boeken de koning-architect of de koning-urbanist genoemd.
Kunstberg: uurwerk, beiaard
De merkwaardige toespraak die hij als piepjong senator van 18 jaar hield maakte al zijn belangrijkste drijfveren en wensen bekend. Zowel de invloed van zijn vader, het toenmalige denken en de eigen koppigheid waren bepalend.
Panorama du Monde, wereldexpo Parijs, een inspiratiebron voor koning Leopold II - ©Civa
Een klein land, gelegen in het centrum van Europa, kon o.a. groot worden door een kolonie.
De Kruidtuin en het beeldenpark van het einde van de 19de eeuw
Vele Belgische steden, en natuurlijk Brussel in de allereerste plaats, hebben dank zij de vorst imposante gebouwen gekregen. Basiliek van Koekelberg
Soms hebben op specifieke wil van de koning, stromannen hierbij de aandacht weggeleid.
Monument Leopold II van Tom Frantzen in het park bij het Konininklijk Museum voor Midden-Afrika ©
Soms hebben vertrouwenspersonen en medewerkers van de vorst een cruciale rol gespeeld, zoals Van Eetvelde! Brussel werd grondig geürbaniseerd en verfraaid. Dit echter niet zonder slag of stoot en niet zonder het verzet van andere merkwaardige figuren zoals burgemeester Karel Buls.
Detail huis Gustave Strauven, Bertrandlaan in de buurt van het Josaphatpark
We sommen slechts enkele dingen op die in Brussel werden gerealiseerd: de aanleg van talloze, brede lanen, meerdere parken, een Triomfboog in het Jubelpark, 3 exotische paviljoenen in Laken, een expoterrein voor de kolonie in Afrika, een Basiliek van het H. Hart, naar het voorbeeld van Montmartre …Zelfs aan een Internationale Handelsschool en een complex, gewijd aan Afrika, werd gedacht…
Beeld van de Werelexpo van 1935, logo van Côte d'Or, nu te zien in Tervuren bij het Koninklik Museum voor Midden-Afrika
Feit is wel dat België toen een belangrijke rol speelde in andere landen, zoals Rusland, China, Afrika en Egypte!
<terug naar boven>
~*~*~*~
Cite Moderne Sint-Agatha-BerchemCITE MODERNE Sint-Agatha-Berchem.
Sint-Agatha-Berchem bleef zeer lang een landelijke gemeente. De oudste dorpskern ontwikkelde zich rond een dries omgeven door enkele wegen zoals de ’s Heerestraet, de Groen- en de Dendermondestraat en 2 kapellen. De Sint-Agathakapel bevond zich bij de Sint-Agathabron en bestond zeker al voor de 12de eeuw. Ze was lang een kapel of een afhankelijk dochterkerkje van de abdij van Grimbergen maar werd in de 14de eeuw onafhankelijk. De parochie bevatte ook delen van Jette, Ganshoren, Molenbeek en Koekelberg. Lang vormde de gemeente een eenheid met Koekelberg tot 1841.
Sint-Agatha-Berchem lag aan 3 beken (de Pont- of Dillebeek, de Paruckbeek en de Molenbeek) en bestond uit vele beemden, weiden, heide, vijvers, steenpoelen, bossen en heuvels. In de volksmond werd het ook ‘het dorp van putten en bergen’ genoemd. De oudste benamingen tussen 1102 en 1430 waren Berachem, Bergheem, Berckshem, wat ‘een erf bij een hof in of op een berg’ betekent. In de volksmond sprak men ook over ‘Sint Agtenberg’. Zowel deze oudste namen van de gemeente als vele wijk- en stratennamen verwijzen hiernaar.
Het landbouwersdorp bleef eeuwenlang zeer klein (geen 1.000 inwoners) en had vaak te lijden onder allerlei belegeringen in de 17de en de 18de eeuw. Pas na de aanleg van belangrijke verbindingswegen, zoals de gekasseide Gentsesteenweg en de spoorweglijn van 1855, werd gestart met allerlei verkavelingen. Sint-Agatha-Berchem veranderde vanaf het einde van de 19de eeuw tot een residentiële gemaakt door de bouw van vele buitenverblijven en prachtige villa’s voor rijke Brusselaars. Met de bouw van de ‘Cité Moderne’ op een afgevlakte heuvelrug in Klein-Berchem verdubbelde de bevolking. Voor het begin van de wereldoorlog, in 1940 waren er al ca. 10.000 inwoners.
Onder invloed van Engeland, waar publicaties verschenen van Raymond Unwin en E. Howard, werden de eerste ‘garden cities’ in Letchworth en Welwyn gerealiseerd en congressen hierover georganiseerd. Dank zij allerlei juridische regelingen werden er in België na de Eerste Wereldoorlog duizenden logementen gebouwd door coöperatieven. Brussel werd stilaan omgeven door een gordel van tuinwijken. De broer van architect Victor Bourgeois, Pierre Bourgeois, richtte tesamen met de schrijver Georges Rens in maart 1922 een coöperatieve op. Victor Bourgeois was op dat moment juist terug van een reis in Nederland en Duitsland.
Portret Pierre Bourgeois door Pierre Louis Flouquet © Kon.Musea voor Schone Kunsten, Brussel
Hij had al iets vroeger een opmerkelijk appartementsgebouw ontworpen in de Kubismestraat in Koekelberg. Hij mocht, samen met tuinarchitect Louis van der Swaelmen, de ‘Cité Moderne’ in Klein-Berchem realiseren. De bouw van 275 huurwoningen duurde 3 jaar. Bourgeois creëerde een complex van speciaal georiënteerde kubistische of getande woningen met platte daken maar met een minimum aan comfort. Er werd ook aan collectieve voorzieningen gedacht zoals een bibliotheek en een cultureel centrum. Deze tuinwijk is ook een mooi voorbeeld van de integratie van alle kunsten.
Glasraam Pierre Louis FLOUQUET © Georges de Kinder, Voorzitter coôperatieve Cité Moderne
In tal van woningen zijn er glasramen aanwezig van Pierre Louis Flouquet, een vriend van René Magritte. Het complex bevindt zich op een onregelmatig terrein, omgeven door groen en doorsneden door 1 centrale laan. Verder zijn er 2 pleinen en 6 korte straten. De gemeente aanvaardde in 1923 de opmerkelijke namen die deze verbindingswegen en pleinen moesten hebben. Ze belichamen de idealen en de doelstellingen van de coöperatieve. Bijvoorbeeld de Ravotterijstraat, het Samenwerkingsplein en de Onderlinge Hulpstraat. De omzomende straten, zoals de Herderinlaan, molenveldsteeg en de Openveldstraat, verwijzen naar het vroegere rurale karakter van deze wijk. Cité Moderne is even oud als Le Logis-Floréal in Watermaal-Bosvoorde en de wijk Kapelleveld in Woluwe, maar werd door vele artikels in tijdschriften internationaal de meest bekende tuinwijk. In 1927 mocht Victor Bourgeois als enige Belgische architect een modernistische woning bouwen in de Weissenhofsiedlung van Stuttgart naast realisaties van Le Corbusier en het Bauhaus!
Straatnaambord © Heemkundige kring Agtenberg van Sint-Agatha-Berchem
Victor Bourgeois was een zeer sociaal bewogen persoonlijkheid, een groot animator, oprichter van allerlei belangrijke tijdschriften zoals ‘Le geste’ en ‘7 Arts’, de spreekbuis van de modernisten in België. Hij was ook jarenlang een zeer invloedrijke docent aan La Cambre en de vicevoorzitter van de C.I.A.M. Door zijn toedoen werd ook het 3de congres in 1930 in Brussel in het Paleis voor Schone Kunsten, thans Bozar, gerealsieerd. Later realiseerde Bourgeois vele paviljoenen op internationale tentoonstellingen en het stadhuis van Oostende. In 1959 bouwde Bourgeois een uitbreiding opzij van de Cité Moderne, het ‘Ensemble Christophe’. Hij overleed in 1962 en werd begraven in Elsene.
Grafsteen van Architect Victor BOURGEOIS op het kerkhof van Elsene © Heemkundige kring Agtenberg van Sint-Agatha-Berchem
Thans wordt de wijk i.s.m. Beliris stap voor stap gerenoveerd en gerestaureerd en wordt aan het belang van comfort gedacht. In het kader van de Open Monumentedagen 2014 organiseerde Culturama i.s.m. het Gemeenschapscentrum de Kroon van Berchem meerdere wandelingen.
Wie er een dagje uit wil van maken, kan deze wijkverkenning combineren met een bezoek aan de Basiliek van het H. Hart of met een wandeling rond het gemeenschapscentrum de Kroon waar er zowel mooie villa's zijn van de vroegere Brusselse bourgeoisie in diverse neostijlen en Art Nouveau, en waar er vlakbij de Oude Kerk, nu in gebruik als muziekauditorium, een holle weg en een natuurreservaat is. In de Kroon, een vroegere brouwerij, kan even pauze genomen worden en ook iets gedronken.
<terug naar boven>
~*~*~*~ De Kruidtuin van BrusselEEN GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE
Victor Hugo zei ooit: “Brussel heeft twee wereldwonderen: de Grote Markt en het panorama van de Kruidtuin”.
Overzicht van de Kruidtuin © Foto François Rude
De eerste Kruidtuin bevond zich in het centrum van Brussel en werd aangelegd in de Franse tijd. Door de oprichting van de Koninklijke Bibliotheek moest deze plantentuin verdwijnen en vervangen worden door een nieuw complex, aangelegd vlakbij de oude tweede stadswal en de Schaarbeekse Poort. Het werd een grotere Kruidtuin, met serres, administratieve kantoren en wetenschapsruimten. De instelling werd geleid door de Koninklijke Mij van Boom-, Kruid- en Bloemkwekerijen der Nederlanden (regering van Willem I). Het opmerkelijke gebouw met opvallende centrale rotonde werd ontworpen door P.F. Gineste, T. F. Suys en Jean-Baptiste Meeus-Wouters. Het park, aangelegd volgens de plannen van Charles-Henri Petersen, met verschillende terrassen, was ca 7 ha groot.
Detail Kruidtuin - Bronnetje met twee nimfen © Foto François Rude
De Kruidtuin was ook een historische locatie omwille van andere dingen. Tijdens de Belgische revolutie zou hier toevallig in de kelder het ‘witloof’ ontstaan zijn. En in 1864, toen de Franse dichter Charles Baudelaire in Brussel verbleef, werd er in de Kruidtuin door zijn vriend Nadar een grote ballon opgelaten, ‘le Géant’, om het 33ste regeringsjaar van koning Leopold I te vieren.
Ballonoplating van "le Géant" © Foto Stedelijke Musea van Brussel Broodhuis, tentoonstelling 'Charles Baudelaire en Brussel'
In 1870 werd het domein aangekocht door de Belgische staat. Vervolgens werd het park tussen 1894 en 1898 verfraaid met fonteinen, waterbekkens, prestigieuze verlichtingspalen en 52 bronzen beelden, als tegenhanger van de het parkje van de Zavel.
In België en Brussel waren vooral de schilderkunst en de architectuur lang belangrijk gebleven. Pas vanaf de 2de helft van de 19de eeuw komen er meer decoratieve projecten waarbij beelden een rol gaan spelen. Een eerste belangrijke realisatie was de decoratie van het Koninklijk Paleis, gewenst door Leopold I. De overheid zal volgen wat zorgt voor een toename van opdrachten. In het jonge onafhankelijke land zijn ‘moraliserende’ beelden en standbeelden en busten van helden, beroemde personen, schrijvers, kunstenaars, ... welkom als esthetische aanvullingen van gebouwen. Zo werden Noord- en Zuidstation, de Sint-Hubertusgalerijen, de Beurs (met als werkgever Carrier-Belleuse en als werkman Auguste Rodin), het Justitiepaleis, het Muziekconservatorium, het huidige Museum voor Oude Kunst en de Nationale Bank opvallend versierd. De Belgen leerden op die manier ook hun roemrijk verleden kennen! Vele nieuwe beelden en reliëfs werden ook geplaatst n.a.v. restauraties van gebouwen (stadhuis en gildehuizen aan de Grote Markt). Maar ook aangename, verrassende verfraaiïngen als hygiënisch orgelpunt werden opgesteld langs lanen en in parken en squares. Na 1850 waren er trouwens ook meer bronsgieterijen actief in Brussel die niet alleen instonden voor monumentale beelden maar ook voor kleine meubileringsbronzen: de burgerij werd immers ook een belangrijke koper. Waar voor 1850 bronzen in Frankrijk of Gent (Trossaert-Roelandt) gegoten werden, waren nu tal van bedrijven die elkaar gingen beconcurreren. Eerst en vooral de Cie des Bronzes in Molenbeek (actief tussen 1854 en 1977) die een nieuw procédé uitdacht en beelden liet gieten via een wassen model. Vervolgens het bedrijf Peeterman in Sint-Gilis dat in 1902 van naam veranderde in de Société Nationale des Bronzes en de gieterijen Luppens, Van Aerschodt en Verbeyst. Ook het culturele leven in Brussel kende vanaf 1880 een opmerkelijke en buitengewone bloei door de organisatie van vele tentoonstellingen en salons en de werking van vele kunstenaarsverenigingen (l’ Essor, de ‘XX’, la Libre Esthétique) en de uitgave van vele tijdschriften.
De leiding van dit prestigieuze project kaderde in de filosofie van ‘l Art appliqué dans la Rue’ en ‘Pour l’Art’, en was toevertrouwd aan de bekende beeldhouwers Constantin Meunier en Charles Vanderstappen. Verschillende sierende elementen hebben kenmerken die doen denken aan de Art Nouveau. Vele bronzen beelden in de Kruidtuin zijn allegoriën en verwijzen symbolisch naar de tijd, de seizoenen, de leeftijden of naar planten en bomen en de daarmee verbonden deugden of positieve eigenschappen. Er zijn ook vele dierensculpturen die symbool staan voor de lage instincten of voor de moed en kracht. De 'animalier' was in het laatste kwart van de 19de eeuw ook een nieuwe specialisatie geworden.
Kruidtuin - Vogel op paal © Foto Walter de Decker
De 20ste eeuw zorgde echter voor amputaties, eerst door de Noord-Zuid-verbinding en nadien door de aanleg van de Kleine Ring. Nu is het domein slechts 5 ha groot. De serre ‘Victoria Regina’, planten en palmen werden voor 1958 naar de nieuwe Nationale Plantentuin van het domein Bouchout in Meise overgebracht. Het park werd heraangelegd door de landschapsarchitect René Péchère die naam had gemaakt door de tuinenaanleg op de Wereldtentoonstelling van 1958 op de Heizel. In 1964 werd het park met ca. 240 verschillende planten beschermd. In 1978 werden de gebouwen overgenomen door de Franse Gemeenschap en omgevormd tot een cultureel centrum. Sindsdien is de ‘Botanique’ bekend voor allerlei culturele activiteiten zoals tijdelijke fototentoonstellingen, concerten in 3 verschillende zalen, filmvoorstellingen en het jaarlijkse muziekfestival ‘Nuits Botanique’. De gebouwen werden recent verfraaid door 2 belangrijke ‘street-art’ artiesten door Bonom of Vincent Glowinski en Emmanuel Bayon.
Bij de begeleide wandeling gaat de meeste aandacht uit naar de tuinaanleg van Péchère en de vele bronzen beeldhouwwerken en beeldhouwers (C. Meunier, P. Braecke,de Rudder, P. Dubois, J. Dillens, C. Samuel, V. Rousseau, J Lagae, animaliers), de Cie des Bronzes en de gieterij Peeterman enz.
Het bezoek aan de verschillende onderdelen (3) van de Kruidtuin duurt ca 2 uur en start aan de ingang van het domein, in de inkomhall van de Koningsstraat 236.
Naar gelang het seizoen is de Kruidtuin open tot 17u, 18u of 19u.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Leopold II, Congo en de magie vanMatongé of de "couleur locale" van Matongé (een wandeling alleen doorheen de Matongéwijk).Koning Leopold II, wiens standbeeld op het Troonplein staat, droomde zoals zijn vader van een belangrijke kolonie en wilde van België een bloeiende economische staat maken. Bij zijn toespraak, als piepjonge senator van 18 jaar, maakte hij al zijn belangrijkste drijfveren en wensen bekend. Hij werd eigenaar van een immens gebied in Afrika, Congo Vrijstaat, maar heeft het nooit bezocht.
Ruiterstandbeeld van Thomas Vinçotte bij het Koninklijk Paleis en tegenover Ing ©
Hij wist zich echter wel te omringen met belangrijke vertrouwenspersonen, industriëlen en stromannen, zoals o.a. Van Eetvelde, Empain en Charles Woeste.
Vele instellingen werden ondergebracht in somptueuze gebouwen vlakbij het paleis in de Brederodestraat en rond het Koninklijk Park. Ze hebben een cruciale rol gespeeld, zoals de Société Générale, de Bank van Brussel en de Militaire School.
Instelling in de Brederodestraat, achterkant van het paleis ©
Niet alleen Brussel maar ook o.a. Oostende werden geürbaniseerd en verfraaid dank zij geld uit Congo.
Brussel werd een 2de Parijs. Lanen, parken en de triomfboog in het Jubelpark zagen het licht met opbrengsten uit Belgisch Congo. En natuurlijk schemert de aanwezigheid van een kolonie door in de naamgeving van straten, zoals de Koloniënstraat. De Congolese aanwezigheid is echter het meest opvallend in de omgeving van de Naamsepoort.
Monogram van Leopold II op talloze gebouwen in Brussel ©
Chocolade werd een genotsmiddel en ivoor werd via Antwerpen verspreid.
Tal van gebeurtenissen speelden zich echter niet af zonder slag of stoot. Er waren de verhalen over de gruwelijke behandelingen van de inboorlingen en het ‘rode rubber’.
De vorst kwam ook in opspraak door allerlei liefdesavonturen en overleefde net een aanslag in de Koningsstraat. Het stemrecht zorgde voor verdeeldheid bij de politici. Karel Buls, die wel naar Congo was gereisd, verzette zich tegen megalomane projecten. Hij nam ontslag als burgemeester en begon zich intensief bezig te houden met het patrimonium.
De wereldtentoonstellingen kregen een indrukwekkend koloniaal gedeelte.
Versieringen aangebracht n.a.v. de Expo 58 op de Kunstberg ©
In Elsene ontwikkelde zich in 1958 aan de overkant van het paleis en de verdwenen 2de stadsmuur (nu de ring) een nieuwe wijk ‘Matongé’ dat nog steeds een der meest kleurrijke en exotische wijken van onze hoofdstad is. De wijk is genoemd naar een bekende wijk in Kinshasa dat in het Lingala "Klein bosje" betekent.
Detail van winkelgalerij in de Matongéwijk © Culturama
Dat de Afrikanen hier zo massaal aanwezig zijn, heeft zowel te maken met de aanwezigheid van het Zwart-Afrikaanse studentenhuis Maison Africaine, opgericht door Monique van der Straeten en nog steeds actief, en ons koloniale verleden. Er kwamen tal van bars, koloniale verenigingen en zelfs een clubhuis in de Stassartstraat. Maar ook vele "geëvolueerde" Congolezen bleven liever, ten tijde van Mobutu.
De kleurrijke en exotische wijk Matongé aan de andere zijde van de kleine ring bij de Naamse Poort. © Culturama - Walter de Decker
We wandelen eerst langs de Konings-, Brederode- en Naamse straat richting ruiterstandbeeld van Leopold II op het Troonplein. De tocht gaat verder langs winkels van groenten, fruit en specerijen, galerijen vol Afrikaanse kap- en schoonheidsalons, pruiken- en kleurrijke stoffenwinkels en typische reisbureaus.
LINKS: Winkelgalerij in de Matongéwijk -=*=- RECHTS: Winkelvitrine in de Matongéwijk © Culturama
Men vindt er ook juweliers, wisselkantoren, telefoon- en pakjesdiensten, fastfoodtenten, een Afrikaanse bioscoop, een religieus centrum en verschillende andere kerkgemeenschappen.
Religieuze teksten van andere kerkgemeenschappen in de Matongéwijk © Culturama
In het hart van dit "kleine Zaïre" verwelkomt ons de muurschildering van Chéri Samba bij de Naamse Poort die ook de "Porte de l'amour" wordt genoemd.
Muurschildering van Chéri Samba bij de Naamse Poort © Culturama
Langs een standbeeld gemaakt uit kogelhulzen bereiken we de Sint-Bonifatiuswijk met stemmige pleintjes, veel groen, art nouveauhuizen met sgraffitopanelen en leuzen zoals "la vie est belle" of "tout va bien".
LINKS: Sgrafitto op huisgevel =***= RECHTS: Leuze op winkelvitrine in de Matongéwijk © Culturama
Hier ontwikkelde zich de uitgaansbuurt met zowel sjieke als 'bohème'- en horecazaken waar zowel blanken als Afrikanen graag vertoeven op het terras van o.a. Café STAM of restaurant Inzia. Eventueel kan hier gepauzeerd worden.
Temidden van deze uitgaansbuurt pronkt een opvallend monument opgericht bij de neogotische Sint-Bonifatiuskerk. Niet toevallig is het een monument voor een politicus Charles Woeste die er gewoond heeft en die onze Vorst Leopold II trouwens verdedigde toen er in het parlement vragen werden gesteld omtrent de wantoestanden in Congo.
Monument van Charles Woeste © Culturama
De Matongéwijk is nu een multiculturele wijk met meer dan 108 verschillende nationaliteiten op nauwelijks enkele vierkante kilometers, gelegen op een steenworp van het Europees Parlement en de Europawijk.
Deze wandeling werd uitgestippeld op basis van o.a. het boek van Lucas Catherine die een inventaris heeft opgemaakt van alle monumenten en van het Kongolees koloniaal erfgoed tot 1960.
Deze wandeling duurt ca 3 uur. Vertrek- en eindpunt bij voorkeur in de bovenstad in de omgeving van het Koninklijk Park.
Een wandeling doorheen Matongé alleen duurt ca. 2 uur. De vertrekplaats voor deze kleinere wandeling is dan tegenover het standbeeld van koning Leopold II aan de zijkant van het Koninklijk Paleis, aan metrohalte Troon (metrolijnen nrs 2 of 6) dichtbij de hoofdzetel van ING en aan het begin van de Luxemburgwijk.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Wandeling doorheen de Turkse wijkWandeling doorheen de Turkse wijk in Brussel:
Aanvullend programma van het Europalia festival "Turkije" gestart einde september 2015.
Een bezoek aan de wijk die zich ontwikkelde tussen de Kruidtuin, de vroegere Schaerbeekse of Keulense Poort, de Astronomielaan (locatie van het oudste Observatorium of Metereologisch Instituut) en de Bertrandlaan.
Brussel is bekend als een lappendeken van cultuurgemeenschappen.
Kaart met concentraties van gemeenschappen in Brussel - Onderzoek naar 'wonen in Brussel' - Overname kabinet Bianca Debaets - Bron Deboosere 2001 ©
Maar wist u dat in Brussel ook de meeste Turken wonen? Velen kennen in Gent de wijk 'Klein Turkije' naast het Patershol, maar in Brussel is er een grotere exotische 'Oosterse' wijkmet riante eetsalons, traiteurs- en juwelierszaken, pizzeria's, warenhuizen zoals 'Candan', massa's kleine winkeltjes, eigen cultuurcentra en moskeeën al of niet door de Turkse staat gecontroleerd en de 'Diyanet' tussen de Josaphat-, Middaglijn-, l'Olivier-, en de Koningstraat en de Haachtsesteenweg.
Straatbeeld in Turkse Wijk © Culturama
Deze wijk bevindt zich naast 'Klein Manhattan' of de 'nieuwe Noordwijk'. Na de komst van Italianen en Grieken volgden Albanezen, Turken, Aramezen, Koerden en Armeniërs, en na de toetreding tot de EU ook moslim Bulgaren. De eerste moskee in Brussel werd trouwens door de Albanezen opgericht.
De rode draad van onze speurtocht in Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node gaat naast het ontdekken van talloze typische producten en de gastronomie ook over het belang van familietradities (de meeste Turken in deze wijk zijn ondernemers en komen uit Emirdag), over de erfenis of de versmelting van gewoontes, over symboliek, huwelijksmigratie en de vele voorbereidingstappen tot het huwelijksfeest, enzovoort.
Huwen op zijn Turks - Illustratie © Cem Kiziltug
U leert er ook een Türk Kahvesi (koffie) of een Helva (dessert met pistache of andere smaak) of een Baklava of Kadayif kennen. En verder ook Lokum (gekleurde vierkante snoep) en Turkse groenten zoals okrapeulen en onwaarschijnlijk grote kolen, kruiden, fetakaas, noten, gedroogde vruchten en olijven.
Turkse gebakjes © Culturama
Tijdens deze wandeling lopen we ook voorbij aan Art Nouveau huizen en verschillende culturele instellingen zoals o.a. het "Maison des Artistes" en straatversieringen die te maken hebben met ezels...
Tegelpaneel op een Schaarbeekse woning uit Art-Nouveau periode met ezelskop en bloemenversieringen © Jacqueline Timmerman
Al deze aspekten en het belang van 'ezels' (dat o.a. ook te maken heeft met de spotnaam van de Schaarbekenaren, maar er is nog veel meer...) zullen uiteraard ook besproken worden.
Turkse filosoof Nasridin Hodja. Heeft volgens de legende in de 13de eeuw geleefd. Hodja is afkomstig uit Aksehir, een Klein stadje in de provincie Konya. © Culturama foto Walter de Decker
Duur: ca 3 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Jette: Magrittewandeling.Jette, voor het eerst vermeld in 1095 in een abdijdocument, ontwikkelde zich rond de abdij en de Sint-Pieterskerk. De gemeente bleef zeer lang landelijk en werd pas door de aanleg van de spoorweg rond 1850 in 2 gedeeld. Het noordelijke deel bleef tot ca. 1950 landelijk, terwijl het andere en zuidelijke deel verstedelijkte en een geliefde verblijfplaats werd van kunstenaars en schrijvers (Jef Mennekens, Magritte na zijn huwelijk met Georgette, de glazenier Crickx e.a).
Op het einde van de 19de eeuw kreeg Jette een statig dorpsplein met een gemeentehuis in neorenaissancestijl, gebouwd door Van Ijsendijck en een imposant station.
Magritte kwam in Jette wonen in 1922 en zou pas na zijn terugkeer uit Parijs in 1930 intrekken in het huis van de Esseghemstraat 135. Hij woonde er 24 jaar lang op de benedenverdieping. Magritte schilderde er in de keuken en in de gang en heeft er enige tijd om te overleven, in de jaren ’20 en ’30 samen met zijn broer Paul een studio gehad: 'Studio Dongo’. Het huis werd het geliefde trefpunt van de Brusselse surrealisten door Magritte omschreven als ‘le cercle du mystère’. zijn vrienden gaven er o.a namen aan zijn werken en hebben er zich erg geamuseerd. In 1999 werd het huis door Garitte tot Magrittemuseum omgevormd en er is altijd een tijdelijke tentoonstelling op de hoogste verdieping. Het Magrittehuis is makkelijk te herkennen en te vinden in de Esseghemstraat door de aanwezigheid van een lantaarnpaal die Magritte in 1 van zijn doeken had afgebeeld.
Esseghem is een oud gehucht dat teruggaat tot de Frankische tijd. Er waren lang boerderijen, arbeiderswoningen en stegen die na de onteigeningen in 1913 vervangen werden door interbellumwoningen en modernistische gebouwen.
In september 2013 werd de ‘Magrittewijk’ - na het behalen van een prijs en een opleiding - van 80 mozaïektegels voorzien. Leerlingen van de 2 lagere scholen J. Brel en Vanden Borne realiseerden een muurschildering.
We bezoeken tijdens deze wandeling het Magrittemuseum en gaan nadien verder langs woningen van de architecten Rogge, R. Ajoux, Van Brunswijck en van de schrijvers Guido Fonteyn, Jaak Pieter Ballings en Jef Mennekes. We ontdekken het rusthuis Magnolia en de naburige indrukwekkende Lourdesgrot, omgeven door een kruisweg, ingewijd in augustus 1915 in aanwezigheid van 20.000 gelovigen en kardinaal Mercier. We gaan verder langs appartementsgebouwen uit de jaren ’50 en’60, in ‘Atomium- en robbedoesstijl' en het ‘Witte huis’ dat door J. Diongre als een totaalkunstwerk werd ontworpen. Eindpunt van de wandeling is het Garcetpark en het St Pieterscollege.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel als eeuwenoud centrum van macht.In de archeologische site (resten van het Coudenbergpaleis) onder het Koningsplein hebben verschillende graven, hertogen, koningen en keizer Karel verbleven.
Resten van het paleis van Keizer Karel - © Coudenbergsite
Rond dit Hof woonden er ook vele edelen. Schuttersgilden en soldaten moesten er zorgen voor veiligheid. Schilders zoals Jan van Eyck, Rubens en Jan Breughel kwamen er op bezoek of kregen belangrijke opdrachten om de oude burcht in een mooi en comfortabel paleis te veranderen. Vooral de troonzaal met de prachtige reeks wandtapijten en de paleistuin met de paviljoenen, waterpartijen en de exotische dierengaarde waren toen wereldvermaard. Deze dingen werden o.a. minutieus beschreven en getekend door Albrecht Dürer. In het paleis waren ook de schatten van de Orde van het Gulden Vlies aanwezig. Na een bezoek aan de site wandelen we verder naar het Koninklijk Park, de Kunstberg, de omgeving van Bozar en de Zavelwijk.
Deze begeleide wandeling kan verbonden worden aan een kleine fotozoektocht.
Beginpunt van de begeleide wandeling: ingang Belvuemuseum - Eindpunt: Centraal Station.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel als verrassende en keitoffe jongerenstad.We verkennen hartje Brussel tussen de Koninklijke Wijk, de buurt van Manneke Pis, de Sint-Katelijnekerk en het stripmuseum. We wandelen langs grootse monumenten zoals het Koninklijk Paleis, het Muziekinstrumentenmuseum en het stadhuis en de gildehuizen aan de Grote Markt. Maar ook langs belangrijke marktplaatsen en resten van gebouwen die vroeger eigendom waren van belangrijke personen, edelen of machtige en rijke groepen.
Detailfoto ©
We hebben ook oog voor kleine en beroemde maar ook moeilijk zichtbare en dus onbekende beeldjes zoals Manneke Pis, Egmond zonder hoofd, Don Quichotte, Sint-Niklaas of het Zinneke.
Detail stripgevel ©
We staan stil bij verrassende en kleurrijke muurschilderingen die onder- of bovengronds te bewonderen zijn. We leren enkele schrijvers, beschermheiligen en keitoffe musea kennen en zoeken naar logo’s, marionetten, filmhelden of merkwaardige toestellen… zoals E.T. en de phenakistikoop. We bekijken Brussel vanuit de hoogte en gaan dieper in op de ontwikkeling van de stad gedurende een tiental eeuwen. En we leren ook de typische specialiteiten van onze Belgische hoofdstad kennen.
Een wandeling waarbij zowel geschiedenis, legenden, folkore, de verschillende soorten kunst en gastronomie aan bod komen.
Deze wandeling is verbonden aan een fotozoektocht.
Start- en eindpunt: Centraal Station
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel: een hart voor Europa, kennismaking met de Europese wijk.
Van in de 16de eeuw was Brussel al het centrum van een wereldrijk. Het verdrag van Rome en de ambitieuze expo van 1958 bracht de stad opnieuw op de wereldkaart.
De Leopoldsbrouwerij, verdwenen voor het Europa Parlement ©
De mooie, aristocratische en groene Leopoldswijk, aangelegd in 1853 buiten de vijfhoek, werd als centrum van de EG gekozen.
De wijk rond het Schumannplein vroeger ©
Talloze stijlvolle huizen, kunstenaarsateliers en een pittoresk stationnetje gingen ofwel genadeloos tegen de vlakte of verloren hun belangrijke vervoersfunctie.
Het Leopoldspark met Eggevoortoren © Stadsarchief Brussel
Grootse mastodonten verrezen rond het Schumann- en het Luxemburgplein en maakten van belangrijke, culturele locaties een soort ‘Europese miniatuurMadurodam’.
We wandelen vanaf het Luxemburgplein (standbeeld J.Cockerill) via Wiertzmuseum, de Solvay-en Eastmanngebouwen en het Schumannplein tot de Art Nouveau-huizen in de Noord-Oostwijk.We staan stil bij gekende en minder gekende plekjes en beelden. Duur: ca. 3 uur.
Deze begeleide wandeling kan verbonden worden aan een kleine fotozoektocht.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Wandeling door het politieke en juridische hart van België.Hier klopt het politieke en juridische hart van België. Wandeling van de koninklijke wijk tot het Poelaertplein en bezoek aan het Justitiepaleis.
België is een democratie. Een democratie steunt op een aantal pijlers. Ze eerbiedigt het principe van de rechtsstaat en er gelden vrijheidsrechten zoals de vrijheid van o.a. meningsuiting, godsdienst en onderwijs. Wetgeving en rechtspraak zijn essentieel. In België geldt daarenboven de scheiding der machten: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Gevecht tussen de wetgever en de rechter © Tekening Jesse van Muylwijck
Ons land houdt vrije verkiezingen. De vertegenwoordigers die door het volk verkozen worden of werden zetelen in parlementen. Ze leiden de Belgische staat. België is dus een parlementaire democratie. Na verschillende staatshervormingen en herverdelingen van bevoegdheden zegt het eerste artikel van de Belgische grondwet vandaag: "België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten".
cartoon Belgische vlag ©
De herverdeling van de bevoegdheden verliep langs twee lijnen. De eerste lijn die te maken had met taal en cultuur waardoor de gemeenschappen zijn ontstaan en de tweede lijn die te maken heeft met economie waardoor er drie gewesten werden opgericht. Daarnaast blijft de federale overheid voor enkele domeinen bevoegd.
Prins Filip Koning © tomcartoon
De koning heeft ook een verantwoordelijkheid, o.a. om ons land te vertegenwoordigen en staatsbezoeken te maken. Verder zijn er in België tal van verschillende gerechtshoven.
Zicht op het grote waterbekken van het Koninklijk Park, de Wetstraat en de hoofdingang van het Paleis der Naties ©
We wandelen van de plaats van samenkomst naar de bovenstad naar het politieke hart van België. Daar bespreken we het politieke thema in en rond de Warande. We hebben het ook over het Koninklijk Tracé, de viering van de Nationale feestdag, de boterhammen in het Koninklijk Park en andere evenementen. De tocht gaat verder langs het monument voor de verdwenen kinderen van Folon. We hebben het hier uitvoerig over de senaat, de verschillende parlementen, de premier, de vicepremiers, het Europaparlement en de vele ambassades.
Paleizenplein © Culturama
Via de diagonale assen van de Warande, beelden en panelen wordt er verder gewandeld naar het Paleizenplein, naar het Koninklijk Paleis, het Belvue museum en het Bip. Hier wordt o.a. de koninklijke macht besproken en de vroegere Coudenberg residentie. In de vroegere standenmaatschappij was er nog geen scheiding van machten. Na het Bip wordt de verkenning verder gezet naar het Poelaertplein. Onderweg wordt uitleg gegeven over de verschillende culturele instellingen van ons land (Kunstberg en Regentschapsstraat), de gerechtshoven waar we aan voorbij wandelen,
Paleizenplein © Culturama
het Zavelplantsoen met o.a. het standbeeld van Egmont en Hoorne (die het slachtoffer waren van te grote vorstelijke macht) en de vrijheid van godsdienst. Als laatste wordt een bezoek gebracht aan het indrukwekkende Justitiepaleis.
We belichten niet alleen de keuze van de locatie, de symboliek en de lange en tragische bouwgeschiedenis van dit gebouw. Verschillende straten moesten wijken en velen werden dakloos. We illustreren ook de problemen van veiligheid en efficiëntie bij het interieurbezoek en geven ook informatie over de visie voor een herbestemming, gepland in de recente toekomst. Het Justitiepaleis zou de kern worden van een justitiecampus.
Justitiepaleis ©
Via de panoramische lift kan - indien er tijd genoeg is- terug gewandeld worden naar het station of een andere locatie.
Duur: minimum 2,45 à 3 uur.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel en Congo.Koning Leopold II werd eigenaar van een groot gebied in Afrika dat later een Belgische kolonie werd. Daarbij speelden vertrouwensmannen, raadgevers, banken, ministeries en de Militaire School een belangrijke rol. Ons land werd rijk, chocolade werd een belangrijk exportproduct en Oostende, Brussel en Tervuren kregen indrukwekkende lanen, gebouwen en /of instellingen.
Ook wereldtentoonstellingen waren belangrijk. Zo ontstond er in Elsene in 1958 de exotische wijk met de naam "Matongé" aan de overkant van het koninklijk paleis. wat ‘klein bosje’ betekent.
We wandelen eerst door de bovenstad (Koningsplein en omgeving) en gaan dan via het ruiterstandbeeld van Leopold II naar Elsene langs galerijen met kap-en schoonheidsalons, winkels van fruit, groenten en specerijen, wisselkantoren en banken, juweliers, stoffenzaken, reisbureau’s en hoirecazaken. Men waant zich hier in Afrika en niet in Europa.
Samenkomst bij het standbeeld van Godfried van Bouillon op het Koningsplein.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Brussel gestript "in beeldekens".We wandelen doorheen het oude stadscentrum en hebben aandacht voor de vele gevelversieringen aangebracht door de vzw ‘Art Mural’ en streetartartiesten.
We ontdekken ook gebouwen die een rol gespeeld hebben in verhalen van beroemde stripfiguren zoals Guus Flater, Nero, Kuifje en Bobby, de Smurfen, Rik Ringers, Rozebottel, de Schorpioen en anderen. We gaan ook langs stripwinkels, straten die een nieuwe naam hebben gekregen, verwijzend naar striphelden en de 2 stripmusea die Brussel rijk is.
De rode draad van deze wandeling is de 'beeldcultuur' en de verbeeldingskracht van striptekenaars en streetartiesten, de verfraaiing en heropleving van vele wijken in een straal rond de Grote Markt, de Beurs en de kathedraal en de toename van toerisme in Brussel. De wandeling kan aansluiten bij een bezoek aan 1 van de 2 stripmusea.
Samenkomst: in de hall van het Centraal Station
<terug naar boven>
~*~*~*~ Art Nouveau wandeling in St-Gillis en Elsene.Samenkomst: trappen van het Justitiepaleis.
<terug naar boven>
~*~*~*~ Pieter Bruegel I achterna. Wandeling die al of niet kan georganiseerd worden n.a.v. het Bruegeljaar 2019.
Een wandeling doorheen de bovenstad (met Zavelwijk en de omgeving van het Koningsplein) en een deel van de Marollen. De wandeling gaat o.a. langs locaties, waar Pieter Bruegel de Oude werkte en begraven werd en waar aanverwanten en opdrachtgevers van Bruegel woonden.
We belichten ook de Bruegel- en de Teniersdynastie en gaan langs plaatsen waar werken van Bruegel permanent of tijdelijk tentoongesteld zijn.
Samenkomst: in de hall van het Centraal Station.
<terug naar boven>
~*~*~*~ |